Zwitserse tests bewezen: skeelers botsen met een kracht die 25 keer groter is dan die van voetgangers.

Wie zich in België op snelle inline-skates door het verkeer beweegt, is volgens de wet een voetganger. In de praktijk is het trottoir net dat gedeelte van de openbare weg dat de snelschaatser met de wieltjes op één lijn, het minst aanlokt. Vele voetpaden liggen er slecht tot zeer slecht bij. Ze zijn bovendien rijkelijk beplant met elektriciteitskasten, glascontainers, levensgrote reclameborden en verkeersborden en wegwijzers.

Los van dat hinderend straatmeubilair worden de voetpaden ook nog eens bevolkt door onvoorspelbare kinderen en schrikgevoelige bejaarden. Kortom, het trottoir is niet echt een oord om u enigszins comfortabel tegen 25 kilometer per uur voort te bewegen en ook de voetgangers worden daar niet vrolijker van. Blijven over: het fietspad of de rijweg. Een mooi uitgestreken asfalt vormt een perfecte ondergrond voor een avond blokje-om met de vrienden of voor een snelle en milieuvriendelijke verplaatsing. Omdat skaters voetgangers zijn, zouden ze in principe tegen de rijrichting moeten rijden, maar daarvoor bedankt elke ietwat ervaren skeeler.

Fietspaden kunnen door klassieke tweewielers en veelwielige schaatsers worden gedeeld. Als het om meer dan een rage zou gaan, levert het inline-skeelen zelfs bijkomende argumenten voor de aanleg van degelijke fietspaden naar Nederlands voorbeeld. Het gaat dan over brede, goed beschermde wegen voor de slimme weggebruikers die de auto op stal houden. Een skater op snelheid heeft evenveel ruimte nodig als een racende fietser. Op de meeste Vlaamse fietspaden is daarvoor geen plaats.

De levensgevaarlijke, slechts met een streepje verf afgebakende suggestiestroken – in onze streken verkeerdelijk fietspad genoemd – komen daarvoor al helemaal niet in aanmerking. Aangepaste infrastructuur kan de veiligheid van de skeeler dus verhogen. Dat is nodig, want verzekeraar Winterthur en de Duitse expertenorganisatie Dekra besloten na tests in het Zwitserse Wildhaus dat de schaatsende medemens erg kwetsbaar is. Winterthur en Dekra pleiten ervoor om skaters ook wettelijk op de fietspaden toe te laten.

SKEELERS MOETEN LEREN REMMEN

Een ongeval met een skeeler is niet vergelijkbaar met dat van een voetganger. Skeelers zijn veel sneller en bevinden zich ook hoger boven de weg. Dat is het belangrijkste besluit uit de drie tests, waarbij de Zwitserse en Duitse ongevaldeskundigen een schaatser eerst op een fiets met fietskar, en vervolgens zijdelings en frontaal op een auto liet botsen. Volgens de experts moeten de ongevallen met skeelers anders worden geanalyseerd.

Omdat ze aantoonden dat de gevolgen heel anders zijn dan bij een aanrijding met een voetganger, pleiten de deskundigen voor aparte statistieken. Nu verdwijnen de skeelers in het cijfermateriaal over de voetgangers. Ten onrechte, want eigen onderzoek van het Zwitserse adviesbureau voor ongevalpreventie (BFU) leert dat skeelen de op één na gevaarlijkste sport is. Het BFU registreerde in 1996 ongeveer 60.000 ongevallen. Alleen voetbal (70.000) doet het slechter. Skiën komt, in Zwitserland, dicht in de buurt (52.000).

Zelfs als een automobilist de snelheid in de bebouwde kom respecteert, kan hij bij een botsing een skeeler dodelijk verwonden. Rijders halen met hun kleine wieltjes zonder veel moeite snelheden van 20 à 25 km per uur. Dat is vier, vijf keer sneller dan een voetganger. Het grote probleem is dat skeelers veel tijd nodig hebben om te remmen (zie grafiek). Ervaren rijders proberen het gevaar te ontlopen door snelle uitwijkmanoeuvres of desnoods door een halve draai te maken. Maar dat is niet altijd mogelijk en minder geoefende lui kunnen hoe dan ook niet remmen of uitwijken en dus geen val of botsing vermijden.

Anton Brunner is verantwoordelijk voor het ongevallenonderzoek van Winterthur. Hij wil dat skeelers, voor ze op de baan komen, eerst behoorlijk leren rijden, uitwijken en bochten nemen. Ze moeten, vooral, leren remmen. Ook in noodsituaties. Schaatsers zouden voorts behoorlijke bescherming aan knieën, ellebogen en polsen moeten dragen. De valhelm ziet Brunner als noodzakelijk. Skeelers komen niet alleen in botsing met andere weggebruikers. Het verplichten van de helm is verantwoord omdat schaatsers, anders dan fietsers, dikwijls vallen als er niemand anders in de buurt is. In Duitsland bewegen er al negen miljoen mensen zich af en toe voort op de kleine wieltjes. Ruim 3,5 miljoen Duitsers gebruikt zijn schaats regelmatig. Amper één op vijf draagt een helm.

Het kantonale ziekenhuis van het Zwitserse stadje Winterthur registreerde in één jaar tijd 66 ongevallen met inline-skaters. In meer dan negentig procent van de gevallen lag de schuld bij de schaatser. Breuken aan de onderarm en de pols komen het meeste voor, gevolgd door schedelkwetsuren. Negen op tien van de gekwetsten droeg geen helm. Bij de zware ongevallen bedroeg de arbeidsongeschiktheid gemiddeld 41 dagen.

Met hun kennis willen Winterthur en Dekra de skeelers tot meer voorzichtigheid aanmanen – en zo de verzekeringskosten drukken. Een handboek met de resultaten van de ongevallensimulaties moet ook rechters en advocaten helpen bij de vastlegging van de schuldvraag. Nu wordt de snelheid van de auto dikwijls overschat – omdat de snelheid van de schaatser wordt onderschat. Op termijn zouden de skeelers ook beter kunnen worden verzekerd. Vanzelfsprekend.

P.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content