“Twee veranderingen ten goede in Congo”

Een maand na de dodelijke protesten in Kinshasa en Goma tegen de poging om de kieswet te wijzigen, hebben ministers Didier Reynders (MR) en Alexander De Croo (Open Vld), van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, van zaterdag tot en met woensdag een bezoek gebracht aan die twee Congolese steden. “In onze gesprekken met president Kabila en verschillende ministers, maar ook met oppositie en middenveld, hebben we gesproken over de nood aan een duurzame economische groei die de hele Congolese bevolking ten goede komt, met respect voor de mensenrechten.” De laatste afspraak van de missie was een onderhoud met Kabila, dat pas woensdagmiddag bevestigd werd. Oppositie en middenveld pleitten bij Reynders voor overleg met het regime om tot een haalbaarder kalender omtrent de verkiezingen te komen. Volgens Kamerhe, andere oppositieleiders en het middenveld is de verkiezingskalender die Ceni, de onafhankelijke kiescommissie, een tiental dagen geleden publiceerde, te ambitieus. Zij achten het onmogelijk dat het land erin slaagt om voor eind 2016 zeven stembusgangen te organiseren, die samen 1,1 miljard dollar zullen kosten. Na de publicatie van de kalender had Reynders al een communiqué verstuurd waarin hij zijn tevredenheid liet blijken. “De minister roept de Ceni, de regering en het parlement van de DRC en alle betrokken partijen op om volop deel te nemen aan de organisatie van de verkiezingen volgens de kalender die door de Ceni werd vastgelegd”, klonk het toen. In Congo bleef hij op die lijn. Na afloop van de missie noemde de MR-vicepremier die publicatie een van de “veranderingen ten goede”. De start van het offensief tegen de FDLR-rebellen noemde Reynders een tweede “verandering ten goede”. Die rebellen moesten begin januari de wapens neergelegd hebben. Omdat ze die deadline niet nakwamen, kondigde het Congolese regeringsleger FARDC eind januari een offensief aan, zonder de steun van Monusco, de VN-missie in Congo

Een maand na de dodelijke protesten in Kinshasa en Goma tegen de poging om de kieswet te wijzigen, hebben ministers Didier Reynders (MR) en Alexander De Croo (Open Vld), van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking, van zaterdag tot en met woensdag een bezoek gebracht aan die twee Congolese steden. “In onze gesprekken met president Kabila en verschillende ministers, maar ook met oppositie en middenveld, hebben we gesproken over de nood aan een duurzame economische groei die de hele Congolese bevolking ten goede komt, met respect voor de mensenrechten.” De laatste afspraak van de missie was een onderhoud met Kabila, dat pas woensdagmiddag bevestigd werd. Oppositie en middenveld pleitten bij Reynders voor overleg met het regime om tot een haalbaarder kalender omtrent de verkiezingen te komen. Volgens Kamerhe, andere oppositieleiders en het middenveld is de verkiezingskalender die Ceni, de onafhankelijke kiescommissie, een tiental dagen geleden publiceerde, te ambitieus. Zij achten het onmogelijk dat het land erin slaagt om voor eind 2016 zeven stembusgangen te organiseren, die samen 1,1 miljard dollar zullen kosten. Na de publicatie van de kalender had Reynders al een communiqué verstuurd waarin hij zijn tevredenheid liet blijken. “De minister roept de Ceni, de regering en het parlement van de DRC en alle betrokken partijen op om volop deel te nemen aan de organisatie van de verkiezingen volgens de kalender die door de Ceni werd vastgelegd”, klonk het toen. In Congo bleef hij op die lijn. Na afloop van de missie noemde de MR-vicepremier die publicatie een van de “veranderingen ten goede”. De start van het offensief tegen de FDLR-rebellen noemde Reynders een tweede “verandering ten goede”. Die rebellen moesten begin januari de wapens neergelegd hebben. Omdat ze die deadline niet nakwamen, kondigde het Congolese regeringsleger FARDC eind januari een offensief aan, zonder de steun van Monusco, de VN-missie in Congo