Het eiland Yerevan

Yerevan-centrum is een eiland van weelde in tranendal Armenie. Hier wonen de mooiste mensen, rijden de duurste wagens, verkopen de modernste winkels de laatste nieuwe mode. Geen gezoek meer naar een geldautomaat, of een restaurant. Pizza, fastfood, traditioneel Armeens, Chinees of Indisch, er is keuze te over. Een luxe in vergelijking met het Armeense “vasteland” waar je eet wat de pot schaft. In de uitgaansbuurt aan de opera kan je chillen en loungen in trendy bars en clubs als Mokka, Bunker, Keller of Kube.

Haaks op het regelmatige stratenplan krijgt de nieuwe winkelwandelstraat Hyusisayin Poghots, of de “Noorderlaan”, stilaan vorm. Het prestigeproject met imposante kantoorcomplexen en ruime flats laat de welgestelde stadsmens weldra toe zich al shoppend van opera naar Republieksplein te begeven. Onteigeningen zijn al lang achter de rug, hoogtekranen werken ijverig door, de eerste modezaken wachten op klanten.

“Met al dat beton ben ik mijn zicht op de Araratberg kwijt”, sakkert Anahit, die een appartement, vijf hoog, aan het operaplein betrekt. We huren er een kamer waar we ons al snel thuis voelen. In de woonkamer hangt een permanente tentoonstelling met schilderijen van Anahits vader. “In de Sovjet-periode werd deze blok speciaal voor de kunstschilders gebouwd. Iedereen die hier nu woont, meestal nazaten van schilders, heeft een huis vol kunst.”

“Men zou hier beter een winterstop voor toeristen invoeren”, vindt Anahit. “Armenie is een zomerland. Yerevan bruist bij hoge temperaturen. Dan wordt er buiten geleefd tot laat in de nacht. Deze stad telt inmiddels meer cafe’s en terrassen dan er klanten voor zijn. Maar nu kruipen de mensen binnen. Je ziet geen tien procent van het land. Zonde van jullie geld.”

Tja, we moeten ergens overwinteren.

Als Anahit ’s avonds piano speelt, vult het huis zich met rust. Ik voel me als een kat die achter de oren wordt gekrabd.

’s Winters verandert de vijver aan de opera in een populaire ijspiste. Voor twee euro huur je hier een paar schaatsen om een uur lang rondjes te draaien bij melige instrumentale lovesongs. Veel volk vanavond. Opa’s met kleinkinderen, verliefde paren hand in hand, pubers op versiertoer.

Anja wil me wel eens op mijn bek zien gaan. Na een half uur drummen bij de verhuurdienst, krijg ik een paar versleten schaatsen met te korte veters en messen die zo bot zijn dat ik er gemakkelijker zijwaarts mee kan glijden. De knellende pijn wint het van de fun, en na een kwartier zit ik alweer in mijn vertrouwde botinnen.

In Armenie trekken de kerken nog volk en worden tradities in ere gehouden. Op drie februari viert jong Armenie de heilige Sarkis, beschermer van de liefde. Armeense Valentijnsdag zeg maar.

Aan de Sarkiskerk verkopen oude vrouwtjes kleurrijke boeketten gedroogde bloemen en bundels hazelaartakken. Honderden kaarsjes doen er de sneeuw smelten. De kerk zit afgeladen vol. Pas getrouwde koppels schuiven geduldig aan. De pastoor laat zijn kruis kussen en wordt er voor betaald. De zegen kost geld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content