Toen bij onderzoeksjournalist Gerard Ryle een harde schijf in de bus viel met 2,5 miljoen bestanden over rekeningen in belastingparadijzen als de Cook- en de Kaaimaneilanden, trommelde hij zijn internationaal netwerk op om de boel uit te spitten. Anderhalf jaar later barstte er wereldwijd een nieuwsbom: Offshore Leaks. ‘De overheden moeten een halt toeroepen aan wat ze al die jaren hebben laten gebeuren’, zegt Ryle in een exclusief interview met Knack.

‘Alles staat of valt met je bronnen’, zegt Gerard Ryle, ‘en je moet geluk hebben.’ De Australische onderzoeksjournalist is de orkestmeester van Offshore Leaks, dat in april van dit jaar de details van 130.000 offshore rekeningen op onder meer de Cook-, Kaaiman- en Maagdeneilanden blootlegde. Afgelopen weekend, net voor de start van de G8-bijeenkomst in Ierland waar de strijd tegen belastingontduiking op de agenda staat, werd de database van Offshore Leaks voor het publiek beschikbaar gemaakt. Iedereen kan nu naar hartenlust speuren naar personen achter fiscale constructies op belastingparadijzen. ‘Allicht komen zo nog namen naar boven van mensen die bij ons geen belletje deden rinkelen’, zegt Ryle.

Vorige week was Ryle een dag in Brussel, omdat hij hier geldschieters hoopt te vinden. ‘Koken kost geld, zonder financiering geen onderzoeksjournalistiek’, lacht hij. Ryle is directeur van het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ) en bij hem startte het onderzoeksproject dat zou uitgroeien tot een van de grootste aanklachten tegen internationale belastingfraude en -ontwijking. In zijn brievenbus viel in het najaar van 2011 de harde schijf, met daarop 2,5 miljoen op het eerste gezicht onleesbare bestanden. Het zou een technologisch huzarenstukje worden om dat kluwen enigszins te ontwarren.

‘Het heeft heel veel energie gekost’, vertelt Ryle. ‘Een deel van de bruikbare informatie zat twintig lagen diep in de databanken. Vaak ging het om verwijderde e-mails waarvan wel nog sporen waren blijven staan op een harde schijf. Sommige gegevens dateerden van dertig jaar terug en waren dus opgeslagen met computersystemen van toen. Onze IT’ers hebben er zes maanden over gedaan om het geheel tot vier aparte databanken terug te brengen. Maar dan nog kon je met één programma niet alle bestanden screenen. We hebben veel geleerd, we hebben veel fouten gemaakt en we hebben veel tijd verloren. Niet zelden leidde dat tot grote frustraties.’

Toen Ryle de omvang van de bestanden onder ogen kreeg, besliste hij om wereldwijd een select netwerk aan te spreken van mensen die hem konden helpen met het ontcijferen en duiden van de gegevens. Uiteindelijk werkten 86 journalisten uit 46 landen mee, onder meer van de BBC, The Guardian, de Washington Post, Le Monde, SonntagsZeitung, Süddeutsche Zeitung en in ons land Le Soir. Begin april pakten ze samen uit met het wereldnieuws over concrete fiscale constructies op belastingparadijzen. Nooit eerder in de journalistieke geschiedenis werd een grensoverschrijdend werkstuk van dat kaliber afgeleverd.

Was het moeilijk om al die collega-journalisten te overtuigen om deel te nemen?

Gerard Ryle: Geloof het of niet, maar het moeilijkste was om hen ervan te overtuigen dat er een verhaal in zat. Journalisten denken immers allemaal hetzelfde: waar zitten de grote namen? Wie zijn de bekende mensen met een trust in een belastingparadijs? Schuilen er eerste ministers of koninginnen in die databanken? En als blijkt dat die er niet in voorkomen, zijn ze al minder enthousiast en rijst er twijfel over de samenwerking. De zwaarste opdracht was dus om alle redacties te overtuigen dat het niet zozeer om de namen ging, maar dat het verhaal juist was dat het om een wijdverspreid systeem gaat van fiscale constructies waar miljoenen mensen van profiteren. Er waren dus ook kranten die onze uitnodiging om mee te werken aan Offshore Leaks hebben afgewezen. Achteraf waren ze dan wel jaloers op ons resultaat en succes.

En uiteindelijk hebben we ook wel enkele bekende koppen naar boven gehaald, zoals Imee Marcos, of barones Carmen Thyssen-Bornemisza, of in België de voormalige premier Paul van Zeeland, die in 1946 een offshore maatschappij in Panama bleek te hebben opgericht. Het is dankzij de samenwerking van zo veel journalisten in zo veel landen dat we uiteindelijk zover zijn geraakt. Zo misten we aanvankelijk bijna wijlen Gunther Sachs, de playboy-zakenman en voormalige echtgenoot van de Franse actrice Brigitte Bardot. In de databank dook hij op onder een Engels adres. De Engelse journalist kende die man niet en besteedde er dus geen verdere aandacht aan. Lange tijd daarna kwam het een Duitse journalist onder ogen en hem zei die Gunther Sachs wel iets. Zo liep het vaak.

U hebt journalisten van over heel de wereld betrokken bij Offshore Leaks. Het moet niet eenvoudig geweest zijn om iedereen in het gareel te houden.

Ryle: Ik beloofde aan alle onderzoeksjournalisten die meewerkten dat zij als eerste het nieuws zouden kunnen brengen, exclusief in hun eigen land. Maar velen gedroegen zich in het begin nog als een onderzoeksjournalist die zijn eigen informatie afschermt. Ik ben zelf ook zo: ik deel niet graag mijn informatie. En tot ik klaar ben met mijn verhaal, vertel ik er niemand over. Zelfs niet mijn hoofdredacteur, want anders wil hij het liefst de volgende dag al publiceren. Die cultuur doorbreken, is zeer moeilijk. Om het Offshore Leaks-project tot een goed einde te brengen, was het belangrijk dat de onderzoeksjournalisten konden zwijgen en tegelijkertijd toch hun informatie met collega’s uitwisselden. Dat was niet altijd even makkelijk.

Toen het nieuws van Offshore Leaks over heel de wereld op hetzelfde moment werd gepubliceerd, sloeg het in als een bom. Had u dat verwacht?

Ryle: We hadden het zeker gehoopt. We wisten dat we iets bijzonders in handen hadden en daarom hebben we ook een momentum gecreëerd. We hadden daarbij veel geluk met de timing. Aanvankelijk waren we van plan om twee weken vroeger naar buiten te komen. Toen raakte plots bekend dat er een nieuwe paus zou komen. Het zou te gek geweest zijn om daarmee de concurrentie aan te gaan. Dan hadden we nooit dezelfde aandacht gekregen. Toen we begin april uitpakten, bleek ons verhaal ook nog perfect aan te sluiten bij het belastingschandaal in Frankrijk rond ex-minister van Begroting Jérôme Cahuzac én bij de crisis in Cyprus, waar ook veel offshore constructies gehuisvest waren. We hadden geen beter moment kunnen kiezen, maar het was dus puur geluk.

Zonder die ene harde schijf die u in uw postbus kreeg, had u er zelfs nooit aan kunnen beginnen.

Ryle: Zeker. Alles staat of valt met de bronnen. Je moet geluk hebben. Ik was bezig met een groot fraudedossier in Australië waarbij die offshore constructies mij al waren opgevallen. Ik was er dus wel naar op zoek, maar je staat nergens zolang je de juiste informatie niet krijgt toegespeeld.

Hebt u de afzender van die harde schijf ooit ontmoet? Kent u de klokkenluider?

Ryle: Om mijn bron te beschermen, zeg ik daar heel weinig over. Ik kan alleen maar herhalen: op een bepaalde dag zat er een bruine envelop in mijn brievenbus met een harde schijf vol data en daarmee zijn we aan de slag gegaan.

Het probleem voor klokkenluiders is dat ze niet beschermd worden. Edward Snowden, die het Amerikaanse afluisterschandaal net bekendmaakte, is uit de VS gevlucht en heeft zijn identiteit prijsgegeven.

Ryle: Ik zou een bron nooit adviseren om zich bekend te maken. Geheimhouding blijft het eenvoudigste. Maar alles hangt af van het motief van de bron. Iedereen heeft een ander doel om informatie naar buiten te brengen. Hoe dan ook zijn zij die met inside informatie naar buiten komen diegenen die het risico lopen. Wij als journalisten strijken de eer op, maar dat is eigenlijk spijtig voor die bronnen, want de klokkenluiders verdienen het veel meer dan wij. Zij zijn de echte helden.

Snowden maakte bekend dat de VS wereldwijd afluisteren. Denkt u dat de ICIJ ook wordt afgeluisterd?

Ryle: Ja, ik maak me daarover geen illusies. Al vrij snel tijdens ons onderzoek kregen we bezoek van de Amerikaanse belastingdienst IRS. Drie mannen in zwarte pakken stonden plots in ons bureau in Washington. Daarna zijn ook Homeland Security en het departement Justitie nog langsgekomen. Waarom weet ik niet. Later is immers gebleken dat ze over dezelfde informatie beschikten als wij. De IRS had die data over de offshorebedrijven wellicht al één jaar voor ons in handen gekregen, net zoals hun Britse en Australische collega’s. De overheden waren dus perfect op de hoogte, maar ze deden er niets mee.

Niet alle fiscale offshore constructies zijn ook illegaal?

Ryle: Heel wat van die constructies op belastingparadijzen zijn perfect legaal, dat klopt. Dat hebben we ook moeten vaststellen. Op een bepaald moment ontdekten we in onze database bijzonder interessante informatie over een zeer rijke man die al zijn financiën regelde via een trust op de Cookeilanden, tot en met zijn bonnetjes van taxi’s, rekeningen voor vitaminepillen, voor massages enzovoorts. Wij dachten: voilà, een duidelijk geval van belastingontduiking. We gingen ermee naar een advocaat en die zei: ‘Je kunt die persoon daar niet van beschuldigen want je weet niet wat hij heeft aangegeven aan de belastingen.’ Daar zaten we dus. We konden niet hard maken dat die man iets onwettelijks gedaan had. Vandaar ook dat bepaalde kranten niet wilden meegaan in ons project. ‘Als het niet illegaal is, waar zit dan het verhaal?’, vroegen ze. Maar dat is natuurlijk net het hele punt: dat het allemaal legaal kan gebeuren. Die zeer rijke man die we uiteindelijk niet van belastingontduiking konden beschuldigen, had er wel 1,5 miljoen euro voor over om die trust op de Cookeilanden te laten opzetten en zijn hele financiële handel en wandel langs die weg te organiseren.

Uit Offshore Leaks bleek dat het organiseren van die fiscale constructies op belastingparadijzen een business op zich is.

Ryle: Precies, er bestaan gespecialiseerde bedrijven en die bedienen hun klanten perfect op maat. Achter één loket bevinden zich juristen, boekhouders en allerhande experts die ervoor zorgen dat uw geld of uw aandelen zodanig verpakt worden dat ze van buitenaf nauwelijks nog te traceren vallen en dat er niets onwettelijks gebeurt. Na onze publicatie is het grote publiek daarvan nu op de hoogte. Mensen wisten al wel dat grote bedrijven mogelijkheden genoeg hebben om zo weinig mogelijk belastingen te betalen. Maar dat ook individuen zoals hun eigen buur, die niet eens superrijk hoefde te zijn, profiteerde van een apart systeem, dat is bij velen in het verkeerde keelgat geschoten. En dan moet je weten dat wij alleen maar de harde schijven hebben gekregen van twee van die vennootschappen die gespecialiseerd zijn in offshore constructies, terwijl er wereldwijd zo’n 800 van bestaan. We hebben dus maar een fractie van alle fiscale constructies naar boven gehaald.

Had u meer politieke actie verwacht na de publicaties?

Ryle: Ik hoop dat de politici nu echt actie ondernemen tegen de belastingparadijzen. Onder meer EU-commissaris voor Fraudebestrijding, Algirdas Semeta, was toch zeer verheugd met ons werk. Hij beschouwt dit als zeer welgekomen informatie om andere politieke leiders te overtuigen.

Zal het niet bij hoop blijven? Diezelfde EU-commissaris zegt ook: ‘Ik vraag de onderzoeksjournalisten nog meer naar boven te halen.’ Moet hij niet zeggen: ‘Mijn diensten zullen het nu eens uitspitten’?

Ryle: Meer dan publiceren kunnen wij niet doen. En nu we de database voor het grote publiek hebben geopend, komt er allicht nog wel wat meer naar boven. Maar het is nu aan de bevolking om bij de politici aan te dringen op acties en aan de regeringen om er iets aan te doen. De overheden hadden die Offshore Leaks-informatie al veel langer dan wij, maar ze hebben er niets mee gedaan. Wanneer gaat de bevolking beseffen dat sommige regeringen al drie of vier jaar wisten dat veel van hun onderdanen op die manier belastingen ontdoken?

Bestaat er wel een adequate oplossing om die belastingontduiking in de toekomst onmogelijk te maken?

Ryle: Landen zijn perfect in staat om belastingontduiking en -ontwijking te stoppen. Als ze willen, kunnen ze het morgen doen. Maar waarom zouden ze? Het geld blijft immers nooit echt in al die offshore paradijzen. Dat is wat Nicholas Shaxson zo goed beschrijft in zijn boek Treasure Islands. De offshore industrie wordt ‘onshore’ georganiseerd en gecontroleerd in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Zwitserland. Via hun ex-kolonies vloeit het geld terug naar Washington, Londen of Genève.

De banksector is de voorbije jaren wel onder toenemende druk komen te staan om zijn geheimen prijs te geven.

Ryle: Zwitserse banken gaan nu misschien een hogere boete krijgen omdat ze volgens de Amerikaanse wetgeving een misdrijf begaan. Maar wat betekent dat in verhouding met de winsten die ze opstrijken? Als ze een paar honderd miljoen dollar moeten betalen, dan doen ze dat gewoon. Het enige wat echt effect zal hebben om het systeem op te doeken, is dat ze de bankiers oppakken. Maar hen zie je nooit achter tralies verdwijnen.

Zult u ontgoocheld zijn als de Offshore Leaks-publicaties de Pulitzerprijs, zowat de hoogste journalistieke onderscheiding, niet winnen?

Ryle: Ach, eerlijk, ik heb er zelfs nog niet aan gedacht. De Pulitzer is een zeer Amerikaanse bekroning en we moeten daar niet flauw over doen: in Europa en in de rest van de wereld hebben we veel deining veroorzaakt, maar in de Verenigde Staten is het relatief rustig gebleven. In de VS is Offshore Leaks maar zeer moeilijk van de grond gekomen. Onze Amerikaanse partners waren het moeilijkst te overtuigen van het belang ervan. Ze hadden grote namen nodig. Eigenlijk waren ze aan het wachten tot presidentskandidaat Mitt Romney opdook in de databank.

Misschien steekt die wel in de databank van een van die 798 andere vennootschappen die gespecialiseerd zijn in fiscale constructies op belastingparadijzen?

Ryle: Ik check elke dag mijn brievenbus. (lacht)

DOOR HANNES CATTEBEKE EN EWALD PIRONET / FOTO SASKIA VANDERSTICHELE

‘Wanneer gaat de bevolking beseffen dat sommige regeringen al drie of vier jaar wisten dat veel van hun onderdanen op die manier belastingen ontdoken?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content