BRUSSEL BINNENSTEBUITEN. Elf Belgische fotografen ontdekken de hoofdstad

Het multiculturele aspect van Brussel is gesneden brood voor fotojournalisten met een behoorlijke staat van dienst in de binnen- en buitenlandse pers.

Deze tentoonstelling is het eerste project van het in 2008 opgerichte collectief Nadaar, een groep, stuk voor stuk, gerenommeerde jonge fotografen die in de betere dag- en weekbladen publiceren en allemaal verscheidene prestigieuze prijzen behaalden. Jan Locus, Dieter Telemans, Tim Dirven, Eric de Mindt en Nick Hannes zijn allang geen onbekenden meer en hun interesses gingen in vele gevallen uit naar buitenlandse moeilijke onderwerpen. Voor dit project trokken zij ook Jimmy Kets, een pas ontloken talent Wim Knapen en vier Franstalige collega’s aan. Hun bedoeling was een fotografische verkenning van de vele werelden die samen de enorme diversiteit van Brussel vormen, gaande van de toeristen en de pendelaars over de eurocraten tot de daklozen, de migranten en, uiteraard, ook de autochtonen. Ze hebben, in onderlinge afspraak, elk één sociologisch segment van de stad geselecteerd en die doorsnede wordt nu getoond in de rechtervleugel van het Koninklijk Paleis, het BELvue Museum. Oorspronkelijk was het de bedoeling om de foto’s op groot formaat in het Warandepark en andere openbare ruimten te tonen. Maar dat bleek, om diverse redenen, niet te kunnen of te mogen en dus kwamen ze terecht in deze locatie, eigenlijk een noodoplossing, Dat heeft zo zijn voor-, en nadelen. Positief is dat de plaats centraal gelegen en prestigieus is, dat straks, na 21 juli het Paleis voor het publiek toegankelijk wordt en dat er dan ook een educatieve wetenschappelijke expositie zal te zien zijn. Dus kijkerspotentieel genoeg. Negatief is dat de ruimten in de paleisvleugel niet bijster optimaal geschikt zijn om er een kunsttentoonstelling in te presenteren. Er is maar één open ruimte, zeg maar één zaal en verder brede gangen. Dààr komen de middelgrote foto’s enigszins in conflict met elkaar omdat er te weinig ruimte is om afstand te nemen ook al door het onhandig plaatsen van vitrinekasten in het midden van het parcours. De fotografen hebben dus van de nood een deugd moeten maken al verdient de kwaliteit van hun werk beter.

Brussel is, zoals geweten, een sociologische smeltkroes waar vele zielen huizen. Dat is aantrekkelijk om beelden van te maken en open deuren in te stampen. Maar in die val zijn de fotografen niet getrapt want daarvoor zijn ze teveel beeldkunstenaars. Ieder van hen heeft derhalve een deelfragment gekozen dat hem/haar het meest aansprak en dat heeft tot een buitengewoon resultaat geleid. Zonder enige vorm van voyeurisme hebben zij een situatie geregistreerd en perfect de context er van gesitueerd. Loic Delvaux (°1976) koos voor het leven van senioren met sport, ontspanning, ernst en tragiek, in zijn foto’s komt het allemaal samen. Het is vertederend en hoopgevend. Jan Locus (°1968) maakte zinvolle portretten van allochtonen, gevoelig en met veel empathie. Tim Dirven (°1968) posteerde zich rond de Stoofstraat met Manneken Pis als centrale figuur. Wie het zelf niet opmerkte kijkt nu verbaasd op van wat er zich rond dat pissende ventje aan toeristische animatie afspeelt. Met de foto’s van Marine Dricot (°1988) komen we in gezinstoestanden terecht. Op een subtiele manier geeft ze een beeld van vaders, moeders en kinderen die binnen hun eigen territorium zorg dragen voor elkaar. Dieter Telemans (°1971) lokt zijn ingeweken modellen uit om op een of andere manier hun verleden of hun huidig leven aan hem te tonen. Het zijn vrijwel altijd positieve en hartverwarmende beelden die beklijven. Wim Knapen (°1986) en Jimmy Kets (°1979) confronteerden zichzelf met de Brusselse beau monde, de oudere en jonge Bobo’s die in hun eigen besloten kringen proberen hun stand op te houden. Foto’s met humor en enig cynisch medeleven gemaakt. Nick Hannes (°1974) ging op zoek naar het trieste leven van de illegalen. Hoe ze zich beredderen in infame koterijen die de huisjesmelkers hen verhuren en waar geen zinnig mens een dag zou willen doorbrengen. En nochtans is het een verborgen beeld van Brussel dat de fotograaf heel plastisch wist te vatten. En dan, in contrast, de eurocraten waar Philippe Herbet (°1964) naar op zoek ging. Binnen en buiten de Berlaymont, in de Wet- en Trierstraat vond hij voldoende materiaal om een sfeer en spoor van Europese aanwezigheid te vinden. Dat hij ook hier het vrouwelijk element niet verwaarloosde (zoals in zijn tentoonstelling Belarus) is een persoonlijk trekje dat hij koestert. Eric de Mildt (°1966) koos resoluut voor de pendelaars die forenzen tussen de hoofdstad en hun Heimat. Het zijn passanten die op weg zijn en Brussel laten voor wat het is. Alain Schroeder (°1955) is de oudste van de groep en focuste op de geïmporteerde tradities van de allochtone bevolkingsgroepen. Feesten voor besnijdenis- en doopritueel, trouwpartij, muziekbelevenis en ontsnapping in de hammam of het restaurant, het hoort allemaal in een wereldstad.

Zoals de fotografen al deze thema’s hebben geïnterpreteerd lijken de protagonisten binnen het project figuren uit diverse opera’s die, met een lach en een traan, het leven zelf illustreren. Het is de kunst geweest om dat in geloofwaardige beelden om te zetten en daar zijn ze allemaal wonderwel in geslaagd. Fotografie is hier beoefend als medium dat een reflectie wil zijn van de sociale realiteit in een grootstad. Dat is niet nieuw maar de manier waarop ze allemaal hun camera hanteerden met een intelligente instelling en een bijzondere kijk op hun onderwerp impliceert dat hier een nieuwe generatie aan bod is gekomen met een onbevangen en intelligente blik op die realiteit.

Ludo Bekkers

Tentoonstelling “Facing Brussels, Momenten in een metropool”, Brussel, BELvue Museum, Paleizenplein, nog tot 12 september. Kosteloos. Catalogus 9,95 euro.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content