Voorkomen is beter dan genezen, genezen is beter dan bestraffen. Dat is de basisfilosofie achter het nieuwe federale drugsbeleid. Minister van Volksgezondheid Magda Aelvoet (Agalev) legt uit welke plaats cannabis daarin krijgt.

JA

Magda Aelvoet

‘De nieuwe regeling in verband met cannabis vormt een onderdeel van de Federale Beleidsnota Drugs. In navolging van de parlementaire werkgroep drugs kiest de regering voor een normaliseringsbeleid, gericht op rationele risicobeheersing. Het doel van dit beleid is een daling van het aantal afhankelijke burgers, een daling van de schade die drugsgebruik kan veroorzaken voor de gebruiker en zijn omgeving en een daling van de negatieve gevolgen voor de samenleving. Daarvoor werd 500 miljoen frank extra uitgetrokken.

Het beleid van de federale regering steunt op drie pijlers: preventie, zorgverlening en repressie.

Wat het strafrechtelijke beleid inzake drugs betreft, is de rode draad dat op elk niveau gestreefd wordt naar een minimale strafrechtelijke interventie ten aanzien van de gewone gebruiker.

Repressie is slechts de stok achter de deur. Het inschakelen van justitiële case-managers in alle justitiehuizen moet een zinvolle reactie op problematisch gebruik mogelijk maken.

De regering heeft er bewust voor gekozen om in de nieuwe regeling geen maximale hoeveelheid cannabis op te nemen. De voornaamste reden daarvoor is dat we absoluut niet het cannabisgebruik willen aanmoedigen of de indruk willen wekken dat het evident of alledaags zou zijn. Het aantal grammen zegt bovendien weinig over het al dan niet problematische karakter van het cannabisgebruik en het is op zich zeker geen goed criterium om een onderscheid te maken tussen gebruik en handel. De parketten zullen overigens moeten aantonen dat er reden is om te vervolgen, met andere woorden dat er sprake is van problematisch gebruik (een gebruikspatroon dat men niet langer onder controle heeft), maatschappelijke overlast (gebruik in aanwezigheid van minderjarigen of openbare overlast) of handel.

De verkoop van cannabis in ons land blijft verboden. Dit klinkt misschien niet erg logisch – men mag wel cannabis bezitten, maar hij mag niet verkocht worden – maar de internationale verdragen die België heeft ondertekend, laten ons niet toe om de verkoop te reglementeren. Wel voorziet de nieuwe regeling in een monitoringsysteem, waardoor we kwaliteitscontroles zullen kunnen uitvoeren op de cannabis die in ons land circuleert. Het invoeren of kweken van cannabis voor persoonlijk gebruik zal overigens niet meer bestraft worden.’

NEE

Vincent Van Quickenborne

ID21-senator Vincent Van Quickenborne is gedeeltelijk tevreden met de nieuwe nota inzake drugsbeleid. De leeftijdsgrens voor cannabisgebruik ligt echter nog te hoog en door enkele onduidelijkheden en onvolledigheden blijft de gewone jointliefhebber juridisch nog te kwetsbaar.

‘Deze nota is een stap in de goeie richting. De regering kiest voor een allesomvattende aanpak waarbij ook alcohol en tabak als drugs bestempeld worden. Preventie haalt de bovenhand op repressie.

Het nieuwe beleid kopieert gedeeltelijk het wetsvoorstel van Patrik Vankrunkelsven (VU) en mezelf. Na ons colloquium medio september 2000 hebben wij bewust gekozen voor een derde weg. Die ligt tussen de volledige legalisering, die internationaal onhaalbaar is, en het gedoogbeleid via rondzendbrief, dat rechtsonzeker is. Door de derde piste nu te volgen, kan en mag men voortaan een joint roken, ook al kan het de gezondheid schaden en bestaan er probleemgebruikers.

Jongeren boven de zestien blijven echter strafbaar, terwijl ze op die leeftijd al wel een pint mogen drinken. Het eerste gebruik vindt in meer dan de helft van de gevallen plaats als de jongeren nog net geen achttien zijn. Moeten die mensen dan de cel in?

Bovendien legt de drugsnota geen drempelwaarden vast voor ‘persoonlijk gebruik’. Wat met een gebruiker die enkele tientallen grammen marihuana in zijn kelder opslaat? En wat betekenen ‘gebruik met overlast’ en ‘problematisch gebruik’? De politie en het parket krijgen hierin het laatste woord, wat ruimte laat voor interpretatie per gerechtelijk arrondissement. Is het trouwens wel hun taak om te oordelen of iemand een problematisch gebruiker is? Hebben we dan zo weinig vertrouwen in onze hulpverleners?

Een ander heikel punt is de aanschaf van het goedje. Daarover zegt de nota bijna niets. Mag er gekweekt worden? Hoeveel en waar? Bevoorrading in Nederland is en blijft omslachtig en een vriendendienst is verboden. De handel geraakt zo niet uit de criminele sfeer. Gebruikers worden bij hun aankoop van cannabis geconfronteerd met veel gevaarlijkere drugs. De beoogde scheiding tussen soft- en harddrugs wordt hierdoor niet bereikt.

De mist is half opgeklaard. Minister van Justitie Marc Verwilghen (VLD) – en niet de minister van Volksgezondheid – is belast met de uitvoering. Dus toch een zaak van justitie? Gelukkig heeft het parlement het laatste woord.’

Opgetekend door Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content