Tashkent

Het MIR-winkelcentrum in Tashkent heeft op westerse leest geschoeide mode en design in huis. Maar dat werkt hier niet zo. Dit is Azie. Hier zijn het de bazaars die volk trekken. Veel volk.

Het is bewolkt en er hangt veel opgewaaid stof in de lucht. Wachtend op het perron van Samarkant-Centraal, breekt de hemel open. Het is een goede dag om te reizen.

De express van Buchara naar Tashkent moet qua uitzicht en comfort niet onderdoen voor onze Belgische treinen. Maar daar houdt de vergelijking op. Net voor we vertrekken, springen tientallen vrouwen aan boord met stapels ronde broden om hongerige reizigers te voorzien. De trein lijkt even op een bazaar.

Eenmaal het station uit, flitsen onvermijdelijk de TV-schermen in de wagon aan. Eerst een bombastisch live-concert van een Russische would-be Britney Spears, dan een totaal debiele stand-up comedyshow van een geplastronneerd heerschap, moeten de reizigers bezig houden.

Na een uur stopt de trein halverwege twee stations. Technisch probleem. De comedyshow wordt een tweede keer vertoond. Help.

In Tashkent wijst een verveelde agent de weg naar een nieuw hotel dat de spoorwegen toebehoort. Een kraaknette suite met bad en aparte slaapkamer kost een luttele 25 dollar in Hotel Vagzal. De agent vraagt 5000 sum, zo’n vier dollar, voor bewezen diensten. “Spasiba”, zegt Anja, en sluit kordaat de deur voor zijn neus.

De storm is gaan liggen. Net voor de avond valt, kleurt de hemel boven Tashkent dramatisch donkergeel.

Tashkent was een van de grootste steden van de Sovjet-Unie. Daar hoort een uitgebreid en prestigieus metrostelsel bij. De stations zijn balzalen, met kroonluchters, veel marmer en knappe socialistische bas-reliefs.

Agenten met metaaldetectoren voeren steekproeven uit bovenaan de roltrappen. Dat bij buitenlanders meer te rapen valt, is geweten. We hebben prijs. Net op het moment dat onze paspoorten in de Chinese ambassade liggen voor een visumaanvraag.

In een vuil kamertje uit het zicht van de passage, moeten we onze zakken leeg maken. “No dollar?”, vraagt de agent enigzins verbaasd wanneer hij enkel sums aantreft in onze portefeuille. We mogen gaan.

Ondanks zijn proporties is Tashkent een kalme stad die een weinig hoofdstedelijke indruk nalaat. Rond het Onafhankelijkheidsplein, het politieke hart van het land, patrouilleren meer uniformen dan dat er burgers passeren.

De nabijgelegen winkelwandelstraat Sayilgoh, bekender onder zijn hippe naam “Broadway”, is het terrein van werkloze karikatuur- en portrettekenaars. De achterliggende kunstmarkt heeft alles te koop van Oezbeekse stadslandschappen met impressionistische toets, tot kitch-taferelen met naakte vrouwen, paarden en dolfijnen. Twee toeristen gaan met het enige portret van Lenin aan de haal.

Het MIR-winkelcentrum heeft op westerse leest geschoeide mode en design in huis. Maar dat werkt hier niet zo. Dit is Azie. Hier zijn het de bazaars die volk trekken. Veel volk.

Kebab etend op een terras in de Ippodrom-bazar, worden we geen halve minuut met rust gelaten. “Of we geen sokken, wasspelden of kapstokken nodig hebben?”, wil de ene na de andere venter weten.

Zondag is de drukste dag. Op sommige plekken is er geen doorkomen aan. Hier kom je niet “funshoppen”. Hier koop je wat je nodig hebt, om vervolgens te verdwijnen.

Corsu bazar in de oude stad is draaglijker om door te kuieren. Onder een reusachtige UFO ligt droge voeding uitgestald in zakken en op hopen. De verkopers zijn moe. Het is al middag.

Bazars en omgeving zijn doorgaans conservatieve oorden, waar relatief meer gesluierde vrouwen rond lopen dan elders in de stad. Vlakbij Corsu bazaar ligt de Kukeldash madrassah, een van de drie functionerende koranscholen in Oezbekistan.

Met financiele steun uit Saoedi-Arabie krijgen 180 studenten hier een religieuze opleiding. Bezoekers zijn welkom. Maar als ik even de Arabische les binnen glip, komt de verantwoordelijke me onmiddellijk weg halen. Islam en Oezbekistan is een problematische combinatie.

“Waarom zwijgen de minaretten in dit land?”, vraag ik de man. Hij durft of kan niet antwoorden. “Maar toch bidden veel mensen”, klinkt het ontwijkend.

’s Avonds lopen we over Broadway. Opvallend veel opgedirkte jongeren gaan de Zarafshan Konsert Zali binnen. We kopen ook een ticket en laten ons verrassen.

De zaal zit boordevol pubers, en mama’s en papa’s. Sommigen hebben spandoeken bij, met namen er op.

Wanneer het gordijn open schuift, verschijnen er twintig meiden met een geforceerde glimlach ten tonele. Ze dragen allemaal een nummer op de schouder. We zijn op een miss-verkiezing beland.

De meisjes paraderen met ingestudeerde pasjes in zomer- en avondkledij, en moeten ook iets “creatiefs” doen. Sommigen denken te kunnen zingen, anderen doen een dansje. En voor wie echt niets kan, biedt play-back een uitweg.

Een schaars geklede vamp die denkt in een striptease-bar te werken, wordt door de jury vroegtijdig gestopt met een streng “Spasiba!” Er zijn kinderen in de zaal.

Een ander meisje mag haar braaf hiphop-dansje, op expliciete teksten van het kaliber “Suck my dick bitch!” wel afmaken. De kennis van de Engelse taal is, zelfs bij de jeugd, erg miniem. De mama’s en de papa’s klappen vrolijk mee in de maat van de beats.

“Ik wil psycholoog, filosoof of journalist worden”, zegt een blondje met een teddybeer onder de arm, tijdens het vragenrondje.

Het kroontje gaat uiteindelijk naar een graatmager meisje met een Barbie-gezichtje. Miss Tashkent 2007 krijgt een DVD-speler cadeau. Gefeliciteerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content