De lezers van Knack hebben Justine Henin verkozen tot Mens van het Jaar. We gingen bij physical trainer Pat Etcheberry op zoek naar de mens achter de tennisster.

Ongeveer wanneer u dit leest, landt de nummer één van het wereldtennis op Zaventem. Bruingebrand van drie weken concentratiekamp voor topsporters in Florida. De agenda van Justine Henin meldde de voorbije weken niets dan rust – of toch in elk geval emotionele rust – die ene dag voor occasionele bezoekers mét cameraploeg uitgezonderd. Henin wilde weg van de drukte van de grand slams, weg van de camera’s die haar tijdens elk WTA-toernooi op de hielen zitten, weg van de krantenkoppen en de magazinecovers. Tenminste tot morgen, als de verzamelde sportpers haar tot Sportvrouw van het Jaar kiest, of anders tot volgende donderdag, als ze het in een fel gemediatiseerde exhibitiewedstrijd tegen Yannick Noah zal opnemen, een gewezen toptennisser die nu de Franse Daviscupploeg traint. Tot dan blijft het windstil, omdat zelfs wie met de schijnwerpers op zijn nachtkastje leeft, soms behoefte heeft aan een streepje lommer, ook als u haar verkozen hebt tot Mens van het Jaar.

Nu is rust een relatief begrip als je aan de top staat van het wereldtennis. Weliswaar vertoefde Henin de voorbije maand tussen de wuivende palmen onder de Amerikaanse winterzon, maar ze had elke dag haar persoonlijke beul aan haar zijde: de Chileense ex-speerwerper Pat Etcheberry. Te midden van de lagunes en de cipressen op Etcheberry’s uitgebreide resort in Tampa, ligt een kronkelend buitenzwembad, twee door Arnold Palmer getekende golfbanen en 45 tennisterreinen in gravel, gras en hardcourt. Andre Agassi en Pete Sampras trainden er ooit, en Jim Courier en Jennifer Capriati, en Andrei Medvedev, Monica Seles en Gabriela Sabatini, en profgolfers Arnold Palmer en Nick Faldo. In de 800 kamers van het sporthotel in Saddlebrook, een Font Remeu in marmer en goudbrokaat, logeerden zeven nummers één van het wereldtennis, die samen een dozijn grandslamtoernooien wonnen. Afgeschermd voor de buitenwereld, zegt Etcheberry, want ook topsporters moeten hun batterijen kunnen opladen.

Batterijen opladen? U hebt mooi praten. Ik heb over haar trainingsschema gehoord: al van de eerste week zat ze elke dag in de fitness, vervolgens vrat ze videocassettes met haar eigen wedstrijden. En na amper een week kwam Carlos Rodriguez al, die haar elke dag naar een tenniscourt meesleurde.

PAT ETCHEBERRY: We moeten basisconditie kweken voor een loodzwaar seizoen. Ik kan het toch ook niet helpen dat Justine daar keihard voor moet werken?

Heeft Henin de voorbije weken anders getraind dan een jaar geleden?

ETCHEBERRY: Niet echt anders, nee. De principes zijn dezelfde gebleven, hooguit hebben we aan enkele details gesleuteld. We hebben tijdens het seizoen best wel enkele dingen gezien die we wilden bijschaven, en daar willen we de komende weken aan blijven werken. Nu is dat nog niet gebeurd: voor we echt aan de fijne instelling van de motor kunnen beginnen, moet Justine eerst haar basisconditie op punt hebben. En er is maar één manier om die te kweken: die van vorig jaar.

Daarom hebben we in november wel keihard gewerkt, maar nauwelijks getennist. Dat had ze in de loop van 2003 trouwens al genoeg gedaan. (lacht) Ik heb Justine tijdens de eerste twee weken van haar verblijf nauwelijks op een tenniscourt gezien, ze heeft pas weer een racket bovengehaald toen Carlos Rodriguez, haar coach, is overgekomen. En het echt fijne werk, dat is voor binnenkort, als Justine tussen Kerstmis en de Open Australische Kampioenschappen in Melbourne opnieuw hierheen komt. Dan maken we daar werk van.

Wie zijn de ‘we’ waar u het over hebt?

ETCHEBERRY: De ploeg rond Justine. U moet niet vergeten dat ik niet de enige trainer van Justine ben, hè. Carlos, Justine, haar man Pierre-Yves Hardenne en Micky Lawler van haar managementbureau Octagon vormen samen met mij een hecht begeleidersteam waarin geen hiërarchie speelt. Elk van ons bekijkt haar wedstrijden vanuit zijn eigen invalshoek – ik let bijvoorbeeld op kracht en beweging, Carlos op techniek en tactiek – en we beslissen in overleg. Dat werkt uitstekend: Carlos begrijpt precies hoe, waar en waarom ik aan Justines fysieke paraatheid wil sleutelen, ik snap perfect hoe hij haar wil zien spelen. En tenslotte ben ik daarvoor ingehuurd: om Justine de slagen te laten slaan die Carlos haar wil zien slaan. We hebben de voorbije weken trouwens ook het trainingsprogramma besproken voor de rest van het jaar. Ik verzorg namelijk niet enkel de voorbereiding, ik geef ze een 365 days a year program. Zoals ik al zei, hebben we de voorbije weken aan Justines conditionele basis gewerkt, maar het echte fijntunen komt pas na de kerst en tijdens het seizoen. Dan zullen we geheel volgens de noden van het moment aan de fysieke paraatheid schaven. U dreigt me vaker dan vorig jaar tegen het lijf te lopen op de toernooien waar Justine speelt. (lacht)

Waarin verschilt uw sportacademie van Saddlebrook van de andere sportscholen die tennissers trainen?

ETCHEBERRY: We hebben hier twee programma’s: één voor jong, aanstormend talent waar ik me minder mee bezighoud, een tweede voor profspelers uit alle mogelijke sporten. Over het trainingsprogramma voor profs is eigenlijk weinig te zeggen, want elke atleet krijgt een schema op maat. Van Jim Courier eiste ik meer dan van Pete Sampras, omdat Jim anders speelde: Courier maakte langere rally’s en moest dus fysiek dieper gaan in zijn wedstrijden. Ook Justine Henins programma verschilt significant van het programma dat Jennifer Capriati kreeg in 2001, of van het regime dat ik Arantxa Sanchez of Mary-Jo Fernandez heb opgelegd.

Waar kijkt u naar als u zo’n spelerspecifiek programma opstelt?

ETCHEBERRY: Ik zoek van elke speler uit waar zijn zwakke punten zitten, welke zijn ambitie is, hoe ver hij in zijn inspanningen wil gaan. De sleutel tot een succesvolle training blijft echter de entourage: als je wilt dat mijn programma wérkt, moet de atleet en iedereen rond hem ervan overtuigd zijn dat het op die manier moet. Zonder die consensus had ik nooit een nummer één kunnen maken van Arantxa Sanchez Vicario, van Pete Sampras, van Jim Courier of Justine Henin.

Waar lagen de zwakke punten van Henin toen ze bij u kwam?

ETCHEBERRY: Ik wil daarover niet in detail treden. Laten we het erop houden dat Justine een uitstekende speelster is met heel veel talent, maar dat ze nog veel beter kan.

Hoe is Justine Henin bij u terechtgekomen?

ETCHEBERRY: Via Carlos Rodriguez. Een jaar geleden vroeg hij mijn mening over Justine en ik heb ze hem ongezouten gegeven. Hij heeft er met haar over gepraat en ze konden mijn opmerkingen wel smaken, dus besloten we samen te werken. Enkele maanden later is ze voor het eerst in Saddlebrook komen trainen.

Het schijnt er tijdens die trainingen soms keihard te zijn toegegaan, ook verbaal.

ETCHEBERRY: Dat klopt, maar toch maken Justine en ik zelden écht ruzie. In elk geval niet tijdens een trainingsprogramma. Ze kennen mijn methodes, hè: een sportster die naar Saddlebrook komt, weet dus waar zij aan begint. Als ze nummer één wil worden, als ze grand slams wil winnen en daar keihard voor wil werken, kan ze hier terecht. Dan help ik met al mijn ervaring om samen met de coach en het management een trainingsparcours uit te stippelen. Als ze het niet eens is met dat parcours, kan ze beter een andere physical zoeken.

Kennelijk hélpen uw ingrepen wel, want Justine is een van de eerste vrouwelijke tennissterren die méér prijzengeld heeft verdiend dan haar mannelijke tegenhangers. Staat het vrouwentennis ook sportief op hetzelfde niveau als het mannentennis?

ETCHEBERRY: Natuurlijk niet. Zet eender wie uit de top-tien van het mannentennis tegen eender wie uit de top-tien van het vrouwentennis tegenover elkaar, en de mannen zullen het altijd halen. Ze zijn sterker, groter en sneller, en dat maakt altijd het verschil.

Is de uitslag van de clash tussen Yannick Noah en Justine Henin – de light-versie van ‘The Battle of the Sexes’ die Billie Jean King en Bobby Briggs in de jaren ’60 uitvochten – ook een uitgemaakte zaak? Of kan Henin het echt halen van Noah?

ETCHEBERRY: Ik heb geen glazen bol, dus verwacht van mij geen pronostieken. Ik kan u enkel zeggen dat ik met die exhibitiewedstrijd geen rekening gehouden heb bij het opstellen van een trainingsprogramma voor Justine. Ik wil ze in topvorm zien als de Australian Open begint, alles wat daarvoor komt, is wat mij betreft van ondergeschikt belang.

Als Justine wint, zou ze daarmee het ultieme bewijs leveren dat het powertennis ook bij de vrouwen helemaal is doorgedrongen.

ETCHEBERRY: Daar ben ik het niet mee eens. Als Justine straks wint van Noah, zal het niet alleen zijn omdat ze heel hard tegen een bal kan meppen. Het is ook een kwestie van fysiek, van techniek en zelfs van tactiek.

Toch moet u toegeven dat kracht ook in het vrouwentennis belangrijker geworden is dan vroeger. Kracht en beweging hebben de techniek overvleugeld. Is dat geen nadeel voor een weliswaar gespierde, maar qua lichaamsbouw eerder tengere vrouw als Henin?

ETCHEBERRY: Niet echt. Nogmaals: fysiek is niet alles. Noch is techniek zaligmakend, of mentale kracht. Wie zonder benzine valt, mag mentaal nog zo sterk staan: hij zal die slagen toch niet meer lukken. Het omgekeerde is even waar: de brute kracht werkt alleen als er ook mentale weerbaarheid is. Trainers moeten zoeken naar de juiste balans: alles moet in evenwicht zijn. Los daarvan klopt het natuurlijk wel dat het vrouwentennis atletischer geworden is, en daar moet je naar handelen. Vroeger kon je al eens een wedstrijd winnen op techniek, nu geeft kracht en conditie veel vaker de doorslag. Dat heeft te maken met het materieel – de rackets zijn bijvoorbeeld erg veranderd – maar ook met de spelers. De opkomst van het krachttennis maakt ook dat je de zwaktes, eigen aan de ondergrond, met doorgedreven training kunt wegwerken. En al helemaal in het vrouwentennis, want daar maakt de kracht van de zussen-Williams, van Justine en van Kim Clijsters nog echt het verschil.

Nu we het toch over Venus en Serena Williams hebben: denkt u dat Justine Henin vorig seizoen definitief de macht heeft overgenomen?

ETCHEBERRY: Dat kan ik niet voorspellen. Als de Williamsen gefocust blijven, komen ze zeker opnieuw aan de top. Maar de machtsovername van 2003 is intussen wel goed geweest voor het spelletje: ze zal de Williamsen dwingen om hun grenzen nog verder te verleggen. (Beslist) Ik denk dat er ons in het vrouwentennis een heel interessant jaar 2004 te wachten staat.

Gelooft u dat er in de komende jaren weer iemand het tennis zal domineren?

ETCHEBERRY: Dat weet ik niet, maar als het gebeurt, hoop ik dat de dominante figuur een van mijn spelers is. (lacht)

Henin, bijvoorbeeld. In een interview met het Duitse ‘Tennis Magazin’ na de US Open zei u dat ze volgend jaar pas echt wedstrijden zou winnen op haar fysiek.

ETCHEBERRY: Zowel fysiek als technisch kan Justine nog beter, daar ben ik vast van overtuigd.

Ze is nu al nummer één. Hoe kan ze dan nog beter worden?

ETCHEBERRY: Nummer één van de wereld, dat is niet meer dan een momentopname. Een eer en een genoegen, dat wel, maar het blijft een momentopname. Justine moet nu keihard werken om aan de top te blijven. Ik heb er vertrouwen in: hoe langer ze met mij traint, hoe beter ze zal worden.

Denkt u? Nogal wat mensen vrezen dat uw beulenpraktijken Henin op termijn vooral zware blessures zullen bezorgen.

ETCHEBERRY: (Heftig) Zeggen ze dat ik Justine afbeul? Ze hebben gelijk. Maar ik ben geen nozem die met één speler loopt te experimenteren, hè. Ik zit dik dertig jaar in het vak en ik kan heus wel inschatten wanneer mijn atleet hard mag trainen en wanneer hij moet rusten. Maar ik wil wel kunnen zien hoe zo’n speelster reageert als ik haar afbeul. Omdat ik weet: als een speelster tijdens een zware training afhaakt, zal ze dat waarschijnlijk ook in de wedstrijd doen. Het is de verdomde plicht van een trainer om zijn atleten grenzen te doen verleggen.

Hoe hard mag een trainer zijn atleet pushen?

ETCHEBERRY: Tot die atleet door een muur kan lopen. Want dat hélpt: ooit zei ik tegen Agassi dat hij verschrikkelijk hard kon sprinten, en hij geloofde me niet. Tot hij mijn oefeningen deed en achteraf zijn tijden bekeek. Het maakte van Agassi een andere tennisser: plots besefte hij dat hij ook in de wedstrijden veel dieper kon gaan dan hij ooit voor mogelijk had gehouden.

Hebt u Henin al door die muur gekregen?

ETCHEBERRY: Ik denk het wel. Toen Justine hier vorig jaar aankwam, wilde ik haar fysiek en mentaal sterker maken, dus zette ik haar keihard onder druk. Daardoor kon ze perfect omgaan met de druk in de finale op Roland Garros en in de US Open. Maar ik heb haar behoorlijk ver moeten drijven: ze voelde zich op sommige momenten verschrikkelijk moe, ze was helemaal stram, maar ik dwong haar om toch een loodzware sessie af te werken. Tot ze huilde van de pijn. Toen ze in de halve finale van de US Open een driesetter van drie uur moest spelen tegen Jennifer Capriati, wist ik zeker dat ze het er goed zou afbrengen. Dat had ze op die training ook gedaan.

Zowel Capriati als Henin hadden bij u getraind toen ze Kim Clijsters van haar allereerste grand slam hielden. Beseft u wel dat u Clijsters al drie titels hebt gekost?

ETCHEBERRY: Jammer voor haar, maar ze werkt niet met mij, hè.

In een interview met het Belgische maandblad ‘Deng’ zei u dat u, ondanks haar rivaliteit met Justine Henin, ook Kim Clijsters zou trainen als ze morgen aan uw deur komt kloppen. Is dat geen milde vorm van hoogverraad?

ETCHEBERRY: (Ontwijkend) Als ik maar één atleet zou hebben, zou ik het risico niet kunnen lopen dat die me ontslaat. Dan zou ik alleen nog kunnen knikken, en nooit kunnen zeggen wat zo’n speler moét horen om beter te worden: kritiek namelijk. Er zweven rond topatleten al genoeg mensen die hen naar de mond praten, een trainer moet juist tegen hen durven ingaan. Maar hij kan dat alleen als hij niet van één atleet afhankelijk is. Daarom zie ik er geen graten in als ik concurrenten van mijn sterspeelster zou begeleiden. Ik zie mezelf als een dokter of een advocaat. Die hebben ook niet één, maar verschillende klanten die ze allemaal op dezelfde professionele manier proberen te behandelen. Waarom zou ik Kim Clijsters dan niet mogen trainen?

Omdat er een overduidelijk belangenconflict speelt.

ETCHEBERRY: (Fel) Al mijn atleten worden beter van het feit dat ik met verschillende topsporters werk. Omdat ik daardoor méér van hen kan eisen. Een voorbeeld: enkele jaren geleden belt Pete Sampras me: ‘Pat, ik zal vandaag niet trainen.’ Geen probleem, zeg ik. Ik zie je morgen wel, want ik heb vandaag verschrikkelijk veel te doen. En ik begon te vertellen over het dagprogramma van Sergi Brugera, Andrei Medvedev en Andre Agassi. Weet u wat Sampras zei? ‘Ik kom onmiddellijk, Pat.’ (lacht) Dat zijn belangenvermengingen waar alle atleten beter van worden, vriend.

Als u met de twee gedoodverfde concurrenten werkt, zou u natuurlijk ook aan Clijsters kunnen vertellen welke de zwakke punten van Justine zijn, en vice versa. En dan wordt het toch een belangenconflict?

ETCHEBERRY: (Beslist) Ik vertél zoiets nooit. De zwakke en sterke punten van Henin, dat is iets tussen Justine en mij, het behoort tot… zeg maar het medisch geheim van het trainingsprogramma. Eigenlijk ben ik een heel loyale trainer: ik wil altijd dat al mijn atleten winnen. Zelfs als ze tegen elkaar spelen .

Na Henins overwinning in de US Open stonden Belgische kranten vol insinuaties over dopinggebruik bij Henin. U hebt er ongetwijfeld over gehoord.

ETCHEBERRY: Toen de eerste journalist me daarover belde, dacht ik dat het een practical joke was. (Fel) Justine zou nooit iets onwettigs doen – ze durft niet eens een pint te drinken. Ik ken geen enkele tennisser die zo nauwkeurig een trainingsprogramma opvolgt, die zo minutieus rusttijden respecteert en zo fanatiek op haar voeding let. Als ik voor één sporter in de wereld mijn hand in het vuur zou durven steken, dan is het wel voor Justine Henin.

Frank Demets

‘ZEGGEN ZE DAT IK JUSTINE AFBEUL ? ZE HEBBEN GELIJK.’

‘Justine zou nooit iets onwettigs doen. Ze durft niet eens een pint te drinken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content