Nieuwbakken artistiek leider Kathryn Bennetts over haar plannen met het Koninklijk Ballet van Vlaanderen.

www.koninklijkballetvanvlaanderen.be en 03 234 34 38.

Het Koninklijk Ballet van Vlaanderen heeft niet bepaald een kwalijke reputatie, maar is te onbekend bij het deel van het danspubliek in onze contreien dat alleen hedendaagse dans op de voet volgt. Vanaf volgend seizoen moet dat veranderen, want de Australische Kathryn Bennetts neemt het artistieke roer over van Robert Denvers. Ze laat zich daarin bijstaan door Jan Nuyts, die vroeger bij het Ballet danste en nadien zijn sporen verdiende als danspedagoog bij het Nederlands Dans Theater, het Ballet van de XXste Eeuw en het San Fransico Ballet. Bennetts zelf brengt haar grote reputatie mee en zal ongetwijfeld een bruggenbouwer in het Vlaamse danslandschap worden. Ze werkte gedurende vijftien jaar als assistente aan de zijde van William Forsythe.

Dat moet zijn sporen hebben nagelaten?

KATHRYN BENNETTS: Ik heb hem voor het eerst ontmoet bij het Stuttgart Ballett, waar we nog samen gedanst hebben. En ik kijk vooral met veel voldoening terug naar de tijd bij het Ballett Frankfurt. Forsythe wist mij en het hele gezelschap dagelijks te fascineren. Hij is een klassiek danser van opleiding en gebruikt het klassieke vocabularium om zijn eigen danstaal te ontwikkelen. En die is niet eenvoudig over te dragen op dansers die er niet mee vertrouwd zijn. Dat wordt dus een grote uitdaging voor ons gezelschap, dat volgend seizoen zijn Impressing the Czar brengt, want Forsythe heeft voor het eerst de rechten toegekend aan een ander gezelschap. In Impressing the Czar gebruikt hij de dans om over het medium zelf na te denken. Het is een abstract, fascinerend ballet in drie delen, zonder verhaallijn. En toch kun je er de geschiedenis van de westerse beschaving in zien. Er zit duidelijk humor in.

U hebt het werk van Forsythe als danspedagoog onderwezen bij het ballet van de Opéra National in Parijs, bij het Royal Ballett en het Kirov Ballet. Hoe kon u zo’n ingewikkelde danstaal vertalen?

BENNETTS: Het ging niet om zijn recentste werk, dat misschien alleen maar uitvoerbaar is met zijn eigen dansers, die zijn vocabularium door en door kennen. Zijn vroegere werk is klassieker. Ook voor Forsythe zelf wordt het nu niet gemakkelijker, aangezien het Ballett Frankfurt vorig jaar opgeheven werd en hij op zoek moest naar een nieuwe structuur.

Wat was uw eerste indruk van de dansers van het Ballet van Vlaanderen?

BENNETTS: Dat ze een heel open geest hebben. En dat is evenveel waard als hun technische kwaliteiten, die ze zeker bezitten en waarvoor ze ook geprezen worden in het buitenland. Toch zijn ze er nog te weinig bekend. Sommige programmatoren hebben de laatste jaren het contact verloren.

Het is belangrijk dat ik iedereen kan leren kennen. Maar het ligt voor de hand dat sommigen het gezelschap zullen verlaten en dat er nieuwe dansers in de plaats zullen komen. Het moet immers klikken. Er komt wel een jonge danseres mee uit het gezelschap van William Forsythe, maar ik sleur geen halve nieuwe groep mee. De positie van Aysem Sunal, een van de principals die het gezelschap verlaat, is natuurlijk erg gegeerd, maar voorlopig vul ik die niet in. Al zal ik er ook weer niet te lang mee wachten.

De Vlaamse hedendaagse dans heeft naam en faam. Heb je contact met de choreografen?

BENNETTS: Ik heb onder anderen met Anne Teresa De Keersmaeker gepraat over een eventuele samenwerking in de toekomst. Dat zal ook wel gebeuren, maar het heeft nog geen concrete vorm gekregen. Hier gaapt er nog een grote kloof tussen klassieke en hedendaagse dans. In andere landen is die zo groot niet. Het feit dat dit gezelschap ‘ballet’ heet, bezorgt het een te eenzijdig beeld bij het danspubliek. Vandaag kan een dansgezelschap als het onze veel verschillende stijlen aan. Het publiek dat de laatste jaren alleen maar hedendaagse dans zag, miste eigenlijk een hele evolutie in de balletwereld. Ik wil die lacune graag opvullen. We brengen op het eind van volgend seizoen Sleeping beauty, het klassieke sprookjesballet dat Marius Petipa in 1890 creëerde. Het is een goed voorbeeld van de uitzonderlijke complexiteit van het klassieke ballet op het einde van de negentiende eeuw. Virtuoze dans wordt verenigd met verfijnde karaktertekening. We brengen neoklassiek werk, met Perfect gems, een gemengd programma met choreografieën van George Balanchine en Jerome Robbins. In Theme and Variations brengt Balanchine een hommage aan de traditie van het keizerlijke ballet in Rusland en aan de techniek van het klassieke ballet op muziek van Tsjaikovski. Jerome Robbins visualiseerde de Nocturnes van Chopin prachtig in In the night. Ook de dansers hebben op dit moment die verschillende stijlen nodig. Het voedt hen. En ik zal in de toekomst met verschillende choreografen blijven werken, want dat zorgt voor zuurstof in het gezelschap. Ik wil een inspirerende omgeving scheppen. Daarom kies ik nauwkeurig de mensen die met onze dansers werken. Zij moeten omringd worden door interessante mensen die iets te vertellen hebben. Dans is meer dan drill. Een goede choreograaf laat de dansers nadenken, zodat ze beseffen wat ze doen. De dansers van het Ballet van Vlaanderen kunnen dat zeker aan.

Het gezelschap zal een levendige structuur worden.

BENNETTS: Zeker. Ballet is een levende kunstvorm, niet een voortdurende herhaling van wat al lang bestaat. Daarom organiseren we een internationaal project: we willen volgend seizoen nieuw werk van jonge choreografen brengen. Op basis van ingezonden video’s zal een jury, die we samenstellen uit artiesten uit verschillende landen, de opdracht geven aan vijf choreografen om een nieuw werk van ongeveer een kwartier te creëren. Daarvoor zal elke choreograaf in maart en april samenwerken met zes tot acht dansers van het Ballet. We zullen de vijf creaties in één programma presenteren, dat in Theater ’t Eilandje en in het Kaaitheater te zien zal zijn. Op die manier gaan we op zoek naar nieuw talent en krijgen onze dansers een andere input.

Gaat jullie aandacht ook uit naar de muzikale uitvoeringen?

BENNETTS: In elk geval. Als we de mogelijkheid hebben, willen we graag live-uitvoeringen. Voor Perfect gems doen we al een beroep op het Symfonieorkest Vlaanderen. Irine Russo, een jonge, getalenteerde concertpianiste die in Antwerpen woont, zal Chopin spelen. Voor Sleeping beauty zal de Filharmonie ons live begeleiden. Livemuziek zal heel wat producties ten goede komen.

Moet de jeugd warm gemaakt worden voor jullie producties?

BENNETTS: Natuurlijk. In het verleden is die te veel verwaarloosd. Het publiek, ook de volwassenen, zal inleidingen kunnen bijwonen of een rondleiding achter de schermen krijgen. Jan Nuyts zal workshops geven voor jonge dansers vanaf zestien jaar. We willen een open huis zijn, en scholen bij onze werking betrekken. Volgens mij heeft het niet altijd zin om jongeren in schoolverband een hele voorstelling te laten uitzitten. We willen eerder fragmenten laten zien en er met hen over discussiëren, hen een repetitie laten bijwonen of hen meenemen naar het kostuumatelier. Zo krijgen ze wellicht een betere kijk op hoe alles werkt. We moeten uitkijken of we verliezen een hele generatie, niet alleen in het ballet, maar in alle kunstdisciplines. Een hele generatie dreigt zich er te weinig bewust van te zijn hoe kunst je leven kan verrijken. Jongeren hebben zeker een basisinstinct voor dans. Het maakt deel uit van hun leefwereld. Maar het moet aantrekkelijk voorgesteld worden en ze moeten er aan kunnen deelnemen. We mogen de jongeren zeker niet uit het oog verliezen, want zij vormen het publiek van de toekomst.

Vindt u, als tegenvoeter die de halve wereld afreisde, Antwerpen een interessante werkplek?

BENNETTS: Het is een inspirerende stad met een bruisend cultureel leven. Er heerst een soort gemeenschapsgevoel binnen de culturele wereld. Het is fantastisch om te zien wat deSingel in Antwerpen allemaal programmeert. Een dansliefhebber komt hier zeker aan zijn trekken.

Voor vele artiesten blijft de plek waar ze geboren zijn een inspiratiebron. Blijft Australië aan u trekken?

BENNETTS: Ik ben ondertussen langer in Europa dan ik in Australië gewoond heb. Ik heb er natuurlijk familie. En als die wat ouder wordt, overvallen je wel eens gevoelens van nostalgie. Maar ik voel me meer verwant met de Europese manier van denken en leven. Toch keer ik nog regelmatig naar mijn thuisland terug. Momenteel is daar trouwens een interessante dansscene.

Heeft een Vlaamse danser typische kenmerken, of vervallen we dan in clichés?

BENNETTS: Je kunt inderdaad de roots van een danser herkennen. In een internationaal dansgezelschap kan ik meestal raden uit welk land een danser afkomstig is. Het is alsof je elementen van de Spaanse overheersing in de Vlaamse dansers kunt herkennen: ze zijn passioneel en volhardend. Ze hebben iets zelfbewusts.

Wat is het belang van ballet in de wereld vandaag?

BENNETTS: Er gebeuren zoveel oppervlakkige dingen tegenwoordig. Een goeie balletvoorstelling neemt je mee in een hier-en-nu-moment naar een andere wereld. En dat gebeurt op een rechtstreekse manier, niet via beeldschermen. Je moet niet te veel uitleggen waarover een voorstelling gaat. Dans is erg menselijk, instinctief. Zoiets zien gebeuren, is bijna een tribale, rituele gebeurtenis.’

Paul Demets

‘We moeten uitkijken of we verliezen een hele generatie, niet alleen in het ballet, maar in alle kunstdisciplines.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content