Het mag niemand verrassen dat procureur des Konings Michel Bourlet van Neufchâteau in zijn eindvordering in het Dutroux-onderzoek aan de raadkamer vraagt zoveel mogelijk verdachten naar het hof van assisen te sturen. Wel bouwt Bourlet zijn stelling af als zouden de ontvoeringen, het misbruik en de moord van de meisjes toe te schrijven zijn aan een groter netwerk dan dat van Marc Dutroux, z’n vrouw Michelle Martin, z’n kompaan Michel Lelièvre en z’n vermoorde handlanger Bernard Weinstein. De procureur vraagt uiteraard aan de raadkamer dat zij de drie overlevende bendeleden naar assisen zou verwijzen. En hij wil er ook schroothandelaar Gérard Pinon bij omdat Dutroux beweert dat die hem heeft geholpen om Weinstein levend te begraven.

Maar als procureur Bourlet ook Michel Nihoul voor assisen wil, dan is het niet wegens de hem zo vaak toegeschreven rol in de verdwijningszaken van de zes meisjes of de moord op Weinstein. Nee, Bourlet wil Nihoul voor assisen omdat de mogelijke slachtoffers van elf mislukte pogingen tot ontvoering, die dateren van voor de affaire-Dutroux (na het losbarsten ervan in de media) Dutroux, Lelièvre en/of Nihoul meenden te herkennen als mogelijke daders. Dat er in deze dossiers geen andere bewijzen zijn voor deze aantijgingen, maakt voor de procureur niets uit. Verder wil hij Nihoul ook nog naar assisen omdat die XTC-pillen aan Lelièvre zou hebben geleverd, daags na de ontvoering van Laetitia. Wat overigens door Nihoul wordt ontkend.

Zo denkt procureur Bourlet, in tegenstelling tot onderzoeksrechter Jacques Langlois, wel van een ‘polycrimineel netwerk’ te kunnen spreken. Daarin was Dutroux dan verantwoordelijk voor de ontvoeringen en de opsluiting van de zes meisjes, terwijl Nihoul instond voor drugs-, auto- en mensenhandel. De procureur vraagt dat het hof van assisen beide delen van dit zogeheten netwerk zou behandelen.

Anderzijds kan Bourlet blijkbaar niet anders dan aan de raadkamer de buitenvervolgingstelling te vragen van Annie Bouty (de vroegere vriendin van Nihoul), Marlène Decockere (Nihouls partner), Claude Thirault (Dutroux’ manusje van alles), ‘de Griek’ Michael Diakostavrianos en van Georges Zicot, de speurder van de toenmalige gerechtelijke politie bij het parket van Charleroi die er, ook door de Commissie-Dutroux, van verdacht werd Dutroux en de zijnen te beschermen. Zo resten er procureur Bourlet nu vijf van de tien verdachten (of hoeveel waren het er?) die in de beruchte zomer van 1996 mede door zijn toedoen en door toenmalig onderzoeksrechter Jean-Marc Connerotte werden gearresteerd.

Het is nu aan de voorzitter van de raadkamer in Neufchâteau om te beslissen of hij de vordering van de procureur volgt. Daarna moet het parket-generaal in Luik uitmaken of het Bourlets vordering zomaar kan overnemen in de Kamer van Inbeschuldigingstelling. En uiteindelijk beslissen de drie raadsheren in die Kamer wie volgend jaar in Aarlen voor assisen zal terechtstaan. Dan zal de volksjury op zijn beurt het onderscheid moeten maken tussen verzinsels, vermoedens, aantijgingen, aanwijzingen en bewijzen.

Frank De Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content