Les maîtres penseurs bewieroken elkaar

Al decennia staan de ‘nieuwe’ Franse filosofen in de belangstelling. Bernard-Henri Lévy is nog altijd nummer één.

Tot de selecte Franse club van ‘maîtres penseurs’ behoren mannen als André Glucksmann, Alain Finkielkraut, Bernard-Henri Lévy, Jacques Attali en Alain Minc. Ze werden de nieuwe filosofen genoemd omdat ze na de roerige jaren zestig afscheid namen van het communisme, van de ideologieën en van Sartre, ooit het boegbeeld van de Franse intellectuele linkerzijde.

Een van hen, Alain Minc, heeft nu bij Grasset ‘Une histoire politique des intellectuels’ gepubliceerd, een geschiedenis van Voltaire tot Bourdieu, van madame de Staël tot het internet. In zijn ambitieuze overzicht zwaait Minc ook de lof van zijn collega Bernard-Henri Lévy, omdat die in zijn hele denkende loopbaan geen enkele intellectuele of politieke fout gemaakt zou hebben. Net als Minc zelf is Lévy nochtans een ex-maoïst. In ‘De la guerre en philosophie’ was BHL, zoals Bernard-Henri Lévy wordt afgekort, in de val van een schrijver getrapt die ‘La vie sexuelle d’Emmanuel Kant’ geschreven zou hebben. Lévy had dat werk heel serieus genomen, maar de auteur ervan, de schrijver Jean-Baptiste Botul, bleek niet eens te bestaan. Het seksuele leven van Kant was het hersenspinsel van een grapjas.

Wel waar is dat volgens de ranking van het Franse tijdschrift ‘Marianne’ Bernard-Henri Lévy de beroemdste Franse intellectueel blijft, nog voor Elisabeth Badinter. Ook Alain Minc is op die lijst goed geplaatst, al beweert Minc van zichzelf dat hij een waardeloze intellectueel (‘intellectuel de pacotille’) is die nog geen enkel werk van betekenis geschreven heeft. Misschien alludeert Minc op het feit dat hij in 2001 werd veroordeeld tot zowat 15.000 euro boete omdat zijn boek ‘Spinoza, un roman juif’ gedeeltelijk was overschreven uit de studie ‘Spinoza, le masque de la sagesse’ van Patrick Rödel.

Lévy is een man, Badinter een vrouw. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze onwaarschijnlijk rijk werden dankzij een erfenis. De feministe Elisabeth Badinter is verder de belangrijkste aandeelhoudster van het publiciteitsconcern ‘Publicis’, waarvan geweten is dat het vaak seksistische reclame maakt. Badinter zelf staat bekend als een strijdbare intellectuele vrouw die sedert ‘L’Amour en plus: histoire de l’amour maternel’ (1980) in al haar geschriften opkomt voor de feminiene belangen. Maar Badinter werkt ook voor Berlusconi’s tv-productiefirma Endemol, die in Frankrijk missverkiezingen en verder ‘La ferme célébrités’, een van de platste realityshows, realiseert. De feministische filosofe Badinter is voorzitter van de ethische commissie van de Franse tak van Endemol.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content