Gisteren opende Maarten ’t Hart zijn eigen museum in Maassluis. Vandaag komt er nog een rijk gestoffeerde website bij.
Maarten ’t Hart zal zich zijn zesenzestigste verjaardag allicht nog lang geheugen. Gisteren mocht de jarige schrijver in zijn woonplaats Maassluis het eigen schrijversmuseum plechtig voor geopend verklaren. Vandaag krijgt het Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart een virtueel verlengstuk.
Het moet gezegd: deze literaire site is niet zomaar een etalage om voor het eigen winkeltje reclame te maken, zoals dat al te vaak het geval is in de literaire wereld. ’t Hart op zijn onderkoelde, ironische manier heet er de bezoeker welkom maar waarschuwt hem ook: ‘Wellicht vindt u zelfs informatie die u liever gemist had. Troost u met de gedachte dat er nog veel is dat alleen ikzelf weet en nooit aan iemand zal prijsgeven.’
Het digitaal archief werd opgebouwd vanuit de collectie van Ardjan Noorland, een Maarten ’t Hart-fan van het eerste uur. Meer dan 16.000 documenten krijgen zo hun plaats. Maar ook in de permanente opstelling in het fysieke Museum zelf, dat een onderdeel vormt van de bib in Maassluis, werd er dankbaar gebruik gemaakt van dit archief. Heel wat audiovisueel materiaal valt er dagelijks te beluisteren en te bezien.
Het gebeurt de laatste tijd wel vaker dat gerenommeerde auteurs bij leven en welzijn een digitaal platform krijgen om hun rijke oeuvre via het net te ontsluiten – denk maar aan Hella Haasse – maar dat iemand zo jong als ’t Hart nu reeds een jas voor de literaire eeuwigheid krijgt aangemeten, zegt veel over de sterrenstatus van deze populaire verteller.
Frank Hellemans
