DE OPMARS VAN DE RODE REVOLUTIONAIRTJES

PETER MERTENS Minder doctrine, meer aandacht voor de noden van de 'kleine man'. © PHOTO NEWS

Politici schrijven zelden bestsellers. Dat het nu de voorzitter van de radicaallinkse Partij van de Arbeid (PVDA) overkomt, mag dus een wonder heten. Of een teken des tijds: In Hoe durven ze hekelt Peter Mertens het graaikapitalisme en de bonuscultuur. En zijn verontwaardiging spreekt kennelijk veel mensen aan. De PVDA zit volgens de peilingen in de lift en zou bij de gemeenteraadsverkiezingen wel eens verrassend goed kunnen scoren.

Flashback naar 1 mei 1993. Op haar ‘Feest van de Arbeid’, dat traditiegetrouw aan de VUB plaatsvond, organiseerde de PVDA een debat tussen Kris Merckx en Paul Goossens: een kwarteeuw na mei 68 hadden de twee oud-studentenleiders hun ‘herinneringen’ aan hun wonderjaren te boek gesteld. Bij dat debat hoorde ook een ‘student van vandaag’: de voorzitter van de Marxistisch-Leninistische Beweging (MLB), de militante studentenclub van de PVDA. De jongeman was zenuwachtig. Half stotterend hield hij zijn betoog dat radicaler was dan radicaal, communistischer dan communistisch. Tegelijk diende hij zich aan om de gevestigde machten omver te werpen en de eigen partijleiding ter wille te zijn. Goossens hoorde het met zichtbare scepsis aan: een soortgelijk vuur moet in 1968 in de jonge Chinese brigadisten zijn ontstoken tijdens hun noodlottige ‘Culturele Revolutie’. Na het debat werd een glas gedronken in de schaduw van een zelfgemaakte, metershoge Lenin in gips.

Spoel door naar februari 2012, de Fnac in Leuven. In het bestsellerrekje waar tijdens de kerstkoopjes nog Haruki Murakami prijkte, staat nu Hoe durven ze van Peter Mertens. Op het omslag prijkt het portret van de auteur. Hij is wat ouder geworden, maar hij oogt veel minder verkrampt dan toen hij als MLB’er die eerste mei 1993 de marxistisch-leninistische moraal predikte. De evolutie van Peter Mertens staat blijkbaar model voor het traject van zijn partij.

Hoe durven ze is naar Vlaamse normen een bestseller. Er werden al meer dan tienduizend exemplaren van verkocht. Een cijfer waar collega’s-schrijvende politici alleen maar van kunnen dromen. Het boek staat hoog genoteerd in de diverse top tienen, in die van De Standaard der Letteren zelfs op de eerste plaats. Het moet Mertens deugd gedaan hebben dat hij daarmee het boek over voormalig Vlaams Belangpolitica Marie-Rose Morel op de tweede plaats hield.

Het ene succes brengt het andere mee. Jarenlang klaagde de PVDA over een feitelijke mediaboycot. Vandaag is voorzitter Mertens alomtegenwoordig. Vorige week nog was hij zowel bij TerZake (VRT) als bij Polspoel (Kanaal Z) te gast. En hij is niet de enige van zijn partij die in beeld komt. De media erkennen Tom De Meester van de PVDA-studiedienst als een gedegen energiespecialist en voeren hem zo op. Begin februari behaalde PVDA-advocaat Jan Fermon nog een eclatant succes door de voormalige bedrijfsleiding van Eternit in Italië tot celstraffen en zware boetes te laten veroordelen. De ‘rode advocaat’ die de top van het bedrijfsleven veroordeeld krijgt: het is illustratief voor de geestdrift die de PVDA vandaag uitstraalt.

Nu ja, aan geestdrift heeft het PVDA’ers nooit ontbroken, al was die indertijd maar voor een bijzonder beperkte groep echt aanstekelijk. Toen Mertens begin jaren negentig zijn eerste stappen in de politiek zette, gaf de PVDA ondanks de val van de Muur nog altijd de indruk dat de toekomst aan het klassieke communisme was – en dan liefst de meest dogmatische interpretatie ervan. Die overtuiging leefde al bij de studentenleiders van het Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond (KVHV) die in 1968 de Studenten Vakbeweging (SVB) oprichtten. De radicale kern daarvan evolueerde verder tot ‘Alle Macht aan de Arbeiders’ (Amada). Vanaf 1979 werd dat de PVDA. De bekendste namen waren die van dokter Kris Merckx en partijvoorzitter en publicist Ludo Martens.

Geneeskunde voor het volk

Merckx was het gezicht van talloze acties: de radicale rode dokter, veel te links om enig electoraal succes te hebben, ook niet bij de arbeiders, maar koppig en volhoudend genoeg om enig respect af te dwingen. Dat gold voor wel meer PVDA-organisaties. Dokters van ‘Geneeskunde voor het volk’ vestigden zich in arbeidersbuurten in Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Niet alle artsen van ‘Geneeskunde voor het Volk’ zijn lid van de PVDA, maar de organisatie heeft wel structurele banden met die partij. De dokters weiger(d)en hun lidgeld te betalen aan de Orde van Geneesheren, die hen daarvoor ongenadig heeft opgejaagd: dokters werden geschorst, inboedels met de hulp van de Rijkswacht in beslag genomen. Het kwam zelfs tot een poging om Kris Merckx in de psychiatrie te drijven.

De zusterorganisatie, ‘Geneeskunde voor de Derde Wereld’, kwam in de tweede helft van de jaren tachtig in het nieuws met de kidnapping van dokter Jan Cools in Beiroet. En met de dood van dokter Michael De Witte in El Salvador, die zich bij de linkse FMLN-guerrilla had aangesloten. Uitgeverij ‘Epo’ (de volle naam ‘Education Prolétarienne – Proletariese Opvoeding’ is in onbruik geraakt) kende en kent enig succes met haar voornamelijk links-kritisch fonds. De aan Epo verbonden boekhandel De Groene Waterman is een van de beste Antwerpse boekhandels. Jan Fermon is samen met Zohra Othman (de partner van Peter Mertens) het gezicht van Progress Lawyers Network, een hippere naam voor ‘Advocaten voor het Volk’. Zo speelde dit minipartijtje al jaren maatschappelijk ver boven zijn eigen electorale gewicht.

En ook al stelden Amada en de PVDA bij verkiezingen weinig voor, hun militanten waren wel berucht: bij universiteitsbesturen, bij bedrijfsleiders, bij vakbondsbazen, bij Rijkswacht en Staatsveiligheid ook. Waar de PVDA verscheen, was het hommeles – en omgekeerd: waar het hommeles was, dook de PVDA op. Er kon – en kan – geen grote sociale actie gevoerd worden waar de PVDA, ondanks haar beperkte ledenbestand, níét vertegenwoordigd was: stakingen in havens en mijnen, sociale onrust bij de Boelwerf of Ford Genk, betogingen tegen racisme, tegen fascisme, tegen de Golfoorlog, tegen Europa, tegen Amerika: overal waren de PVDA’ers aanwezig, lieten ze van zich horen, klampten ze omstanders aan: om het speciale nummer van partijkrant Solidair te kopen. Niet toevallig werden de middenpagina’s van dat blad jarenlang gewijd aan eenzelfde rubriek: ‘Overal strijd’.

De PVDA ‘oude stijl’ droeg in alles de stempel van de toenmalige voorzitter Ludo Martens (1946- 2011). Wat officieel marxistisch-leninistisch heette, evolueerde zelfs in de richting van een stalinistische partijopvatting. Martens en zijn vaste kern medestanders vonden ook niet dat dit ‘politieke’ opvattingen waren: zij beleden het ‘wetenschappelijke socialisme’. Het ging niet om meningen of opvattingen, maar om het doorgronden van De Waarheid. Die ultra-doctrinaire inhoudelijke koers werd ook weerspiegeld in de werking van de partij. Wie tot de PVDA toetrad, veranderde van leven. Critici hadden het niet onterecht over een linkse sekte. En wat zo kenmerkend is voor elk sectair genootschap: de bitterste critici waren meestal oud-PVDA’ers die met hun vroegere kameraden gebroken hadden.

Geen boodschap

Het heeft vele jaren geduurd voor het de PVDA-kopstukken begon te dagen dat de arbeidersklasse van dit land geen boodschap had aan hun boodschap: hoe hard ze voor fabriekspoorten en op straat ook hun best deden, hoe zuiver ze ook waren in de marxistische lijn. Des te pijnlijker was het grote succes van het gehate VB bij diezelfde arbeiders.

Bij de verkiezingen van 2003 dachten ze de kip met de gouden eieren gevonden te hebben in de vorming van Resist, een kartellijst samen met de beweging van Dyab Abou Jahjah. De verwachtingen waren hooggespannen (tot drie zetels), wat het echec nog pijnlijker maakte. Doorgaans haalde de PVDA ongeveer 0,5 procent van de stemmen. Nu was dat nog een stuk minder. Secretaris-generaal Nadine Rosa Rosso werd verantwoordelijk gehouden voor de nederlaag (zeg maar: de autodestructie) van de partij. Zij werd prompt uitgesloten.

Op het VIIIe Partijcongres (dat heet echt zo) in maart 2008 werd Peter Mertens de nieuwe partijvoorzitter. Hij belichaamt een tendens die inspiratie zocht bij het Nederlandse succes van de Socialistische Partij (SP). Ook Jan Marijnissen was ooit een ‘wetenschappelijk marxist’. Maar hij besefte dat een linkse partij niet louter op inzichten uit de geschiedenis en de doctrine mag teren, maar de actuele noden en verzuchtingen van de ‘kleine man’ moet vertolken. En als die modale Nederlander zich zorgen maakt om bepaalde excessen en bijverschijnselen van de multiculturele samenleving, dan doet de SP dat ook.

In Vlaanderen had de Antwerpse PVDA-arts Dirk Van Duppen als eerste die strategie gehuldigd. In 2005 opende die met het ‘kiwimodel’ voor geneesmiddelen een frontale aanval op de winsten van de farmaceutische nijverheid. SP.A-voorzitter Steve Stevaert probeerde die kiwi snel in te pikken en maakte zich en passant erg boos op de eigen socialistische studiedienst: waarom een eenzame linkse dokter wel en zij niet op zo’n evident idee waren gekomen. Maar het was met het boek van PVDA’er Van Duppen dat met name de KWB (de vormingsorganisatie van het ACW) langdurig actie voerde.

Op die weg is de PVDA verder gegaan. Dat leidde al snel tot enige ‘winst’ bij verkiezingen: 1,3 procent in 2010. De PVDA-score in een belangrijk grootstedelijk kanton als Antwerpen (4,1 %) verklaart zelfs waarom SP.A (Janssens) en Groen (Van Besien) daar beneden hun verwachtingen bleven. De gemeenteraadsverkiezingen van 2006 hebben de PVDA trouwens veertien zetels opgeleverd. Niet toevallig daar waar ‘Geneeskunde voor het Volk’ actief is: in Herstal (1), in Seraing (1), La Louvière (1), Genk (1), Lommel (1), zelfs zes in Zelzate. Er zitten ook PVDA’ers in de Antwerpse districten Deurne (1) en Hoboken (2).

Vandaar ook het optimisme van de PVDA met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012: als er één electoraal niveau is waar ze zichzelf al hebben ‘bewezen’, dan wel het gemeentelijke. Eerste peilingen beloven inderdaad een paar zetels, onder meer in Antwerpen. Die lokale verankering mag vreemd lijken voor een partij die zich vooral met de ‘grote’ vraagstukken van de politiek bezighoudt, maar bij de PVDA is ook buurtwerking altijd heel belangrijk geweest. En enig populisme is de voormalige ‘wetenschappelijk marxisten’ daarbij niet langer vreemd. In 2006 al focuste de partij op de hoge elektriciteitsfacturen – energie is helemaal geen gemeentelijk thema, maar dat is de nieuwe PVDA een zorg. En het lijkt aan te slaan ook.

Of dat zal leiden tot een echte doorbraak, in navolging van de SP in Nederland, is een andere vraag. In Nederland of Duitsland bereiken de partijen ter linkerzijde regelmatig meer dan dertig en zelfs veertig procent van de kiezers. Sinds 2004 slagen in Vlaanderen SP.A en Groen er samen niet meer in om 25 procent te halen. De electorale vijver wordt niet per definitie groter met klein-links erbij: hij wordt alleen drukker bevist.

DOOR WALTER PAULI

Ook al stelde Amada bij verkiezingen weinig voor, zijn militanten waren wel berucht bij bedrijfsleiders, Rijkswachters en Staatsveiligheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content