Geert Verrijken
Geert Verrijken Redactiedirecteur-hoofdredacteur Artsenkrant

‘We beogen geen uitbreiding van ons marktaandeel maar willen wel kwalitatief op peil blijven’ zegt professor Bart Van Daele, algemeen directeur van de Universitaire Ziekenhuizen Leuven dat zowat een derde van het totale aantal Vlaamse ziekenhuisbedden beheert.

Professor Bert Van Daele ligt mee aan de basis van het in 2003 opgestarte Vlaams Ziekenhuisnetwerk KU-Leuven. Zestien instellingen participeren aan het netwerk, dat ongeveer 9000 bedden beheert.

‘Het initiatief is eigenlijk ontstaan vanuit een defensieve strategie’, legt Van Daele uit. ‘Enkele jaren geleden verging het de UZ-Leuven financieel minder goed. We vreesden enkel nog de regio Leuven te bestrijken en te worden opgesloten in het Hageland. Terwijl de andere universiteiten heel anders te werk gingen. Gent en Antwerpen namen initiatieven voor de uitbouw van een bovenregionaal zorgnetwerk, de VUB participeerde in de ziekenhuizen van Willebroek en Boom, Limburg ging de grens over…’. Nochtans levert Leuven jaarlijks ongeveer de helft van alle Vlaamse geneeskundestudenten af en is het universitaire ziekenhuis marktleider in menselijke erfelijkheid en transplantaties. Bart Van Daele: ‘Die positie wilden we consolideren. Niet door te participeren in andere ziekenhuizen of via gehele of gedeeltelijke overnames managementverantwoordelijkheid op te nemen. Een netwerk is van een andere orde. Daarmee willen we zichtbaar aanwezig blijven in Vlaanderen en onze kijk op de markt behouden. We beogen geen uitbreiding van ons marktaandeel, maar willen wel kwalitatief op peil blijven. Ook om internationaal de voeling niet te verliezen. Om Leuven in Europa te laten meespelen is topgeneeskunde, onderzoek en de universitaire derdelijnsfunctie essentieel. Voor sommige onderzoeken en voor datacommunicatie is het een voordeel te kunnen terugvallen op tienduizend ziekenhuisbedden.’

Via het netwerk beschikt Gasthuisberg bovendien op vele domeinen over expertise. Zelfs als ze die niet zelf in huis heeft. Daarom werden de partners ook zorgvuldig uitgekozen. Het gaat om grote instellingen zoals het Ziekenhuis Oost-Limburg, Imelda in Bonheiden, AZ Sint-Lucas in Brugge…. Stuk voor stuk belangrijke streekziekenhuizen. Afspraken worden volgens Van Daele dan ook vanuit een gelijkwaardige positie gemaakt.

Transparantie troef

Concreet houdt het netwerk in dat Leuven vertegenwoordigd is in de raden van bestuur van de 15 andere ziekenhuizen. Omgekeerd hebben zij samen recht op één zetel in de raad van bestuur van Gasthuisberg. De perifere ziekenhuizen streven ernaar patiënten die zeer gespecialiseerde zorg nodig hebben door te verwijzen naar Gasthuisberg of naar een ander netwerkziekenhuis. Voor zover ze zelf niet over de nodige expertise beschikken natuurlijk. Stageplaatsen worden bij voorrang vrijgehouden voor artsen in opleiding van de KU-Leuven. Ook is contractueel bepaald dat UZ-Leuven advies geeft bij de benoeming van een medisch staflid. Sterker nog, Gasthuisberg kan zelfs deelnemen aan de interne selectiecommissies. Zo’n vaart loopt het volgens Van Daele echter niet. Hij benadrukt dat de netwerkziekenhuizen niets wordt opgelegd. ‘Enkel worden wijzigingen bespreekbaar gemaakt en ervaringen uitgewisseld. Transparantie is belangrijk. De deelnemende instellingen hebben ook niet uitsluitend assistenten van Leuven in dienst. Er werken mensen van andere universiteiten. Over de benoemingen van artsen-staf-leden zijn er nauwelijks incidenten. Omgekeerd doen zich soms wel problemen voor. Bijvoorbeeld als verschillende netwerkziekenhuizen ons op hetzelfde moment vragen om maag-darmartsen te ‘leveren’ en we niet over voldoende kandidaten beschikken. Natuurlijk’, vervolgt hij, ‘als we binnen vijf jaar een inventaris opmaken en er blijkt van de opleiding in de perifere ziekenhuizen niks in huis te zijn gekomen. Of als er globaal genomen 30 procent minder verwezen wordt naar Leuven. Ja, dan gaan we de samenwerking uiteraard ter discussie stellen.’

Een echt formele evaluatie is evenwel nog niet gemaakt. Het aantal verwijzingen wordt ook niet expliciet bijgehouden. Wel beschikt Leuven over een kwalitatief overzicht van het verwijspatroon door de diensthoofden. Maar eigenlijk vindt Van Daele vooral de (informele) connecties, de raden van bestuur die op elkaar afgestemd raken belangrijk. De netwerking op zich dus. ‘Mensen ontmoeten elkaar regelmatig, overleggen, wisselen ervaringsgegevens uit, vergelijken ziektebeelden, discus-siëren over richtlijnen… Zo ontstaat een synergie tussen artsen, apothekers, verpleegkundigen en directies. Benchmarking werkt zelfversterkend.’

Het Vlaams Ziekenhuisnetwerk beschikt over een relatief beperkt jaarbudget van 250.000 euro. Leuven neemt daarvan de helft voor zijn rekening. De coördinatie gebeurt sinds kort door professor Johan Kips, voorheen kabinetsmedewerker bij minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte.

Geert Verrijken

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content