Worden kinderen asocialer? Hoe AI de jeugd herprogrammeert

© Getty Images

Van pratende knuffels tot virtuele leraren: artificiële intelligentie heeft de kindertijd fundamenteel veranderd. Ouders denken beter twee keer na voor ze hun kind toevertrouwen aan een woorden uitspugende machine – ook al zit die in een knuffelbeer.

De stapel pakjes onder de kerstboom zou dit jaar wel eens meer verrassingen kunnen bevatten dan anders, nu kinderen cadeautjes openmaken die tegen hen kunnen praten. Chinese speelgoedfabrikanten hebben 2025 uitgeroepen tot het jaar van de artificiële intelligentie (AI) en brengen robots en knuffelberen op de markt die kinderen iets kunnen leren, met hen kunnen spelen en verhalen kunnen vertellen. Oudere kinderen zijn intussen verknocht aan virale AI-video’s en met AI verrijkte games. Op school krijgen velen les met materiaal dat werd gemaakt met tools als ChatGPT – sommigen krijgen zelfs hulp van een chatbot-leraar.

Privéleraren, gepersonaliseerde cursussen en op maat gemaakt entertainment: AI belooft elk kind de opvoeding die vroeger enkel voor de rijken was weggelegd. Kinderen kunnen luisteren naar liedjes die over hen gaan, verhalen lezen waarin zij de hoofdrol spelen en videogames spelen die zich aanpassen aan hun niveau. Intussen worden ze aangemoedigd door een entourage van virtuele vrienden. Een koninklijke jeugd lijkt voor iedereen binnen handbereik.

Maar er zijn ook valkuilen. Zoals echte koningen vaak ontdekken, kan een opvoeding op maat ook eenzaamheid en isolatie met zich meebrengen. En zoals hun onderdanen weten, kan dat leiden tot volwassenen die slecht voorbereid zijn op het echte leven. Nu AI de kindertijd ten goede én ten kwade verandert, moet de samenleving herdenken wat opgroeien betekent.

Babbelen met Darth Vader

Grootgebracht worden door robots heeft ook voordelen. AI kan het onderwijs ondersteunen, vooral op plaatsen waar leraren en lesmateriaal schaars zijn. De technologie kan de geletterdheid en taalverwerving van kinderen een boost geven. De droom is een AI-leraar die kinderen redt uit klassen waar slimme leerlingen zich vervelen en de zwakkere afhaken. Wil je een versie van dit artikel voor een achtjarige die Hindi spreekt, dan kan AI het herschrijven. Wil dat kind het liever als stripverhaal of liedje, dan kan dat ook.

Maakt slimme AI ons dommer? Doe de test

De technologie creëert ook nieuwe vormen van ontspanning. Hollywood mag AI-video’s dan afdoen als ‘rommel’, jongeren verslinden ze – en maken er zelf. Oud speelgoed krijgt een upgrade: een AI-versie van Trivial Pursuit kan vragen stellen over om het even welk onderwerp. Videospellen bieden gloednieuwe ervaringen aan, zoals babbelen met Darth Vader in Fortnite. Elk kind kan zijn helden ontmoeten – en ze desgewenst neerknallen.

De risico’s zijn uitvoerig gedocumenteerd. AI-leraren kunnen foute antwoorden ‘hallucineren’. Knuffels kunnen ontsporen: ouders moeten opletten voor het AI-beertje dat onlangs plots over kinky seks begon te praten. Kinderen kunnen AI makkelijk misbruiken – om huiswerk te vervalsen of elkaar te pesten met deepfakevideo’s. Chatbots kunnen kwetsbare tieners zelfs aanzetten tot zelfbeschadiging. Technologiebedrijven verzekeren dat zulke problemen te verhelpen zijn – ChatGPT is tenslotte pas drie jaar oud.

Ja-bots

Maar de kindertijd zou het meest kunnen veranderen door wat AI wel goed doet. De technologie leert razendsnel wat haar gebruiker leuk vindt – en toont dan meer van hetzelfde. Sociale media hebben al echokamers gecreëerd: mensen komen er vooral in aanraking met meningen waarmee ze instemmen (of die ze graag haten). AI dreigt zulke bubbels nog te versterken en kinderen er al vroeg in op te sluiten.

Ouders moeten opletten voor het AI-beertje dat onlangs plots over kinky seks begon te praten.

Een kind dat van voetbal houdt, bijvoorbeeld, krijgt voetbalverhalen van zijn knuffelbeer en voetbalvoorbeelden van zijn digitale leraar. Dat smoort toevallige ontdekkingen in de kiem. Een dieet van alleen maar favorieten zorgt ervoor dat een kind nooit leert omgaan met iets onbekends of onaangenaams.

Ook eenzijdige relaties met chatbots houden risico’s in. Virtuele vrienden die nooit tegenspreken en geen eigen gevoelens delen, bereiden kinderen slecht voor op de omgang met echte, imperfecte mensen. Een derde van de Amerikaanse tieners zegt dat praten met een AI-gezel minstens even bevredigend is als praten met een vriend – en makkelijker dan praten met hun ouders. Zulke ja-bots dreigen kinderen te vormen die niet gewend zijn om hun beurt af te wachten. Ze groeien uit tot collega’s die geen compromissen kunnen sluiten, of partners die nooit geleerd hebben wat geven en nemen betekent.

Andere maatschappelijke trends werken dat nog in de hand. Nu de geboortecijfers dalen, groeien steeds meer kinderen op zonder broers of zussen die hun scherpe kantjes kunnen afvijlen. Steeds meer jonge volwassenen besluiten dat lange relaties niet de moeite waard zijn. En in een wereld van thuiswerk kunnen mensen die in een gepersonaliseerde, asociale omgeving opgroeien, terechtkomen in banen waar ze alleen via een scherm met collega’s communiceren – iets wat ze straks wellicht ook overlaten aan een AI-agent.

Sociale mobiliteit

We hebben dringend tegenmaatregelen nodig. Ouders moeten twee keer nadenken voor ze hun kind toevertrouwen aan een woorden uitspugende machine – ook al zit die in een knuffelbeer. Chatbots moeten leeftijdsgrenzen hebben die wel degelijk worden afgedwongen. Overheden mogen AI-bedrijven niet dezelfde vrijheid geven als sociale media, die pas nu langzaam worden verplicht om leeftijdsbeperkingen in te voeren. Leraren moeten beseffen dat huiswerk niet langer betrouwbaar is: in het AI-tijdperk zijn meer testen op school essentieel.

We moeten manieren vinden om de sociale vorming te behouden die AI dreigt uit te wissen – dat is de uitdaging op lange termijn. Scholen – waar een groot deel van de kindertijd zich afspeelt – zijn daarvoor de beste plek. Ze moeten gepersonaliseerd onderwijs benutten waar het aantoonbaar werkt. Maar ze moeten ook extra inspanningen leveren om kinderen te leren wat een robot hen niet kan bijbrengen: discussiëren, het oneens zijn met elkaar, samenwerken met mensen die niet zo vleierig zijn als een chatbot – en ze misschien zelfs waarderen.

Scholen moeten daarnaast hun rol versterken als plekken van ontdekking. Als AI kinderen meer geeft van wat ze al leuk vinden, is het des te belangrijker dat scholen ruimte scheppen voor ontmoetingen en ideeën buiten hun vertrouwde wereld. Zo niet, dreigt algoritmische personalisatie een obstakel te worden voor sociale mobiliteit: wie op jonge leeftijd in één richting wordt geduwd, raakt daar moeilijk uit. De ongelijkheid kan groeien als zwakke scholen chatbots omarmen als goedkope vervangers van echte leraren.

AI heeft het potentieel om onderwijs te verbeteren en entertainment te verrijken. Ze kan er ooit voor zorgen dat elk kind leeft als een prins. Maar de écht bevoorrechten zullen misschien die kinderen zijn wier ouders en leraren weten wanneer ze AI moeten uitzetten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise