Niet alleen motorisch of mentaal gehandicapten vinden baat bij een muziektherapie, maar ook mensen met een depressie of een neurose.

ROOSJE IS ELF. Ze verloor haar moeder toen ze twee was. Haar vader is hertrouwd en dat heeft Roosje nooit aanvaard. Zelfs na vele jaren blijft Roosje het haar stiefmoeder moeilijk maken. Binnen en buiten het gezin lokt Roosje conflicten uit, maar zelf blijft ze buiten schot. Ogenschijnlijk is ze lief, maar ze manipuleert haar omgeving op meesterlijke wijze. Omdat de toestand thuis en op school onhoudbaar werd, schakelden haar ouders een therapeut in.

?Roosje heeft het rouwproces om haar moeder nooit verwerkt,? zegt Stijn Leijssen. ?Dat verdriet kon ze als peuter en kleuter niet hanteren. Het sterven van haar biologische moeder veroorzaakte niet alleen verdriet maar waarschijnlijk ook veel woede, waar ze helemaal geen blijf mee wist. Woede is een natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van een rouwproces, maar tegelijk belemmert het de verwerking ervan. Wie durft voluit kwaad te zijn op een dode omdat die je in de steek liet ? Een kind van twee of drie kan niet omgaan met dat gevoel, het herkent die woede niet eens als de omgeving daar een taboe rond weeft. Roosje verbergt haar kwaadheid nog steeds.?

Tijdens de sessies muziektherapie uit ze haar woede, zij het heel voorzichtig en zonder het zelf te weten. Het liefst improviseert ze op een cimbaal, ondersteund door het pianospel van de therapeut. Met één hand slaat ze zachtjes op het klankbekken, maar meestal ernaast, zodat je het niet eens hoort. Met het stokje in de andere hand streelt ze de cimbaal. Slaan en strelen, het komt steeds weer terug. Op die manier drukt ze haar innerlijk conflict uit : kwaadheid en tegelijk de angst ervoor. Door die diepere aspecten uit te beelden en te bespreken, wordt die kwaadheid langzaamaan ongedaan gemaakt. ?Ze vraagt telkens opnieuw om dit soort improvisatie : zij op de cimbaal, ik op de piano. En Roosje werd veel toegankelijker dan toen ze hier pas kwam, ook voor haar ouders.?

Stijn Leijssen is één van de eerste muziektherapeuten die het Lemmensinstituut van Leuven afleverde : in juni behaalde de eerste lichting van vier het diploma. Een opgelegd leerplan van vijf jaar om een eerste prijs notenleer te behalen, een eerste prijs klarinet, muziekgeschiedenis en kamermuziek.

?Die vakken hebben enkel met muziek te maken,? zegt Leijssen. ?Maar tijdens mijn studies waren er ook allerlei keuzevakken en ik koos voor muziektherapie.?

HARTSLAG.

Leijssen was één jaar aan het werk als klarinetleraar toen hij vernam dat het Lemmensinstituut een volledige opleiding muziektherapie verstrekte, en hij ging terug naar school. Normaal gezien, beslaat die studierichting vijf jaar, maar omdat drie anderen en hij al minstens een kandidaatsdiploma hadden, mochten ze meteen naar het licentiaat. Drie jaar volgden ze samen met de studenten pyschologie diverse cursussen aan de KU Leuven. Ze studeerden onder andere psychopathologie, psychiatrie, kinderpsychiatrie… Daarnaast kregen ze nog een muzikaal technisch deel te verwerken : niet langer sonates van Beethoven en aanverwanten, maar improviseren op piano, gitaar en slagwerk, en vakken als muziektherapeutische spelvormen.

?Hoe beter je muzikale achtergrond is hoe liever, als je goed muziektherapeut wil worden,? zegt Leijssen. ?Als je veeleer zwak bent in muziek, kun je niet vlot letterlijk en figuurlijk inspelen op je cliënt. Pas als je je de muzikale materie zo eigen hebt gemaakt dat je er niet meer aan hoeft te denken, kun je ze ter plekke toepassen en sta je open voor wat zich aandient. Dan heb je, zoals Freud het zei, een vol achterhoofd maar een leeg voorhoofd.?

Al bij al is het een zeer grondige opleiding die resulteert in het diploma van Meester in de Muziektherapie, een graad die is gelijkgesteld aan die van de universiteit.

?In onze buurlanden bestaat zo’n opleiding al jaren,? zegt Leijssen. ?De meeste daarvan zijn ecclectisch, die van het Lemmensinstituut is coherenter. Onze opleiding is psychoanalytisch georiënteerd. Nee, Freud was daar nog niet mee bezig, zijn volgelingen wel. De psychoanalyse spreekt me erg aan, omwille van het rijke denkkader en het genuanceerde beeld van hoe muziek op de mens kan inwerken. Muziek spreekt iedereen aan en ieder mens heeft er gevoel voor, ook zwaar mentaal gehandicapten. De verklaring daarvoor berust op een zeer plausibele hypothese : iedereen is van voor zijn geboorte vertrouwd met muziek. Elke foetus heeft een intens contact met geluiden. De hartslag van de moeder, bijvoorbeeld, is een dreun van vijftig, zestig decibel, die bestaat uit twee delen : een aanhoudend gezoem en een beat. Ook de stappen van de moeder wiegen het kind op een bepaald ritme. Omdat muziek iedereen aanspreekt, kan muziektherapie die groep van mensen bereiken bij wie andere behandelingen soms stranden. Ik denk aan motorisch en mentaal gehandicapten, of in het geval van dementie of autisme. Maar ook mensen met, bijvoorbeeld, een depressie of een neurose vinden heil en hulp in muziek. Een psychisch probleem kan op verschillende manieren benaderd worden. Verbale therapie is de oudste manier : praten om problemen duidelijk te krijgen, om ze te verhelderen en te verhelpen. Mettertijd is men gaan inzien dat therapieën door middel van een niet-verbaal medium als dansen, boetseren, muziek, erg vruchtbaar kunnen zijn. Deze benadering is aangewezen wanneer de cliënt terugschrikt voor verwoording of wanneer de problematiek teruggaat tot de pre-verbale fasen, voor de leeftijd van vier jaar. Muziek doet je gedeeltelijk terugkeren naar die fase, en biedt je tegelijk de nodige veiligheid om die regressie aan te kunnen. Muziek bestaat immers uit weerkerende melodieën, ritmes, harmonieën. Op die manier is ze voorspelbaar en dus veilig, en ze nodigt uit om je aan haar over te geven. Met andere woorden : bepaalde afweermechanismen die je nodig had om je innerlijk conflict te verdringen, kan je even loslaten waardoor het eigenlijke probleem aan de oppervlakte komt.?

DIDGERIDOO.

Moet je muziek kennen om baat te vinden bij een muziektherapie ? ?Daarvoor heb je zeker geen muzikale achtergrond nodig,? antwoordt Leijssen. ?Je moet geen instrument kunnen bespelen of noten kunnen lezen. Muziek maken, is geen doel op zich maar een middel. Elke therapie is eerst en vooral het opbouwen van een relatie met de therapeut. Muziek is ook een vorm van communicatie, en ook in een muziektherapie is het woord nooit afwezig, maar muziek geeft er een eerste vorm aan. Vaak dring je pas na veel moeite door tot de ander. Sommige mensen zijn zo gekwetst dat ze zich totaal afsluiten omdat ieder contact bedreigend is. Met muziek heb je minder controle dan met woorden over wat je naar buiten brengt, maar het voelt wel veilig aan omdat het onuitgesproken blijft. Ook de inwendige structuur van muziek geeft veiligheid, omdat het een houvast biedt door een ritme, een een maat, een metrum, een melodie. De cliënt improviseert, en al improviserend kom je tot een vorm die voor de betrokkene overzichtelijk is. Daardoor kan hij of zij er een beetje afstand van nemen, en dat is helend. Als je te dicht op een probleem zit, overspoelt het je, het achtervolgt je als het ware. Angst, bijvoorbeeld, kan zo dicht op je vel zitten, dat het je verlamt. Door die angst onbewust te symboliseren in een muzikale vorm met een ritme en een melodie, kun je je angst meer relativeren en van je afzetten. Dat overweldigende, massieve gevoel wordt gemakkelijker voelbaar en verteerbaar, waardoor je het onder ogen kunt zien en het gevoel toegankelijk wordt voor woorden.?

Een muziektherapeut kan verschillende posities innemen. Luisteren naar wat de patiënt doet, samen met hem musiceren, of voor de patiënt spelen. Daarvoor heeft Leijssen Orff-instrumenten, een piano en allerlei slaginstrumenten ter beschikking. Zelf speelt hij ook didgeridoo, het blaasinstrument van de Australische aboriginals. De didgeridoo heeft een rustgevende oerklank, heel diep, gonzend en monotoon. ?Het is een klank die associaties oproept met wat een kind hoort in de baarmoeder,? zegt hij.

Griet Schrauwen

Stijn Leijssen : (03) 248.32.64

De didgeridoo heeft een rustgevende oerklank, heel diep, gonzend en monotoon. De klank roept associaties op met wat een kind hoort in de baarmoeder, zegt Stijn Leijssen.

Stijn Leijssen : De inwendigde structuur van muziek geeft veiligheid.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content