Transportsector rekruteert massaal chauffeurs buiten de EU

© BelgaImage
Jeroen de Preter

Om de loonkosten zo veel mogelijk te drukken, liet de transportsector het voorbije jaar massaal chauffeurs uit landen buiten de Europese Unie aanrukken. Een onderzoek van Investigate Europe en Knack laat zien dat de bodem nog altijd niet is bereikt.

‘Wat we vandaag zien is niet meer of minder dan een nieuwe stap in de race to the bottom. Blijkbaar is nu ook de Poolse chauffeur te duur geworden.’

De stelling van Frank Moreels, voorzitter van de Europese transportvakbond, wordt bevestigd door een uitgebreid onderzoek van onderzoeksjournalisten van Investigate Europe, in samenwerking met Knack.

Voor het onderzoek werden de afgelopen maanden tientallen gesprekken gevoerd met vrachtwagenchauffeurs in onder meer Duitsland, Nederland en België. Opvallend vaak kwamen ze uit Oekraïne, Moldavië of Wit-Rusland. In de meeste gevallen reden ze voor Poolse filialen van West-Europese transportbedrijven. De werkomstandigheden zijn meestal bijzonder penibel. Zo worden regels met betrekking tot rusttijden en de arbeidswetgeving massaal met de voeten getreden.

Hoeveel deze chauffeurs verdienen is niet precies te zeggen. In de regel werken ze voor maandlonen tussen de 250 en de 500 euro, ofwel het minimumloon van het land waar ze ingeschreven staan. Vaak is dat Polen, soms is het Tsjechië of Roemenië.

Blijkbaar is nu ook de Poolse chauffeur te duur geworden

Uit die gesprekken werd ook duidelijk dat het vaste loon meestal maar een beperkt deel uitmaakt van hun reële loon. Naast dat minimumloon krijgen de chauffeurs immers nog een dagvergoeding, die gemiddeld ongeveer 50 euro bedraagt en waarop nauwelijks belastingen moeten worden betaald. Die dagvergoeding, in oorsprong bedoeld om kosten eigen aan de job te dekken, wordt door grote transportbedrijven vandaag systematisch gebruikt om de chauffeurs een naar Oost-Europese normen riant loon aan te bieden. Dankzij dat systeem verdienen de chauffeurs vandaag maandlonen van 1.500 euro of meer.

Maar het heeft uiteraard ook grote nadelen. Bij ziekte krijgen deze werknemers alleen nog een loon waar ze ook in hun thuisland niet van kunnen rondkomen. Sociale bijdragen worden alleen betaald op het vaste loon, dat in veel gevallen niet eens een derde bedraagt van het totale loon.

Die ‘ruk naar het oosten’ blijkt ook uit cijfers van de Poolse dienst die rijvergunningen uitreikt aan chauffeurs van buiten de EU. Volgens Malgorzata Wojtal-Bialaszewska, directeur van de dienst die de attesten in Polen toekent, zijn er in 2012 iets meer dan 5000 van zulke attesten aan niet-EU-burgers uitgegeven. In 2017 waren dat er al meer dan 60.000. Voorspeld wordt dat het er in 2018 meer dan 70.000 zullen zijn.

Met ongeveer 25.000 verkregen vergunningen voeren de Oekraïense chauffeurs de ranking aan. Ze worden gevolgd door de Wit-Russen (circa 5000), de Moldaven (circa 1000), de Russen en, jawel, de Filipijnen.

Malgorzata Wojtal-Bialaszewska vertelt dat haar dienst de aanvragen vandaag nauwelijks kan bijhouden. ‘Vijf jaar geleden was één werknemer bevoegd voor de vergunning, nu zijn het er een twaalftal.’ Volgens de directrice volstaat zelfs dat niet om de aanvragen fatsoenlijk te controleren. ‘We waren niet voorbereid op deze golf’, zegt ze.

In sommige landen in Oost-Europa kun je rijbewijzen en ADR-vergunningen voor gevaarlijk transport gewoon kopen in de achterkamer van een kroeg

De gevolgen laten zich raden. Chauffeurs die een vergunning aanvragen moeten onder meer een visum en het juiste rijbewijs kunnen voorleggen. Bovendien moeten ze, als werknemer van buiten de EU, kunnen aantonen dat ze daadwerkelijk in Polen tewerkgesteld zijn. Directrice Wojtal-Bialaszewska geeft impliciet toe dat die voorwaarden nauwelijks worden gecontroleerd.

Dat blijkt ook uit de praktijk. Uit gesprekken met Oekraïense of Wit-Russische chauffeurs werd duidelijk dat ze zelden of nooit in Polen wonen of werken en in veel gevallen de taal niet machtig zijn. In werkelijkheid werken ze voor Tsjechische, Poolse of Roemeense filialen van West-Europese transportbedrijven. Hun werkterrein is West-Europa.

Volgens Frank Moreels zijn de gevolgen niet alleen op sociaal vlak dramatisch. ‘Er zijn er ongetwijfeld ook Oekraïners, Wit-Russen of Filipijnen die niet goed met een vrachtwagen kunnen rijden. In sommige landen in Oost-Europa kun je rijbewijzen en ADR-vergunningen voor gevaarlijk transport gewoon kopen in de achterkamer van een kroeg. Ik ken verhalen van chauffeurs die in de Antwerpse haventerminals aangeklampt werden door collega’s die hun truck niet eens geparkeerd kregen voor een loskade.’

Investigate Europe is een pan-Europees pilootproject dat een team van negen journalisten uit acht Europese landen verenigt. Het team doet onderzoek naar Europese onderwerpen en werkt samen met verschillende Europese media. Hun project wordt ondersteund door de verschillende Europese stichtingen. Het team werkt samen met de ngo’s Journalismfund en n-ost.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content