Expo: Rubens, Poussin et les autres peintres du XVII siècle

Eerst waren het Rubens en co die de Fransen beïnvloedden, daarna ging het in omgekeerde richting. Dat is de these achter Rubens, Poussin et les autres peintres du XVII siècle (****).

Eerst waren het Rubens en co die de Fransen beïnvloedden, daarna ging het in omgekeerde richting. Dat is de these achter Rubens, Poussin et les autres peintres du XVII siècle (****).
Blasfemie
Het zal in eerste instantie als een blasfemische oprisping in de oren van de mensen van het Institut de France geklonken hebben. Vlamingen die net vóór dat glorieuze moment van het zeventiende-eeuwse Franse classicisme het zaakje gestuurd hebben? Kunsthandelaar en connaisseur Jan de Maere declameert in hartje Parijs, in het Musée Jacquemart-André, dat de Franse kunst met het werk van Rubens een flinke duw in de goede richting kreeg. De vele Franse bestellingen zijn de motor achter deze these. Dergelijke godslastering op die plaats aannemelijk maken: il faut le faire. Niet onbelangrijk in deze was het cocuratorschap van Nicolas de Sainte Fare Garnot, conservator van Jacquemart-André. Was dit anders wel mogelijk geweest?

Wat opvalt zijn de vele mooi ogende, waarschijnlijk pas gerestaureerde, werken. Jan de Maeres bezigheden als kunsthandelaar zullen daar wel iets mee te maken hebben. Verse vernislagen, blinkende verflagen: er fonkelt veel in de intieme gangen van het museum Jacquemart-André. De warme groenen en roden van de ruimten zorgen voor eenheid en een aangename wandeling.


Cruciaal in deze expo is de wijze waarop men de gewaagde stelling visueel gestalte geeft. Dat lukt aardig met zaaltjes met een duidelijk thema. Via robuuste opdelingen in genres zoals stillevens, landschappen of andere genrestukken worden we de invloed ondubbelzinnig gewaar. En wat de clash tussen Rubens en Poussin betreft, kunnen we enkel zeggen dat die de moeite om volgen is. En ook al is dit geen echt thema van de expo, het blijft fascineren. Of hoe diepgaand picturale tegenstellingen, in min of meer hetzelfde tijdsgewricht, kunnen zijn.

Peter Paul Rubens en zijn gevolg
Eén van de sleutels van de “Vlaamse” invloed is het verblijf van Rubens in Parijs tijdens de vroege jaren 1620. Hij vertoefde er met andere taalgenoten zoals Justus van Egmont, Theodoor van Thulden en Pieter van Mol. Ook iemand als Philippe de Champaigne, een geboren Brusselaar, was in Parijs te vinden. Hij verzorgde er de decoratie van het Palais du Luxembourg samen met Poussin. De schilderijensuite voor Maria de’ Medici voor datzelfde Palais du Luxembourg werd door Rubens ontworpen. Heden is die schilderkunstige grandeur in het Louvre te bewonderen. Daarenboven was iemand als Frans Pourbus II haar portretschilder. Pourbus II confronteerde zijn Vlaamse erfenis met kennis van de Italianen en werd door Poussin en De Champaigne bewonderd. Van die laatste is op de expo het meisjesachtige portret van Lodewijk XIV aanwezig.

Maria de’ Medici trouwde met Hendrik IV en werd koningin van Frankrijk. Op het portret dat Antoon Van Dyck schilderde, prijkt de kathedraal van Antwerpen, een indicatie voor het moment in 1632 waarop ze de fameuze schilder in zijn atelier opzocht. Van Rubens zijn onder meer een beeldige tekening uit het Museum Plantin-Moretus en een intiem Bad van Diana (Boijmans Van Beuningen) present.

Nicolas Poussin

Dé smaakmaker van deze expo is Nicolas Poussin (1594-1665), primus van het Franse classicisme. We zullen het maar meteen bekennen: Poussin kon ons tot op heden nooit echt raken, maar, en dat is het heuglijke nieuws, die uitspraak moet bijgestuurd worden. Hij scoort niet met zijn antieke theaterscènes, maar wel met ravissante zinnelijkheid. Het onaffe palet is tegelijk ruw en subtiel: pure poëzie. Het is vlekkerige, waarachtige expressie. De stemming van het andere werk, prototypes van het classicisme, wordt gesmoord door een steriele strakheid en onnatuurlijkheid: als houten klazen op een antieke bühne. Met Midas à la source du fleuve Pactole, Pietà, Venus pleurant Adonis en Mercure, Hersé et Aglaure beleeft de expo een hoogtepunt.


In dat laatste werk is sensualiteit door schilderkunstige seks vervangen. We zien een binnenstormende Mercurius, terwijl een soort Venus van Milo de passie van de testosteronbom probeert te stremmen. Als campagnebeeld in de straten van Parijs is dit geen echte voltreffer, maar the real stuff in combinatie met de andere delen van het ensemble veroorzaakt visueel vuurwerk. Het onaffe, korzelige van deze stijl, het gefilterde licht, de zachte nuances en de focus op de essentie doen dat kamertje in Jacquemart-André swingen. En laat dit nu één van de werken zijn die de critici net niet sterk genoeg vonden.


Vanaf Poussin werkte de beïnvloeding met terugkerende kracht. Iemand als de Luikenaar Gérard de Lairesse (1640-1711) werd door Poussin beïnvloed, ook al merken we in sommige werken iets van Rubens op. We doelen dan vooral op Rubens’ olieverfschetsen.


Eén ding is zeker: deze expo biedt materiaal om op te volgen. Er wacht de kunstwetenschap het nodige graafwerk.

Rubens, Poussin et les autres peintres du XVII siècle
Tot 24 januari
Musée Jacquemart-André
Parijs
Website

Matthias Depoorter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content