De tragedie achter de :-)

De vaak vervloekte emoticon bestaat vandaag 30 jaar. Bij wijze van verjaardagscadeau: een klein eresaluut.

Je zult het altijd zien: de grootste uitvindingen ontstaan en stoemelings. Iemand vindt per ongeluk iets uit en daarna is het leven nooit meer wat het was. Eigenlijk zou hier nu een 🙂 moeten staan. Het zou nog gepast zijn ook: de vaak vervloekte emoticon bestaat vandaag 30 jaar. Bij wijze van verjaardagscadeau: een klein eresaluut.

Pittsburgh is een stad in het noordoosten van de Verenigde Staten. Veel valt er niet te beleven. Behalve dat er Heinz-ketchup gebrouwen wordt. En staal gemaakt. Het is ook de thuishaven van de Carnegie Mellon University – vooral de afdeling informatica heeft wel wat faam in de States. Dertig jaar geleden was dat ook al zo. De computer beleefde in 1982 nog wonderjaren – alleen nerds waren met het ding bezig. Op een septemberochtend waren ze via het ‘bulletin board system’, een oerversie van de huidige nieuwsgroepen, aan het discussiëren over het gevolg van kwik in liften – een uitermate boeiend onderwerp in sommige kringen.

Iemand schreef: ‘Onze lift niet gebruiken. Er is kwik in gemorst. Brandje geweest. Alles moet ontsmet worden.’ Consternatie bij de rest. ‘Hé mannen, het was maar een grap’, voegde de auteur er snel aan toe. Humor en nerds: ook dat blijft een vreemde combinatie. Iemand stelde voor om voortaan een * achter elke grap te zetten – er waren al genoeg misverstanden in de wereld. Goed plan, reageerden de anderen. Er kwamen nog voorstellen: &, of misschien #, dat leek op een mond vol lachende tanden. Tot ene Scott E. Fahlman om 11.44 uur deze legendarische zinnen tikte:

‘I propose that (sic) the following character sequence for joke markers: 🙂 Read it sideways. Actually, it is probably more economical to mark things that are NOT jokes, given current trends. For this, use 🙁 ‘

Hoewel, legendarisch? Niemand die het op dat moment in de mot had, de toen 34-jarige Fahlman al zeker niet. Hij had een van de langste voorhoofden van zijn faculteit. Vulde zijn dagen met nadenken over artificiële intelligentie, niet met het verzinnen van dit soort ongein. Hij wiste zijn bericht over de joke markers en ging naar huis. Maar de 🙂 en de 🙁 zouden hem achtervolgen, meer dan hem lief was. Toen hij de volgende dag weer op de universiteit verscheen, bleek dat ze aan een kleine veroveringstocht begonnen waren. Eerst op zijn unief, later gingen ze zelfs op tournee over de hele de wereld – het internet was reisleider.

Zoals dat altijd gaat met grote uitvindingen eisten achteraf velen het vaderschap op. De 🙂 leek natuurlijk ook op de smiley, die gele button met het lachende gezicht die al veel eerder uitgevonden was. Maar Fahlman had als eerste de tekstvariant geschreven. Hoewel tientallen zatte nonkels het tegendeel beweerden, ze kwamen niet met een bewijs. Fahlman wel: in 2002 vonden computerarcheologen in oude back-ups van de Carnegie Mellon University het gewiste bericht van 19 september 1982 terug.

Niet dat het voor blijdschap zorgde ten huize Fahlman. Het leven van Scott is intussen een beetje een mop geworden, een waar hij zelf niet echt om kan lachen. Uit zijn koker zijn intussen baanbrekende theorieën gerold over artificiële intelligentie, semantische en neurale netwerken. En toch blijft iedereen hem al 30 jaar aanspreken over die twee emoticons, die hij in een opwelling getikt had om van het gezeur van zijn collega’s af te zijn. Het leven is soms 🙁 .

Stijn Tormans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content