Han Renard

Tijd voor iets nieuws

Als Brusselse stadspartij ligt er voor het FDF (Féderalistes démocrates francophones) misschien nog een mooie toekomst in het verschiet, maar dan liefst zonder huidig voorzitter Olivier Maingain.

Olivier Maingain is de ouderdomsdeken onder de Belgische partijvoorzitters. Al zeventien jaar staat hij aan het hoofd van het FDF. Met de steun van Antoinette Spaak stootte de gedreven Maingain in 1995 de meer bezadigde partijcoryfee Georges Clerfayt van de troon. Sindsdien heeft Maingain met zijn radicaal francofone communautaire standpunten de koers van het FDF bepaald.

Het huidige voorzittersmandaat van Maingain zit er bijna op. Eind dit jaar verkiest het FDF een nieuwe leider. Maingain, tevens burgemeester van Sint-Lambrechts-Woluwe, wil pas na de gemeenteraadsverkiezingen meedelen of hij opnieuw kandidaat is om zichzelf op te volgen.

De weinige andere politieke kopstukken die het FDF vandaag nog telt, spreken zich evenwel uit voor een aflossing van de wacht. Didier Gosuin, de burgemeester van Oudergem, die het in het verleden al eens zonder succes tegen Olivier Maingain opnam, vindt dat het FDF vers bloed nodig heeft. Immers, het FDF heeft het imago van een vergrijzende partij. Alleen lijkt een jonge wolf zich niet zo meteen aan te dienen. Ook Bernard Clerfayt brak in ons zusterblad Le Vif een lans voor vernieuwing aan het hoofd van de partij. De populaire Schaarbeekse burgemeester lijkt vooral zelf in de voetsporen van zijn vader Georges te willen treden, al wil ook hij vóór de gemeenteraadsverkiezingen niet definitief naar het partijvoorzitterschap solliciteren.

Feit is dat Maingain de partij in een doodlopend straatje heeft gemanoeuvreerd. Er valt in de politiek veel te zeggen voor het compromisloos opkomen voor de eigen overtuiging, maar de eindbalans van Maingains voorzitterschap oogt mager. Wat heeft het FDF de laatste jaren van zijn programma uitgevoerd? Wat is er terechtgekomen van het felle verzet tegen de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde, het verbeten gevecht voor de uitbreiding van Brussel of de juridische strijd voor de benoeming van de geschorste FDF-burgemeesters in de Rand? Vrijwel niets. De Fransdolle standpunten van de FDF-voorzitter lijken soms uit een ander tijdperk te komen.

Na de splitsing van B-H-V zal het FDF in de Vlaamse Rand nog maar weinig kunnen klaarspelen. Zonder de steun van de sterke Brusselse kandidaten, moet het FDF het daar redden met een paar onbekende burgemeesters, waarvan sommigen hoogbejaard zijn. De breuk met de Franstalige liberalen van de MR – een alliantie die in 1993 door wijlen Jean Gol tot stand werd gebracht – betekende een financiële kater voor het FDF. Ook dat mag de onbuigzame Maingain op zijn conto schrijven.

De partij moet nu nieuwe inhoudelijke accenten zien te leggen en nieuwe groepen kiezers aantrekken. Daarom zal het FDF in oktober voor het eerst in Wallonië aan de gemeenteraadsverkiezingen deelnemen. En daarom ook de pleidooien van mensen zoals Gosuin en Clerfayt, die vinden dat de partij minder haar communautaire standpunten en meer haar sociale en economische ideeën voor het voetlicht moet brengen. Wallonië lijkt een moeilijk te nemen burcht, maar als Brusselse stadspartij kan het FDF binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een belangrijke politieke speler blijven. Maar van zo’n stadsproject kan Olivier Maingain nooit de geloofwaardige vertolker zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content