Theater: TAZ, repertoirekwesties/Blasted (Sermoen)

“Het zal me worst wezen dat het repertoire gemist wordt,” zei de jonge maker. En hij speelde Pinter en Sarah Kane. Op zijn eigen manier.

Voor het eerst vinden dit jaar in een tent op het Zeeheldenplein lunchgesprekken plaats, georganiseerd door het kunsttijdschrift rekto:verso waarbij brandende theatervragen aan bod komen. Een van die vragen – intussen toch al eerder van het genre ‘een eind smeulend’ – was: Waarom spelen jonge makers zo weinig repertoire? Ze lezen geen stukken meer, laat staan dat ze ze nog weten te brengen.

Laat dat extreem doemdenkerig klinken, gelijk een apocalyptisch groot zwart gat waar het toneelrepertoire naar toe gezogen zou worden (naar een ander universum zoals dat van Theater aan de Stroom), feit is wel dat van al het jonge theater op TAZ – en dat is wel wat – er maar twee met een repertoiretekst staan: het Gentse Sermoen rond regisseur Simon De Vos brengt ‘Blasted’ van Sarah Kane en FC Bergman speelt Pinters ‘Het verjaardagsfeest’.

De discussie/geef de sleutel terug

Waarom brengen jonge theatermensen liever hun eigen teksten? Vroeg de moderator aan zijn gasten. De niet meer heel jonge maker die al wat watertjes doorzwommen had – ja ook die van het repertoire – stelde onomwonden: “Ik denk niet dat ik ooit nog een repertoirestuk ga regisseren. Dat is mijn ding niet. Als je in zo’n repertoirestuk dan toch op zoek moet gaan naar jezelf en wat het je er vandaag de dag mee wil vertellen, dan schrijf je beter zelf.”

Naast hem zat de nestor van het gezelschap. Hij had nog bij de oude KNS gespeeld en in Duitsland bij de grote sterregisseurs. Hij brak een lans voor de zoniet eeuwigheidswaarde dan toch wel enkele eeuwenwaarde van bepaalde stukken: “‘Het is onzin te denken dat repertoirestukken ouderwets zijn. ‘Oom Wanja’ van Tsjechov dat zijn geen mensen in oude kostuums, maar eenzame mensen met hun verlangens en dromen.” En hij vroeg zich en passant af of de desinteresse van de jeugd in repertoire misschien iets te maken had met onze geïndividualiseerde samenleving en het versnipperde Vlaamse theaterlandschap. “Echte gezelschappen bestaan niet meer. Iedereen is al blij als hij ergens kan meespelen. De vraag is of je je nog dienstbaar wil stellen voor een collectief idee.”

Een collectief idee, zoals bijvoorbeeld een ‘repertoiretekst’? “Wij staan niet ten dienste van het repertoire, het repertoire is er – of niet – voor ons,” zei de jonge maker, fel en met uitdagende blik zoals jonge makers dat kunnen.

Maar tussen oud en jong kwam de intelligentste opmerking van de middle-aged acteur die tussen het publiek zat. Letterlijk en figuurlijk, want hij dacht niet als maker maar als theaterpubliek na over die zucht naar repertoire: “De discussie gaat niet over het wel of niet brengen van repertoire. Het is een probleem van codes: vroeger was het gemakkelijk, je kon ieder seizoen x-aantal ‘Hamlet’s zien en zo kan je de verschillende inzichten van de regisseurs en acteurs aftoetsen. Dat bestaat vandaag de dag niet meer. Veel mensen zijn de sleutel kwijt waarmee ze vandaag de dag nog een theatervoorstelling kunnen lezen. Zij roepen niet geef ons het repertoire terug, maar geef ons een sleutel.”

Stof eraf/Blasted

Repertoirestudie. Een Pinter wordt naar ’t schijnt het best en sourdine, gedempt, gespeeld. En Sarah Kane dat is in-yer-face theatre. En zie wat doen de jonge makers op TAZ: zwaar hun voeten vegen aan die verwachtingen.

Pinters ‘Verjaardagfeest’ wordt door FC Bergman zwaar uitbundig gespeeld, en wat Sermoen aanvankelijk met ‘Blasted’ van Sarah Kane doet, de schrijfster die in 1999 op 29-jarige leeftijd zelfmoord pleegde, zou zich in haar graf omdraaien (had ze vast nog een leuk beeld gevonden ook).

Simon De Vos, zoon van Jozef De Vos professor theater aan de UGent, heeft de liefde voor de Angelsaksische toneelliteratuur van zijn vader geërfd. Zo regisseerde hij ook al ‘Disco Pigs’ (Enda Walsch) en ‘Food Chain’ (Nicky Silver) . Gechoqueerd door de gruwelbeelden uit Irak en Afghanistan en de martelpraktijken in Abu Graib greep hij ditmaal terug naar Kanes debuutstuk ‘Blasted’ (1995) dat ze schreef naar aanleiding van de gruwelijke etnische zuiveringen in voormalig Joegoslavië.

‘Blasted’ is een oorlogstragedie maar van een hoogst ongewone soort: het is een relatiedrama in een hotelkamer waar plots de oorlog komt binnengewandeld. Het stuk werd bij de eerste opvoering indertijd weggehoond door de critici, die verbolgen waren door de extreme gewelddadigheid van het stuk en niet zagen hoe innovatief qua structuur en symboliek het was. Het zou overigens Pinter zijn die uiteindelijk één van de grote verdedigers zou zijn van dit stuk.

Kanes in-yer-face theatre krijgt bij Sermoen bijwijlen een bijna klinisch afstandelijke aanpak: regieaanwijzingen worden gewoon afgelezen en zelfs letterlijk niet gespeeld. En het lijkt ons zelfs bijna een grap: naast het toneel wordt harp gespeeld. Harp?!

In het tweede deel gaat De Vos dan toch iets meer voor het (contraditie) te verwachten shockeffect maar je kunt er niet onderuit: Kane laat je sowieso weer met een loodzware misselijke maag achter. Maar wij waren toch vooral verwonderd door dat vreemde eerste deel: waarin De Vos gelooft in de sterkte van het theater, de suggestie, niet in de uitbeelding maar de verbeelding.

Liv Laveyne

‘Het verjaardagsfeest’ en ‘Blasted’ tot 6 augustus op TAZ. www.theateraanzee.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content