Lies Corneillie (Groen)

‘Tijd is kostbaar, ook voor kinderen, jongeren en hun omgeving’

Lies Corneillie (Groen) Schepen van Wonen in Leuven

Lies Corneillie roept in deze bijdrage voor het Schaduwparlement van Knack.be de Vlaamse regering op om te stoppen met de besparingen op de kap van kinderen en jongeren.

Morgen is het 20 november 2014, de wereld viert dan de 25e verjaardag van het Universeel Verdrag voor de Rechten van het Kind. Vandaag stelt Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen het jaarverslag over kinderrechten in ons land voor. Ik hoor u al denken: ‘Wat hebben onze kinderen hier te klagen? Elders in de wereld gaat het er toch veel erger aan toe?’ Dat klopt maar voor een deel, want ook bij ons zijn er heel wat kinderen voor wie het niet evident is om zich ten volle te ontplooien.

Kinderen vragen tijd en tijd kost geld

Tijd is de rode draad doorheen het jaarverslag van het Kinderrechtencommissariaat. Wie met kinderen werkt, vraagt meer tijd om beter te kunnen werken. En kinderen zelf vragen ook meer eigen tijd. Geef hen die tijd, en stop dus met besparingen op de kap van kinderen en jongeren. Time Is Money. Tijd is kostbaar, ook voor kinderen, jongeren en hun omgeving.

24/7 recht om kind te zijn: op school, thuis, in de jeugdbeweging

Een groot deel van hun tijd brengen kinderen op de schoolbanken door. Het is de Gentse pedagoog Pedro De Bruyckere die me er tijdens een panelgesprek aan herinnerde dat ‘school’ is afgeleid van het Griekse woord voor ‘vrije tijd’. ‘Schooltijd’ zou voor een kind dus ‘vrije tijd’ moeten zijn. Tijd waarin je vrij bent om te leren, vrij bent om te zijn wie je bent, vrij van al je kleine of grote zorgen.

Mijn grootste recpect gaat uit naar al die leerkrachten die er dag in, dag uit in slagen om kinderen die vrije tijd te geven. Om aandacht te hebben voor elke kleine zorg of grote droom. Investeer méér in onderwijs om leerkrachten die tijd te geven, zodat elk kind zichzelf ten volle kan ontwikkelen. Geef hen tijd én middelen om het verschil te maken, elke dag opnieuw.

Een ander deel van hun tijd, brengen kinderen thuis door. Het ideaalbeeld van het gezin is dat van het warme nest, waar kinderen in alle geborgenheid kunnen opgroeien tot sterke, volwassen individuen. Een plek waar je tot rust kan komen. Waar je hoort dat alles oké is en alles wel goed komt.

Die veilige thuishaven is niet voor iedereen een evidentie. Door een vechtscheiding bijvoorbeeld, waardoor kinderen worstelen met schuldgevoelens of niet meer weten waar ze zich echt thuis mogen voelen. Alleenstaande ouders die moeten wroeten en vechten om de eindjes aan elkaar te knopen. Denk aan ouders die moeilijk de balans vinden tussen werk en gezin, en weinig tijd hebben om er op cruciale momenten in het leven van hun kinderen te zijn. Of pleegouders die pleiten voor een een volwaardig statuut en erkenning, om hun rol ook ten volle te kunnen opnemen.

Dan is er nog die andere, échte vrije tijd in de jeugdbeweging of de sportclub. Daar waar kinderen kunnen spelen en leren, talenten ontdekken en verantwoordelijkheid opnemen. We mogen trots zijn op het unieke en diverse jeugdwerklandschap in ons kleine Vlaanderen. Duizenden vrijwilligers geven in hun vrije tijd het beste van zichzelf om kinderen en jongeren de tijd van hun leven te bezorgen. Als jeugdwerker weet je dat niet veel middelen hebt, maar haal je het onderste uit de kan voor die glimlach van elk kind.

De Vlaamse minister van Jeugd (trouwens ook coördinerend minister voor Kinderrechten) Sven Gatz beweert dat kinderen en jongeren weinig zullen voelen van de Vlaamse besparingen. Maar ik bewtijfel dat. Tot voor kort was er immers de garantie (‘oormerking’, in het jargon) dat de Vlaamse middelen voor het lokale jeugdbeleid, effectief aan jeugdwerk en jeugdbeleid werden besteed. Die garantie vervalt. Het kan dus goed zijn die middelen in de toekomst niet naar het nieuwe jeugdhuis, maar naar de heraanleg van de riolering of kerstverlichting gaan.

Reden om te feesten?

Alleen al als ik kijk naar de Vlaamse beleidsplannen of besparingen in ontwikkelingssamenwerking of jeugdwerk, vraag ik me af of er veel reden is om te feesten. 25 jaar bestaat het kinderrechtenverdrag al. En toch is er nog een lange weg te gaan. Het Verdrag legt de lat immers hoog. Niet voor kinderen zelf, maar voor beleidsmakers, opvoeders en al wie een rol speelt om de rechten van kinderen waar te maken. Laat deze verjaardag dus een wake-upcall zijn om onze verantwoordelijheid op te nemen voor kinderen. Hier en overal ter wereld.

Tegelijk mogen we niet vergeten hoeveel mensen toch vol overtuiging hun nek uitsteken voor de rechten van kinderen en jongeren. Zij staan te weinig in de bloemetjes. Het is voor hen belangrijk om van deze verjaardag toch een feest te maken. Zolang de verjaardagskaarsjes maar vurig blijven branden, als teken van hoop voor alle kinderen werelwijd. Voor kindbruiden in Bangladesh, jonge gedetineerden in Palestina, ebola-slachtoffertjes in Guinée, oorlogskinderen in Syrië, vluchtelingenkinderen in België, jouw kinderen, die van de buren en alle kinderen die nog moeten geboren worden.

Partner Content