De communistische dictatuur in Pyongyang doorbreekt haar zelfgezochte isolement. De Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il krijgt volgende week zijn Zuid-Koreaanse collega Kim Dae-jung op visite.

De Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung brengt van 12 tot 14 juni een bezoek aan de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang. Kim Dae-jung werd door de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-il uitgenodigd voor een topontmoeting, die nog voor ze heeft plaatsgegrepen historisch mag worden genoemd: het is de allereerste keer dat staatshoofden van de beide Korea’s elkaar spreken sinds de bloedige oorlog die het schiereiland vijftig jaar geleden in tweeën heeft gedeeld. Officieel leven de twee staten zelfs nog altijd op voet van oorlog: na de wapenstilstand in 1953 is nooit een vredesakkoord ondertekend.

De Koreaanse oorlog – het communistische noorden tegen het kapitalistische zuiden – was de eerste in een rij van regionale gewapende conflicten die zijn voortgevloeid uit de Koude Oorlog tussen de grootmachten. Vandaag is de 38ste breedtegraad, waarlangs de zwaarbewaakte grens tussen de beide Korea’s loopt, zowat het laatste overblijvende symbool van die Koude Oorlog. Nog steeds komt geen mens deze grens over zonder de uitdrukkelijke toestemming van de politieke leiders in Pyongyang.

De twee Korea’s mogen duizenden jaren geschiedenis, een taal en een cultuur gemeenschappelijk hebben, in de afgelopen vijftig jaar is tussen Seoel en Pyongyang een zeer diepe kloof ontstaan. Noord-Korea is tot op de dag van vandaag een stalinistische dictatuur, waar de (al zes jaar gelden overleden) ‘vader des vaderlands’ Kim Il-sung nog steeds als een godheid wordt vereerd, een totaal geïsoleerd (internet is er verboden) en straatarm land dat kampt met een ernstig en chronisch voedseltekort – in de jaren negentig zijn wellicht één à twee miljoen Koreanen (op een bevolking van 21 miljoen) van honger omgekomen, een groot deel van de Noord-Koreaanse kinderen heeft groeistoornissen door ondervoeding.

Zuid-Korea is een bijzonder performante kapitalistische staat. Het land werd zwaar getroffen door de Aziatische financiële crisis van 1997, maar recupereerde snel. Op dit moment is Zuid-Korea de elfde economie ter wereld. Onder meer in de digitale economie staat het land aan de top. De laatste tien jaar boekte Zuid-Korea ook op het vlak van politieke democratisering aanzienlijke vooruitgang.

TWEE KIMMEN

Hoewel Noord-Korea meer om hulp van buitenaf verlegen zit, is het de Zuid-Koreaanse president Kim Dae-jung geweest die als eerste toenadering heeft gezocht. Sinds hij in 1998 aan de macht kwam heeft Kim Dae-jung een sunshine policy gepromoot: het zuiden stuurde de voorbije jaren tonnen humanitaire hulp – voedsel, kleding, geneesmiddelen – naar het noorden. Ook Zuid-Koreaanse investeringen en toeristische activiteiten boven de 38ste breedtegraad werden aangemoedigd, in de hoop dat ze zouden bijdragen tot een ontspanning van de relaties tussen Seoul en Pyongyang.

Lange tijd kwam er weinig of geen reactie uit Noord-Korea. De totale afscherming van de buitenwereld was voor de communistische leiders ogenschijnlijk de beste strategie om te vermijden dat hun bolwerkje hetzelfde lot zou ondergaan als zovele andere (ex-)communistische staten. Zelfs Kim Jong-il zelve hoedde zich voor internationale contacten: tot hij vorige week een geheim bezoek aan China bracht – ter voorbereiding van de inter-Koreaanse top – had hij nog nooit een voet over de grens gezet.

Maar sinds het begin van het jaar lijkt het regime in Pyongyang een ander spel te spelen: het probeert duidelijk het zelfgezochte isolement te doorbreken. Daartoe hebben de Noord-Koreaanse leiders onder meer al diplomatieke relaties aangeknoopt met Italië en Australië, wordt er ook onderhandeld met Japan, en heeft Pyongyang het lidmaatschap aangevraagd van de ASEAN, de regionale organisatie die zich over Aziatische veiligheidskwesties buigt. Daarnaast heeft Noord-Korea ook voor de tweede maal een Amerikaans team toegelaten dat een verdachte nucleaire site moet inspecteren en wordt er opnieuw gepraat over een gemeenschapelijke operatie om de stoffelijke resten van vermiste Amerikaanse soldaten uit de Koreaanse oorlog op te sporen.

Ondanks deze geheel nieuwe ‘openheid’ van het Noord-Koreaanse regime, is de verwachting niet bijzonder hoog dat de topontmoeting tussen de twee Koreaanse Kimmen volgende week al meteen tot tastbare resultaten zal leiden. De gevoeligste thema’s, zoals de militaire capaciteit van Noord-Korea en de aanwezigheid van 37.000 Amerikaanse soldaten in Zuid-Korea, zullen de staatshoofden niet eens aansnijden. Op de agenda staan ‘gemakkelijkere’ kwesties zoals economische samenwerking en hereniging van door de oorlog verscheurde families. Maar ook voor deze problemen zal er zo goed als zeker geen oplossing uit de bus komen.

Het belangrijkste dat deze top kan voortbrengen, is dat er afspraken worden gemaakt voor een nieuwe ontmoeting. Dan is er een basiscontact gelegd en kan de komende jaren (decennia, volgens sommigen) stapje voor stapje de muur van wantrouwen worden neergehaald die de twee helften van het Koreaanse schiereiland nu scheidt.

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content