Hoe praat je met je kind over terreur?

VADER EN ZOON 'Je mag tonen dat je ongerust bent, maar benadruk dat je je kind altijd zult beschermen.'

‘Zij hebben misschien pistolen, maar wij hebben bloemen.’ Het aandoenlijke filmpje waarin een Franse vader de angst bij zijn ongeruste kleuter wegneemt, werd 16 miljoen keer bekeken. Een schoolvoorbeeld van hoe het moet, zegt kinderpsychiater Lieve Swinnen.

Die dag de place de la République in Parijs:

‘Maar er zijn slechte mensen, papa.’

‘Ja, maar slechte mensen zijn er overal.’

‘Zij hebben pistolen en ze kunnen ons neerschieten. Want ze zijn echt heel slecht, papa.’

‘Het is oké. Zij hebben misschien pistolen, maar wij hebben bloemen.’

‘Maar bloemen doen toch niets? Die zijn er om…’

‘Om de pistolen te bestrijden.’

‘Om te beschermen?’

‘Precies.’

Het filmpje uit Le Petit Journal van Canal+ waarin de Franse Angel Le zijn zoontje geruststelt nabij de met bloemen en kaarsen bezaaide herdenkingsplaats aan de place de la République in Parijs ging vorige week de wereld rond. Omdat het zo aandoenlijk was, maar ook omdat het een antwoord geeft op een vraag waar velen momenteel mee zitten: hoe praat je met je kinderen over Parijs en de aanhoudende terreurdreiging? ‘Die vader pakt het perfect aan’, zegt kinder- en jeugdpsychiater Lieve Swinnen. ‘Om te beginnen ontkent hij niets. Hij geeft toe dat er slechte mensen zijn, en hij probeert ook de aandacht niet af te leiden. Hij geeft zijn zoon een eerlijk antwoord, met een taal en een beeldspraak die het kind kan vatten. Dan countert hij het negatieve met een verhaal van hoop, hij gebruikt de bloemen om uit te leggen dat er nog veel goeds is in de wereld. En ten slotte laat hij zijn zoontje er een eigen, bevattelijk verhaal van maken: ‘Dus die bloemen beschermen ons?’ Kinderen vullen heel veel zelf in als je hen de ruimte geeft.’

U vindt het niet naïef, ‘zij hebben pistolen, maar wij hebben bloemen’?

LIEVESWINNEN: Ik geef toe dat ik het ook heel even dacht. Maar bij kleuters blijf je het best dicht bij de realiteit zoals zij ze beleven, hier en nu. Die vader wijst op wat het kind kan zien: de bloemen en de kaarsen. Benadruk zeker ook dat mama en papa altijd in de buurt zullen zijn om hen te beschermen. Dat is een tastbaar houvast.

Vanaf welke leeftijd mag je concreter worden in wat je aan je kinderen vertelt?

SWINNEN: Vanaf negen jaar beginnen kinderen abstracter te denken. Dan leren ze vooruit en achteruit te kijken en kun je zaken in een bredere context plaatsen. Waar een kleuter louter in termen van ‘slechte mensen’ denkt, kan een negenjarige ‘een terrorist’ al plaatsen, of ‘oorlog’. Sommige volwassenen hebben het nu over een derde wereldoorlog, en uiteraard sijpelt dat bij hen door. Dan moet je je kind wél vertellen dat er morgen geen bommen zullen vallen, zoals ze dat op tv hebben gezien.

Moet je als ouder je angst en ongerustheid verstoppen?

SWINNEN: Het is belangrijk je gevoelens te tonen aan je kinderen. Je mag zeker duidelijk maken dat dit je raakt, en dat je ook niet weet wat de nabije toekomst zal brengen. Maar doe het rustig: kinderen hebben er niets aan om hun ouders helemaal overstuur te zien. En benadruk zeker dat je vertrouwen hebt dat alles in orde zal komen.

Moeten we kinderen beschermen tegen de overdaad aan nieuws?

SWINNEN: Een kind kan te veel ongefilterde informatie krijgen. Dan kun je beter naar het Jeugdjournaal kijken, dat zonder iets te verzwijgen de feiten op een verteerbare manier vertelt. Maar als ouder kun je dat doorgaans goed inschatten, gevoelige kinderen hou je het best weg van nieuwsuitzendingen. En als je toch kijkt, kijk dan samen. Dan kun je meteen hun vragen beantwoorden.

Wie neemt het initiatief in zo’n gesprek? Wacht je tot je kind er zelf over begint?

SWINNEN: Forceer niets. Maar je vindt genoeg aanleidingen: het journaal, de krant op tafel, de minuut stilte op school… Vraag ze gerust hoe ze erover denken. En dan merk je vanzelf in welke mate je kind daarmee bezig is. Als het er erg mee zit, zal het zelf wel met vragen komen.

De terreurdreiging blijft duren. Ouders moeten niet alleen uitleggen wat er in Parijs is gebeurd, maar ook waarom de school is gesloten, of de intrede van de Sint niet doorgaat.

SWINNEN: Het gaat inderdaad verder dan één horrornacht in Parijs. Het onveiligheidsgevoel houdt aan, ook bij kinderen. Je kunt dat niet helemaal wegnemen, maar een warme thuis, het gevoel dat ze ergens terechtkunnen, helpt veel. Hun gevoel van onaantastbaarheid – ‘Ons kan niets gebeuren’ – kan eronder lijden, maar zodra de dreiging weer afneemt, herstelt dat ook snel.

Onderschat bovendien niet wat lagereschoolkinderen al gezien hebben. Onze kinderen zijn niet naïef. De hoofdredactrice van Mediaopvoeding.nl vertelde me onlangs nog hoe de helft al gewelddadige filmpjes, zoals onthoofdingen, via de sociale media had gezien. Het is niet alsof ze nu voor het eerst met geweld geconfronteerd worden.

Maar blijf praten, ook met oudere kinderen, want ze zullen hun angst niet altijd spontaan laten zien. Zeker omdat pubers sterk vanuit de buik reageren, ze hebben de neiging om alles zwart-wit te bekijken.

DOOR KRISTOF DALLE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content