De departementen Financiën en Justitie hervormen! Dat is de dwingende opdracht voor de volgende regering, welke ook haar samenstelling mag zijn. Althans, dat was de teneur van de betogen van premier Guy Verhofstadt, SP.A-voorzitter Johan Vande Lanotte en Vlaams minister-president Yves Leterme (CD&V) tijdens het VRT-kanseliersdebat van afgelopen zondag.

Financiën en Justitie behoren tot de kerntaken van de federale staat. En op de uitvoering van die kerntaken valt wel wat aan te merken. In zijn afscheidscollege, eerder dit jaar, toonde de Leuvense professor Wim Moesen aan dat België op de internationale ranglijsten voortreffelijk scoort voor diensten die de overheid aan de non-profitsector uitbesteedt, zoals gezondheidszorg en onderwijs. Voor taken die zij zelf op zich neemt, zoals Justitie en Financiën, is de prestatie ondermaats.

Vorige week nog verklaarde PS-voorzitter Elio Di Rupo Financiën tot rampgebied. Hij deed dat weliswaar nadat zijn partij door vicepremier Didier Reynders en diens liberale MR door de mangel was gehaald na de zoveelste opflakkering van het PS-schandaal in Charleroi.

Enkele dagen eerder echter legde de internationaal gereputeerde hoogleraar fiscaal recht Frans Vanistendael in Terzake 07 gelijksoortige verklaringen af. Volgens Vanistendael is de top van het departement Financiën compleet gepolitiseerd.

Hetzelfde kan ook worden gezegd van Justitie. Of zoals een topmagistraat onlangs beweerde: ‘De PS heeft in de volgende regering geen minister van Justitie meer nodig. Alle sleutelposten op het departement zijn al door PS-creaturen ingenomen.’ En PS-ambtenaren, zo is bekend, rapporteren altijd eerst aan de partijtop en dan pas aan de voogdijminister.

En die politisering van de ambtenarij ging gewoon door, tot aan de vooravond van de verkiezingen. Vlak voor de ontbinding van het parlement en de ingang van de periode van lopende zaken heeft de regering in alle discretie een stoet van topbenoemingen afgewerkt.

De meest cynische, zeg maar stuitende ingreep was de liquidatie van Bob Pleysier als directeur-generaal van het Federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil) en diens vervanging door de PS-aanhorige Isabelle Küntziger. Minister Christian Dupont (PS) van Ambtenarenzaken, Maatschappelijke Integratie, Grootstedelijk Beleid en Gelijke Kansen heeft dat, in naam van zijn partij, zo gewild. De Vlaamse partijen in de federale regering, Open VLD en SP.A-Spirit, keken intussen de andere kant op.

Afgelopen zaterdag ontruimde Pleysier zijn kantoor in de Brusselse Kartuizerstraat. Een bijzonder pijnlijk moment voor de man die in 2002, nadat hij jarenlang aan het hoofd had gestaan van het opvangcentrum Klein Kasteeltje, in opdracht van toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte Fedasil uitbouwde.

Met de medeplichtigheid van Selor, het selectiebureau van de overheid (dat ook al onder de voogdij van Dupont staat), werd de Nederlandsonkundige Küntziger in de evaluatieproeven in stelling gebracht naast Pleysier. Na een gesprek van Küntziger en Pleysier met minister Dupont bleek Küntziger opeens over de grootste vaardigheden te beschikken. Pleysier bleek plots verstoken van de nodige communicatietalenten.

Waarna een hemeltergend geknoei begon om deze beslissing in een Koninklijk Besluit te persen. Daarbij werkte het kabinet van Dupont, zo toonde Pleysier aan, zonder verpinken een fictief taalkader uit. De opmaak van zo’n taalkader is nu eenmaal nodig bij elke federale benoeming van dat niveau.

Opmerkelijk en hoogst onwettelijk: in het Koninklijk Besluit voor de benoeming van Küntziger, op 27 april door de regering goedgekeurd, wordt naar dat taalkader verwezen, terwijl in de tekst die dezelfde dag nog door de koning werd ondertekend van dat taalkader geen sprake meer is. Alleen minister Dupont vindt daar juridisch geen graten in.

Grondwetspecialisten noemen het hoogst gênant dat een KB zoals het is goedgekeurd door de ministerraad verschilt van het door de koning ondertekende KB.

Dat de regering om haar politieke benoemingen te legitimeren zo nonchalant gebruik maakt van de vorstelijke signatuur, wekt het vermoeden dat de Vlaamse regeringspartijen tot veel bereid zijn om de PS aan boord te houden.

In ieder geval was de koninklijke handtekening nooit zo goedkoop.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content