Eric Goeman

Tax Freedom Day bedondert de publieke opinie

Eric Goeman Coördinator van het Financieel Actie Netwerk (FAN) en de Gentse Feesten-debatten en woordvoerder van de nationale actiecampagne 'Laat het grote geld niet ontsnappen'.

Het wordt tijd om Tax Freedom Day te beantwoorden met meer rechtvaardige fiscaliteit.

Op 31 mei organiseerden FAN (Financieel Actie Netwerk) en RJF (Réseau pour la Justice Fiscale) voor de derde keer een Tax Justice Day. Met deze dag van de fiscale rechtvaardigheid wilden beide netwerken waarvan zowel de drie grote vakbonden als enkele NGO’s zoals 11.11.11, Fairfin, Oxfam-Solidareit, BBL en sociale bewegingen zoals Attac Vlaanderen en LEF, maar ook LBC en KWB lid zijn, een tegengewicht bieden aan de Tax Freedom Day, die jaarlijks wordt gepropageerd door PricewaterhouseCoopers (PwC).

Tax Justice Day wil onderstrepen hoe belangrijk het wel is om belastingen te innen. Belastingen zijn een grote bron van inkomsten voor de overheid, die daarmee haar collectieve dienstverlening kan financieren, in het belang van de hele bevolking.

PwC heeft zijn hoofdkwartier in Amsterdam, dat een belastingparadijs voor tienduizenden bedrijven is, welbekend bij U2 en The Rolling Stones. Het is één van de ‘Big Four’ in de wereld van de grote accountants en belastingadviseurs. De andere drie zijn KPMG, Ernst & Young en Deloitte. PwC helpt ondernemingen om ‘duurzame fiscale efficiëntie’ te bereiken en ‘de aandeelhouderswaarde te vergroten’. PwC heeft wereldwijd 766 kantoren in 154 landen en 163.000 medewerkers in dienst. Niet onbelangrijk is dat 84 procent van hun klanten in de Fortune 500 staat, bijna allemaal grote fortuinen en multinationale ondernemingen. De PwC-business is goed voor een jaarlijkse omzet van meer dan 25 miljard dollar.

De specialisten van het bureau willen zo creatief mogelijk omspringen met de belastingen die hun klanten moeten betalen. Anders gezegd: ze willen alle wettelijke mogelijkheden en achterpoortjes, de mazen in de wet, gebruiken om zoveel mogelijk belastingen te ontwijken.

PwC probeert haar jaarlijkse boodschap te slijten via een ‘wetenschappelijke benadering’ (belastingdruk per land) maar heeft wel haar fiscale karretje gelinkt aan Tax Freedom Day, ontsproten in de VS uit de hoofdjes van de libertaire denktank Tax Foundation die al meer dan twee decennia een ideologische oorlog voert tegen overheid en belastingen vanuit een ultraliberale vrijheidsfilosofie: ‘Ik beslis wat ik met het geld doe dat ik verdien en niet een of andere overheid’. Uiteindelijk is het een vrijbrief om belastingen te ontwijken en zo weinig mogelijk bij te dragen aan het algemeen belang.

Daarom is de stelling van PwC ‘zolang werken voor de overheid en dan pas voor jezelf’ fundamenteel in hun boodschap naast hun mantra ‘de hoge belastingdruk’.

De eerste boodschap is vals, de tweede boodschap een leugen

Volgens PwC is ‘Tax Freedom Day’ de symbolische datum waarop de gemiddelde belastingplichtige niet langer voor de staatskas werkt maar voor eigen rekening begint te werken. In de meeste landen en zeker in België wordt het initiatief gebruikt om de hoge belastingdruk onder de aandacht te brengen.

PwC telt elk jaar alle belastingen en sociale bijdragen op die de Belgische overheid int. Dat bedrag wordt dan gedeeld door het bruto binnenlands product (BBP). Dat levert een bepaald percentage op en PwC leidt daaruit af dat de Belgen in 2013 tot 14 juni niets voor zichzelf verdienen. De inkomsten die ze verdienen tussen 1 januari en 14 juni, belanden in de vorm van belastingen en sociale bijdragen bij de overheid.

Rare jongens die Romeinen, maar de fiscale kronkels van PwC zijn niet alleen hallucinant, maar vooral vals. Vals omdat het de band doorknipt tussen belastingen en hetgeen de overheid financiert met belastinginkomsten. Er is niemand die eerst een half jaar voor de overheid werkt en daarna pas voor zichzelf. De meerderheid van de werknemers werken van 2 januari tot 31 december alle dagen zowel om voor zichzelf consumptiegoederen te kopen als om te kunnen genieten van de verworvenheden van de verzorgingsstaat via collectieve publieke dienstverlening. De verzorgingsstaat in het belang van allen wordt mogelijk gemaakt door fiscale herverdeling via een progressief belastingstelsel.

Maar de boodschap is ook een leugen. Alles op een hoop gooien en vergelijken met het nationale inkomen, verbergt de ongelijke verdeling onder de inkomens uit arbeid en tussen de inkomens uit arbeid en vermogen.

Zo worden inkomens uit arbeid zwaarder belast dan inkomens uit vennootschapswinst en nog veel zwaarder belast dan inkomens uit vermogen. PwC zwijgt in alle talen over deze ongelijke belastingdruk. Wanneer we het totale plaatje bekijken dan stellen we vast dat 53,9 procent van de fiscale inkomsten worden geput uit arbeidsinkomen en slechts 7,3 procent komt uit vermogen.

Arbeid wordt in België zwaar belast, kapitaal uit vermogen wordt bevoordeeld. Bedrijven moeten op hun winst 33,99 procent belastingen betalen. Maar door allerlei kortingen is het effectieve tarief vandaag nog amper gemiddeld 11,8 procent. Laten we duidelijk zijn: indien we nog een verzorgingsstaat, een sociaal model, hebben, dan is dat vooral te danken aan de economische en fiscale inspanningen van de werknemers, de gewone mensen die veel te hoge belastingen betalen omdat andere sociale groepen nauwelijks of geen fiscale bijdragen leveren.

De effectieve gemiddelde vennootschapsbelasting is in tien jaar tijd gehalveerd: van 20 procent in 2001 naar minder dan 10 procent in 2009. Dat blijkt zelfs uit een studie van denktank Itinera.

Dat intussen de grootste vermogens (10 procent van de rijksten beschikt over de helft van Belgische vermogen en de 10 rijkste Belgen hebben samen een vermogen van 32 miljard euro) gemiddeld 0,58 procent belastingen betalen (en volgens PwC-normen reeds hun Tax Freedom Day op 2 januari zouden kunnen vieren) ontgaat de wetenschappelijke onderzoekers van PwC volkomen.

Het zijn de werknemers die de hoogste belastingdruk ervaren met een gemiddelde van 28,1 procent. En indien we de sociale zekerheidsbijdragen van 27,3 procent erbij zouden tellen (hetgeen men vandaag ook als belastingen rekent) komen we aan 55,4 procent gemiddelde belastingdruk, hetgeen in PwC-ideologie zou resulteren in een Tax Freedom Day voor de modale belastingbetaler ongeveer midden juli.

Daarom mogen we inderdaad zeggen: ‘België is een belastingparadijs voor vermogens, kapitaal en grote vennootschappen, maar een fiscale hel voor werknemers, voor loon-en weddetrekkenden’.

Daarom is de boodschap van Tax Freedom Day ook pure ideologie: de strijd voor de afbraak van de overheid en van de sociale bescherming wordt jaarlijks op maat verpakt in een pleidooi voor minder belastingen, gemaskeerd als ‘belastinghervormingen’.

PwC vertegenwoordigt een vooruitgeschoven ideologische post van het neoliberalisme en in hun pleidooien weerklinkt steeds de roep om ‘minder belastingen, minder overheid, minder regulering’. Zij schragen de politieke boodschappen van het Amerikaanse conservatisme die zouden moeten uitmonden in ‘vrijheid voor het individu om te doen met zijn zuurverdiende centen wat hij of zij wil, geen fiscale overheidsbemoeienis, geen sociale herverdeling via progressieve fiscaliteit’…

PwC en zijn klanten willen géén overheid met veel middelen maar een zo groot mogelijke opeenstapeling van private rijkdom, hetgeen leidt tot publieke armoede aan de onderkant van de samenleving.

Zo komen we bij onze laatste maar niet onbelangrijkste vaststelling: PwC en Co. verdedigen niet alleen het plunderen van de publieke schatkist, het cement van onze sociale welvaart, maar organiseren ook de plundering zelf.

Zij adviseren hun rijke klanten met alle legale middelen die ruimschoots voorhanden zijn om het betalen van belastingen zoveel mogelijk te vermijden. Daarom is PwC ook kind aan huis in belastingparadijzen en offshorecentra. De belastingparadijzen zijn het zenuwcentrum van de financiële industrie dat het hart is van de kapitalistische economie. De banken en de fiscale adviesbureaus pompen het bloed uit de publieke schatkisten in de private ongereguleerde geldcirculatie, geholpen door de mondiale mobiliteit van kapitaal.

Als belastingen legaal of illegaal worden ontweken, wordt de overheid armer. En dat is bijzonder nadelig voor onze sociale welvaartsstaat. Zeg maar voor alle publieke voorzieningen die wij, onze ouders, grootouders, kinderen en kleinkinderen allemaal elke dag nodig hebben.

Bij PwC primeert het recht van de sterksten (en de rijksten) boven de solidariteit en boven een overheid die haar primaire taken zoals sociale bescherming en het leveren van goede publieke diensten aan iedereen kan uitvoeren. De vermogens en vennootschappen, ondersteund door de ideologische hetze tegen belastingen van PwC en altijd volmondig bijgetreden door de werkgeversorganisaties VBO en VOKA, ondergraven de overheid en daarmee ook de sociale en politieke democratie.

Het wordt dringend tijd dat de sterkste schouders het grootste aandeel in de prijs voor de beschaving betalen. Vandaag zijn het echter de werknemers die solidair zijn met de rijksten en meestvermogenden en telkens opnieuw de plundering van de publieke schatkist (via notionele interestaftrek, belastingontwijking, belastingontduiking, ‘creatief fiscaal beheer’, bankgeheim, ‘fiscale optimalisatie’, belastingparadijzen) moeten bijpassen na elke begrotingsronde.

De megalomane steenrijke New-Yorkse hotelmagnate Leona Helmsley had groot gelijk toen ze zei: ‘Only the little people pay taxes’.

Belastingen: een sociale strijd voor rechtvaardige fiscale herverdeling

Het wordt tijd om de jaarlijkse brutale aanvallen van PwC over de hoge belastingdruk te beantwoorden met meer rechtvaardige fiscaliteit, zoals een vermogenskadaster en vermogensbelasting, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het vooral de werkende mensen zijn die het cement van de publieke welvaart gieten, waarop de vermogenden en vennootschappen hun rijkdom bij elkaar kunnen verdienen. Omdat een andere fiscaliteit moet.

Eric Goeman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content