Op doktersbezoek in Iran

Omdat Anja maar niet beter wordt, zoeken we een dokter op in een ziekenhuis in Esfahan. Een man die zich voorstelt als kolonel Naz maakt ons wegwijs in de overbevolkte gangen. Eerst moeten we de consultatie aan het loket betalen. Kostprijs: anderhalve euro. We worden aangestaard. Tot een stuiptrekkende jongen op een bed wordt binnen gereden, en alle aandacht naar zich toe trekt.

We hoeven niet te wachten en mogen meteen bij de huisdokter. Privacy bestaat hier niet. De deur blijft open staan, mensen lopen binnen en buiten, en kolonel Naz is er ongevraagd bij om te vertalen, hoewel de dokter ook Engels kan.

De arts kijkt in Anja’s keel, plaatst vervolgens zijn stethoscoop op haar rug, en luistert doorheen twee dikke lagen fleece-stof naar de longen. Tenzij in noodgevallen, worden hier geen lichaamsdelen ontbloot.

Een moeder met een wenend kind komt in paniek binnen gelopen. De dokter kijkt even in het bloedende oogje en stuurt hen door naar de oogarts. Wij krijgen een voorschrift voor medicatie mee, geschreven in het Farsi. Geen diagnose, geen verdere uitleg.

Ook in de aanpalende apotheek is het aanschuiven. De apotheker geeft drie soorten pillen en tabletten mee, een reservoir zoutoplossing om de keel te spoelen, en een injectiespuit met een flesje serum. “Gewoon intramusculair inspuiten”, zegt hij alsof we dat elke dag doen. Omdat bijsluiters ontbreken, laten we het spuitje voor wat het is. We betalen 2,5 euro voor alle medicatie.

Twee dagen later keren we terug omdat er geen beterschap is en Anja blijft hoesten. Een andere dokter stelt, na een even vluchtig onderzoek, een nieuw voorschrift op, met andere medicatie. “Vergeet die eerste pillen maar. Neem vanaf nu deze.” We weten niet meer wie te geloven, en gokken toch maar op de eerste.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content