‘MORGEN MAAK IK ME GOEDE VOORNEMENS’

© ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

Maakt u zich geen illusies: ook dit jaar zult u te veel eten, vrijwel nooit fietsen en te weinig tijd maken voor uw geliefden. Uw nieuwjaarsvoornemens deugen namelijk niet, vindt de Nederlandse hoogleraar sociale psychologie Roos Vonk. Die moet je nauwgezet plannen, anders komt er alweer niets van in huis.

Afvallen! Meer bewegen! Stoppen met roken! De top drie van de nieuwjaarsvoornemers is een klassieker. Oh, en we willen ook wat minder werken. Of meer. In elk geval efficiënter. Een recent fenomeen: we zweren dat we minder tijd zullen verprutsen op sociale media, en meer tijd zullen maken voor onszelf. Of voor onze geliefde. Of – eindelijk! – voor een scheiding.

Een week later staan we in een bushokje met een sigaret in een mondhoek Facebook te checken. Voornemens zijn iets voor 2015.

‘De kleuter en de volwassene in ons liggen altijd met elkaar in conflict’, zegt professor Roos Vonk van de Raboud Universiteit Nijmegen. Ze doceert sociale psychologie, is personal coach, en brengt binnenkort Wat je doet ben je zelf uit, een boek over de psychologie van zelfsturing en gedragsverandering. De kleuter, vertelt Vonk, wil het op korte termijn fijn hebben en gaat ongemakken uit de weg. De volwassene heeft een ruimere blik en denkt aan wat ons op de langere termijn gelukkiger kan maken. ‘Dat de kleuter het zo vaak wint, komt onder meer doordat het een onmiddellijke beloning oplevert. Die ligt daar dan lekker op de bank te zwelgen.’ Volwassenen zijn bovendien erg bedreven in smoezen verzinnen: ‘Minder eten stellen we uit tot de zomer, wanneer we in bikini moeten verschijnen. En in de zomer redeneren we dat het ’s winters toch wel makkelijker is om dat ijsje te laten.’

Uitstelgedrag is dé valkuil, volgens Vonk. ‘Nu is niet het goede moment, later zal het makkelijker zijn… Onzin, natuurlijk.

Concreet plan

De vraag is dan natuurlijk: hoe kunnen we echt ons gedrag veranderen? ‘Je moet er niet aan denken, je moet het nu dóén’, bezweert Vonk. ‘En het hele jaar door. Maak eerst een heel concreet plan. De fout is vaak dat we onze voornemens te algemeen formuleren. “Meer bewegen”: dat wordt nooit wat. Je moet het veel specifieker maken: wat ga je precies doen? Waar? Wanneer? Hoe vaak precies? Heb je al goeie schoenen om te gaan lopen? Wat ga je doen als het regent? En als je wilt afvallen: hoe ga je je gedragen wanneer op een feestje de hapjes komen? Door het zeer specifiek te maken, wordt je doelstelling vaak ook een pak realistischer.’

Dingen doen zoals efficiënter werken, is iets makkelijker dan dingen laten, zoals de drank. ‘Dat komt doordat we in het tweede geval zaken moeten onderdrukken. Alsof iemand tegen je zegt: “Denk niet aan witte beren”: dan wordt het erg moeilijk’, zegt Vonk. ‘Je mag wel degelijk de hele tijd denken aan je te veranderen gedrag, maar dan moet je er een draai aan geven. Je moet jezelf eraan herinneren waarom je het wilt veranderen, en aan het feit dat je goed bezig bent: dat je jezelf aan het bevrijden bent van de drank, bijvoorbeeld.’

En als de kleuter in je de boel weer eens saboteert: meteen herpakken! ‘Na één sigaret op een feestje denkt de kleuter makkelijk: voor deze avond is het al om zeep, ik kan nu net zo goed doorpaffen. Niet doen. Dan ontregel je je thermostaat. Ga metéén terug naar je voornemen.’

Het overkomt de besten

Voor het boek gebruikt ze haar eigen ervaring als zelfstandig coach en verzamelde ze honderden wetenschappelijke publicaties uit Europa en de VS. Maar haar geloofwaardigheid kreeg in 2011 een deukje, na de heisa rond professor Diederik Stapel. Hij had op grote schaal data verzonnen, onder meer in een onderzoek waaruit bleek dat vleeseters ‘hufteriger’ – minder sociaal en empathisch – zijn dan vegetariërs. Vonk wist niet van de fraude, maar gebruikte de resultaten in een persbericht van de universiteit.Toen Stapel een fraudeur bleek, werd hij ontslagen. Vonk, die de data en analyses niet had gecheckt, werd door de universiteit een gebrek aan kritische zin verweten en werd berispt wegens onzorgvuldig handelen. Ze erkende dat ze voorbarig was geweest. Ontstond toen het idee voor een boek over zelfverbetering? ‘Niet echt. Ik ben een van de tientallen onderzoekers die bedrogen zijn door Stapel en vind dat ik buitenproportioneel op m’n donder heb gekregen. Ik heb meer dan 150 onderzoeken gedaan waar geen enkel probleem mee was.’ Maar ze zal toen toch ook wel wat voornemens hebben gemaakt? En aangereikte data niet checken: het is wellicht iets waarin je makkelijk hervalt. ‘Weet u, dat was zeer gebruikelijk in ons hele vakgebied’, zegt ze. ‘Maar dat is sindsdien wel fel veranderd. Iedereen heeft toegang tot ieders data, iets wat ik destijds helaas niet had – er wordt minder gebruik gemaakt van geïsoleerde studies, en er zijn meer controlemechanismen en -procedures ingebouwd.’ Meteen herpakken, ze zei het al.

DOOR BERT VOET, ILLUSTRATIE BART SCHOOFS

‘”Meer bewegen”: dat wordt nooit wat. Je moet het veel specifieker maken: wat ga je precies doen? Waar? Wanneer? Hoe vaak precies?’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content