In 1983 richt Paul Buysse, huidig voorzitter van de raad van bestuur van Bekaert, het Nieuw Economisch Appel (NEA) op. De lijst van vooraanstaande leden uit het zakenleven, de ambtenarij, de politiek, de magistratuur en de journalistiek mag er wezen. Het NEA is dan ook uitgegroeid tot een belangrijk netwerk. Een voorpublicatie uit het boek ‘De elite van België. Welkom in de club’ van journalist Jan Puype.

De 59-jarige selfmade man Paul Buysse is een bezige bij. Nadat hij in de jaren zestig zijn carrière was gestart bij de marketingafdeling van autobouwer Ford, kwam hij na een aantal tussenstappen in 1992 aan het hoofd te staan van het Britse BTR of British Tire & Rubber. Vanuit zijn standplaats Londen werd Buysse er verantwoordelijk voor een groep met een jaaromzet van 3,9 miljard euro en wereldwijd een veertigtal fabrieken. In 1998 stapte hij te Londen over naar het defensiebedrijf Vickers en in mei 2000 keerde hij terug naar zijn heimat. Daar werd hij voorzitter van de raad van bestuur van Bekaert. Buysse werd er de eerste niet-familiale voorzitter van de West-Vlaamse groep die in 2001 een omzet realiseerde van 2,8 miljard euro en goed was voor een werkgelegenheid van 17.461 werknemers.

Daarnaast zetelt Paul Buysse vandaag in een rits bestuursraden gaande van privé-bedrijven als Winterthur, Fortis en Videohouse (waarvan hij voorzitter is), over Voka, het vroegere VEV, tot het directiecomité van het VBO. Ook is hij voorzitter van het College der Censoren van de Nationale Bank van België, lid van de Hoge Raad Universiteit Antwerpen en erevoorzitter van de Antwerpse rechtbank van koophandel. Ook met het Belgische vorstenhuis is hij dikke maatjes: zo staat hij aan het hoofd van het Prins Filipfonds en is hij stichter alsook voorzitter van de Antwerpse steunraad van de Koning Boudewijnstichting. Bovendien wendt hij zijn invloed ook aan om de nodige fondsen te verzamelen voor het koning Boudewijn-monument op de Antwerpse Linkeroever. Niet verwonderlijk dat zo’n duivel-doet-al met de nodige titels werd overladen: terwijl hij in 1993 door het koningshuis tot ridder werd geslagen, volgde in 1998 zijn baronnentitel. Ook is hij sinds 2001 Commandeur in de Orde van Leopold II, terwijl hij eerder al door het Nederlandse vorstenhuis tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau, door de Franse republiek tot Officier dans l’Ordre National du Mérite en door de Britse koningin tot Commander of the British Empire werd gebombardeerd.

Zoveel ronkende titels en ondernemingsgeweld vraagt om netwerken en Buysse heeft zich dan ook altijd als geen ander in het clubleven vastgebeten. Naast zijn huidige lidmaatschap van De Warande was hij jarenlang lid van een Kempense Lionsclub, die hij later zou inruilen voor de Orde van den Prince. Na talrijke clubvergaderingen te hebben bijgewoond, hield hij het ook daar voor bekeken. Paul Buysse: ‘Er manifesteerde zich een geweldige vervlakking, zowel inzake ledenrekrutering als wat betreft debatcultuur. De leden kwamen bij elkaar om te eten, naar een voordracht te luisteren en keerden meteen nadien naar huis terug. Er was in tegenstelling tot vroegere periodes geen plaats meer voor een project. Wij hebben in Vlaanderen geen debatcultuur en intellectuele bezinning meer. Nochtans is het juist daardoor groot geworden. Vlaanderen is toch meer dan eten en drinken.’

‘Wat ik zelf doe, doe ik beter’ moet Buysse gedacht hebben en in 1983 staat hij samen met een aantal anderen aan de wieg van het NEA. Een internationale economische crisis trok op dat ogenblik door ons land. Het plaatste bedrijfsleiders voor nieuwe uitdagingen. Ook Buysse. In een Trends-artikel zei hij over dat jaar: ‘Ik kreeg net een moeilijke uitdaging als bedrijfsleider van Tenneco. In mijn vriendenkring, ik was 38, zaten wel meer knapen die steun en nestwarmte zochten. Daarom kwam het NEA tot stand. Het mocht geen kopie van een Rotary worden, maar moest een nieuw soort genootschap worden waar in alle vrijheid en met veel respect voor andermans mening werd gedebatteerd. Ik heb in 1983 vijfduizend frank op tafel gegooid en we zijn begonnen.’ Een machtige denktank

Het doel is na al die jaren ongewijzigd gebleven. Vanaf de oprichting zijn ook niet-ondernemers welkom om er mee te discussiëren en na te denken over allerhande maatschappelijke thema’s. Paul Buysse: ‘Bedrijven ontstaan vanuit de samenleving: hoe groot ze ook mogen zijn, ze zijn kleinschalig begonnen. Economie kun je niet loskoppelen van de samenleving. Doel is om binnen het NEA te debatteren over zowel politieke, sociale, economische, artistieke, literaire als filosofische thema’s. Het zijn allemaal impulsen die de gemeenschap rijk maken. Het is dus als individu belangrijk om stil te staan bij zoveel mogelijk maatschappelijke aspecten, om erover na te denken. Het stelt je in staat om beter je functie uit te oefenen. Dit geldt zowel voor een ondernemer, als voor een politicus of een rechter. Zij moeten in tegenstelling tot het bedrijfsleven geen product afleveren, maar wel een perfecte dienst. Als ze dit niet doen, ondergraven ze de democratie. Wij pretenderen niet dat we de wereld gaan veranderen. Meer nog, we streven zelfs geen programma na. We willen alleen op sociaal en intellectueel vlak betere en rijkere mensen worden, ieder in zijn omgeving.’

Sinds de start van de club troepen de leden acht keer per jaar samen. Omdat het NEA geen vast clublokaal heeft, wisselt telkens de plaats van afspraak. Vaak wordt er vergaderd bij een van de leden thuis, terwijl ook de Vlaamse topclub De Warande en sommige achterkamers in bedrijven al dienst deden als clubdecor. Het stramien van een NEA-avond is eenvoudig: gedurende ruim een halfuur luisteren de leden naar een gastspreker waarna over het behandelde thema gedurende een uur à anderhalf uur verder wordt gediscussieerd. Opmerkelijk is dat in tegenstelling tot de meeste andere clubs er op de NEA-bijeenkomsten geen culinaire hoogstandjes worden geserveerd. Buysse: ‘We houden het bewust sober. De grote diners zijn niet aan ons besteed. Eerst eten we gezamenlijk een sandwich en drinken een koffie, nadien volgt het debatgedeelte.’ Alcohol is er uit den boze. Paul Buysse: ‘Het bevordert de dialoog niet.’

Niettegenstaande de jarenlange drooglegging, is de lijst van belangrijke gastsprekers die de club wist te strikken imposant. Is het nu de voorzitter van het college van procureurs-generaal, toppolitici uit alle windrichtingen of de goden van de bedrijfswereld, voor het NEA maakten ze allen tijd vrij. Ook de discussieonderwerpen bestrijken een brede waaier, gaande van de toekomst van de katholieke kerk of de werking van het justitiële apparaat, over het samengaan van ecologie en economie, het sociaal overleg, de media, het nieuwe socialisme van Steve Stevaert, tot de plaats van het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie.

Als debatclub gaat het NEA ook controversiële onderwerpen niet uit de weg. Ondanks het cordon sanitaire rond het Vlaams Blok mocht Gerolf Annemans al in januari 1991 er zijn zegje doen. Paul Buysse: ‘We wilden wel eens weten wat dat Vlaams Blok nu in feite was. Zijn het fascisten of niet? Dat debat is uitermate scherp, maar zoals altijd hoffelijk, verlopen. Aangezien het om een vertrouwelijk gezelschap gaat, gaat het er altijd vrij en vrank toe.’

Vandaag telt het NEA een zestigtal leden, hoofdzakelijk uit het Antwerpse. Naast personen actief aan de top in onze bedrijfswereld (o.m. Ludo Maes, eigenaar van Videohouse; Luc Meurrens, topman AviaPartner; Eric Verbeeck, Antwerps bouwondernemer) telt het NEA journalisten en vooraanstaande overheidsambtenaren (o.m. Luc De Decker, ondervoorzitter Antwerpse Rechtbank van Koophandel; Leon Leenders, hoofdcommissaris Federale Politie). Ook advocaten en politici (o.m. Vlaams minister Kris Peeters) zijn lid, terwijl de academische wereld een aantal pionnen naar voren heeft geschoven. Toch is de titel niet echt van tel, stelt Paul Buysse: ‘Belangrijker is dat je intellectueel bereid moet zijn tot dialoog. NEA-leden zijn in verschillende sectoren actief, maar ze delen de grote betrokkenheid met de samenleving. Ze zijn hongerig om te leren. Het is dan ook mijn taak om de aard en de geest van het NEA te beschermen en dit door er zorg voor te dragen dat mensen die voor vervlakking zorgen of wegens platvloerse mercantiele redenen willen toetreden, in het NEA niet kunnen infiltreren. Vooraleer we iemand lid maken, neemt de kandidaat deel aan enkele vergaderingen. We merken dan meteen of die persoon over de juiste ingesteldheid en het juiste karakter beschikt. Joviaal of extravert zijn, is geen criterium.’ Alle leden kunnen kandidaten voordragen en een persoon wordt pas als lid opgenomen nadat alle leden, en in de eerste plaats Buysse zelf, zich ermee akkoord hebben verklaard.

Een collega-journalist omschreef het clubje ooit als een van de machtigste denktanks van Vlaanderen. Buysse reageert: ‘Ik vond dat een compliment. Ik denk dat wij invloed hebben, maar die manifesteert zich niet in concrete projecten.’ Nadat de discussie is afgerond wordt de clubavond iedere keer afgesloten met het Glas van de Vriendschap, wat betekent dat de drooglegging, eindelijk, wordt opgeheven.

The Great Dictator

Buysse blijft tot op de dag van vandaag de grote bezieler van de club. Sinds het ontstaan heeft hij voor een bijeenkomst slechts tweemaal verstek moeten geven. Tijdens zijn jarenlange verblijf in Groot-Brittannië reisde hij speciaal naar België om de NEA-vergaderingen te leiden. Zoveel ijver blijft niet zonder gevolg. Paul Buysse: ‘Ik heb het meest dictatoriale clubje van België. We hebben geen statuten en bij de NEA-start heb ik eens een intern reglement geschreven waarin ik mezelf tot voorzitter voor het leven benoemde, bepaalde dat er geen interne verkiezingen zijn, dat ik over de nieuwe leden beslis, de onderwerpkeuze en de spreker van de vergadering kies enzovoort. In feite alles dus.’

Toch stelt het NEA zich open voor pottenkijkers. In tegenstelling tot vele andere selecte onderonsjes maakt Buysse er geen probleem van wanneer ik inzage in de ledenlijst vraag. De pleinvrees van de andere clubs begrijpt hij niet goed: ‘Ik hou niet van geheimzinnigheid of van konkelfoezen. Ik ageer met open vizier en doe de dingen die ik denk te moeten doen.’ Zowaar, een verlicht despoot.

Aan een aantal voormalige leden wil de club, en dus in de eerste plaats haar président-fondateur, liever niet worden herinnerd. Zo behoort behalve Buysse, het huidige Vlaams parlementslid Marc van den Abeelen (VLD) en de Antwerpse vastgoedkoning Hugo Ceusters ook Ward Beysen tot de oprichters van het Nieuw Economisch Appel. Wanneer ik Paul Buysse eind december 2002 interview, maakte de uit de VLD gestapte Beysen de oprichting van zijn Liberaal Appel bekend. Een beetje veel Appel? Buysse: ‘Ik moet toegeven dat ik dit een beetje een eigenaardige ervaring vind.’ Beysen was de allereerste spreker, maar al snel zou het tussen beide heren niet meer boteren. ‘Onze doelstellingen waren niet congruent’, dixit Buysse, en Ward Beysen verliet het NEA. Ook Fred Nolf, de door fraude in het nauw gedreven Antwerpse stadssecretaris, was een tijdlang NEA-lid. Eind 2002, toen de Antwerpse corruptiekanker nog niet was opengebarsten, zei Buysse over hem: ‘Fred Nolf is geen lid meer. Hij is verschillende keren naar onze clubavonden gekomen, maar kan het professioneel moeilijk combineren waardoor hij niet altijd aanwezig kon zijn. Fred Nolf heeft veel gedaan voor de stad.’ Missen is menselijk.

Gouden Bertje

Het NEA blijkt ook veel meer te zijn dan een debatclub. Zo wordt er niet alleen het intellectuele spel beoefend. Paul Buysse: ‘Natuurlijk zijn er vriendschapsbanden en professionele relaties ontstaan tussen de leden. Wanneer je elkaar bijna maandelijks ontmoet en dit vele jaren na elkaar, is dat niet meer dan logisch. Omdat we elkaar ondertussen zo goed kennen, is netwerking een automatisme.’

Dat NEA-lid Bert de Graeve de VRT inruilde voor een topfunctie bij Bekaert is een mooi voorbeeld dat de netwerking ook binnen het NEA werkt. Buysse kende De Graeve al toen deze nog voor Alcatel werkte. In maart 2001 hield Bert de Graeve als toenmalig gedelegeerd bestuurder van de VRT een toespraak voor het NEA over de ommezwaai die hij binnen de openbare omroep realiseerde. Hij raakt onder de indruk van het NEA en wordt lid. Paul Buysse geeft aan dat hij Bert de Graeve warm heeft gemaakt voor zijn overstap naar Bekaert: ‘Bert de Graeve had binnen de VRT gedaan wat hij meende te moeten doen. Hij is een man van vooraan in de veertig en is enorm talentvol. Na maanden van discussiëren heb ik Bert de Graeve eind mei 2002 binnen Bekaert benoemd. Ik had begrepen dat hij toch opnieuw de sprong richting privé-sector zou wagen. Hij heeft alleen de juiste keuze gemaakt en is naar Bekaert gekomen’, voegt Buysse er met een lachje aan toe.

Het NEA is ook van belang voor het netwerk rond baron Paul Buysse. Na ons interview nam ik deel aan een aantal door hem georganiseerde society-evenementen. In mei 2003 trok ik bijvoorbeeld naar een Bekaert-avond in het Brusselse Concert Noble die met een klassiek concert en walking dinner opgefleurd werd. Onder de tweehonderd genodigden waren ook enkele van de NEA-leden present. Wanneer je er Buysse gadeslaat, wordt het duidelijk dat hij als geen ander het spel der netwerken onder de knie heeft. Hij flaneert van de ene naar de andere, spreekt de aanwezigen joviaal aan (wanneer het om een vrouw gaat, schrikt hij voor het gebruik van koosnaampjes niet terug), deelt hartelijke handdrukken en schouderklopjes uit en ga zo maar door.

Een maand eerder, in april 2003, trok ik met de NEA-bende voor een clubavond richting VTM. Na een rondleiding zou er gediscussieerd worden over de rol van de media in de samenleving. De uitnodigingsbrief van Buysse was alvast veelbelovend: ‘Zelden hebben we in de geschiedenis in een periode geleefd waarin media, communicatie en berichtgeving een dermate grote invloed hadden op de sociale dynamieken. (…) Meer en meer worden wij een maatschappij die gedragen wordt door mediagenieke talenten en veel minder op basis van echte inhoud, waarde en verantwoordelijkheid. Geweld wordt in de ontspanning gepropageerd en platvloerse humor doet de kijkcijfers stijgen, waardoor de reclame-inkomsten in verhouding verbeteren. Is dit een demonische vicieuze cirkel?’

Het VTM-bezoek startte met een staand aperitief waarna de groep in tweeën werd gesplitst en een rondleiding kreeg van respectievelijk Klaus van Isacker, directeur informatie van VTM, en Eric Claeys, toen nog algemeen directeur van de commerciële zender. Het hoogtepunt voor een aantal van de NEA-leden van mijn groep bleek de ontmoeting met een in topje geklede en van mooie lichaamsrondingen voorziene programma-aankondigster. Zij kreeg de meeste vragen voorgeschoteld. Aan het mediagenieke talent van deze dame kon niet worden getwijfeld, zelfs zonder inhoudelijke vragen. Die mannen toch. Nadien volgden een receptie en een discussie. Terwijl op de receptie stevig werd gekletst, was de discussie een tegenvaller: Claeys en Van Isacker werden met geen enkele kritische vraag geconfronteerd en van enig debat was er geen sprake. Natuurlijk was dit geen doorsnee-NEA-avond en op de normale clubvergaderingen wordt wel stevig gediscussieerd, maar toch. Het viel me ook op dat het NEA inderdaad de club van Buysse is. Wanneer enkele leden tijdens het debatonderdeel onderling aan het roezemoezen sloegen, riep hij ze als een strenge schoolmeester tot de orde. Het werkte en de heren van stand hielden onmiddellijk hun mond. Ook elders duiken de NEA-leden samen met hun stamleider op. Zo is Buysse covoorzitter van de Belgo-British Conference. Dit selecte debatonderonsje, een bescheidenere versie van transatlantische onderonsjes als de Bilderberggroep, wordt gepatroneerd door prins Filip en de prince of Wales. Zelf omschrijft de Belgo-British Conference haar doel als volgt: ‘ The Conference brought together Belgian and British thinkers and decisionmakers from all aspects of professional life for two informal days of high-level discussion on the key issues affecting these two countries and Europe.’ Dit vehikel is van invloed in Europa en wordt onder andere gefinancierd door oliemultinational BP, de Britse vliegtuigbouwer BAE, Bekaert, de Generale Maatschappij, UCB, InBev, Ernst & Young, Ford, Marks & Spencer en Weber Shandwick Public Affairs. De aanwezigheidslijst van de editie 2001 maakt duidelijk dat de zeventig geselecteerde deelnemers niet van de minsten zijn. Terwijl de Britse premier Tony Blair en onze premier Guy Verhofstadt voor het openingswoord zorgden, hadden naast Britse toplui ook de Belgen sterke vertegenwoordigers, onder wie Etienne Davignon (Generale Maatschappij), Jan de Bock (secretaris-generaal ministerie van Buitenlandse Zaken), Philippe de Buck van Overstraeten (topman werkgeversorganisatie Agoria), baron Jacobs (topman chemieconcern UCB en voorzitter van de Europese werkgeversorganisatie Unice). Wel waren ze zo vriendelijk om ook een aantal Belgische journalisten in hun geheim conclaaf te betrekken, onder wie Jan Bohets (journalist De Standaard), Mia Doornaert (journaliste buitenland en diplomatie bij De Standaard, in 2003 door de koning tot barones benoemd) en Christophe Lamfallussy (chef buitenland La Libre Belgique). Ook het NEA was er vertegenwoordigd via Buysse, Luc Van der Kelen (politiek commentator van Het Laatste Nieuws) en Nathalie van Ypersele de Strihou (journaliste bij het Franstalige weekblad Trends-Tendances).

Ter ere van zijn twintigste verjaardag, en na 142 clubsamenkomsten, organiseerde het NEA midden oktober 2003 een academische zitting in het auditorium van de Nationale Bank van België. Naast een welkomstwoord van Paul Buysse, een inleidend woord van Guy Quaden, de gouverneur van de Nationale Bank, volgden toespraken van Jean-Luc Dehaene, Rik Daems (vice-premier in de vorige regering, nu tot VLD-fractieleider gedegradeerd) en PS-god Elio Di Rupo. Allemaal goed voor een woordenvloed van anderhalf uur.

Ik trok ernaartoe en werd net als al de andere invités aan de ingang verwelkomd door een handjesschuddende NEA-voorzitter Paul Buysse. Trends-journalist Frans Crols was er niet. Een paar dagen eerder had deze collega naar aanleiding van de NEA-verjaardag over Paul Buysse een vlijmscherp artikel geschreven met als titel ‘De souffleur van prins Filip’. Buysse wordt erin geportretteerd als een op macht en prestige verzotte bedrijfsleider. Enkele passages: ‘De theorie van het “sociale kapitaal” is van toepassing op Buysse. Clichématig beduidt sociaal kapitaal dat relaties van belang zijn of – nog clichématiger – dat het er niet op aankomt wat je kent, maar wie je kent. De academici Pierre Bourdieu, Robert Putnam en James Coleman bedachten het op deftige studeerkamers, baron Buysse toetst de theorie.’ Vervolgens ging Crols in op de beroepscarrière van Buysse, zijn clublidmaatschappen, zijn netwerk, zijn vrijage met alles wat van ver of dichtbij naar het koningshuis ruikt om tot slot te eindigen met: ‘De NEA-leden stappen met de glimlach naar de maandvergadering, vrolijk beseffend dat zij versierselen zijn bij de carrièreslalom van de voorzitter.’ Frans Crols vermeldde in het artikel wel niet dat hijzelf een gewezen NEA’er is. Tussen 1986 en 1990 was hij lid en na een pauze nam hij vier jaar geleden weer de draad op, maar een jaar later hield hij het opnieuw voor bekeken. Of Buysse Crols in de toekomst nog zal opvissen, valt te betwijfelen.

Nochtans heeft de journalist in vroegere Trends-artikels ook lieve woorden geschreven over de topman. Net zoals Nathalie van Ypersele de Strihou in het Franstalige zusterblad Trends-Tendances van 17 februari 2000 waarin ze onder de kop ‘ Le Charmeur‘ de lof zingt over Paul Buysse en zijn carrière. Toeval of niet, niet veel later wordt deze Franstalige journaliste, tevens dochter van de kabinetschef van de koning, in navolging van haar man door Buysse tot NEA-lid gekroond.

Na de academische zitting ter ere van de jarige nodigde Paul Buysse de 250 genodigden uit op de aansluitende receptie. Het was er een dringen van jewelste van vooraanstaand België. Ik had genoeg gezien en trok huiswaarts. Buiten stonden verscheidene chauffeurs, geleund tegen dure sleeën, te wachten op het ogenblik dat hun baasjes de ‘Glazen van de Vriendschap’ hadden geledigd.

INFO : ‘De elite van België. Welkom in de club’, door Jan Puype, Van Halewyck, Leuven, 550 blz., euro 29,50

Door Jan Puype

‘Het is niet verwonderlijk dat een duivel-doet-al zoals Buysse met de nodige titels werd overladen.’

‘Een persoon wordt pas als lid opgenomen nadat alle leden, en in de eerste plaats Buysse zelf, zich ermee akkoord hebben verklaard.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content