Australische ex-premier John Howard verdedigt deelname aan Irak-inval in 2003

© REUTERS

John Howard, de Australische premier ten tijde van de door de Verenigde Staten geleide Irak-inval in 2003, blijft bij zijn beslissing om Australische soldaten naar Irak te sturen. Dat zei hij aan het Australische ABC News nadat het langverwachte Chilcot-rapport werd voorgesteld in Londen.

Uit het Chilcot-rapport blijkt dat er in 2003 geen imminente bedreiging was van de toenmalige Iraakse leider Saddam Hoessein, dat het Irak-beleid was gestoeld op gebrekkige inlichtingen en evaluaties, en dat de wettelijke basis voor de oorlog niet sterk genoeg was.

Australië zette 500 soldaten van de bijzondere eenheden, luchtmacht en de marine in voor de “Coalition of the Willing”. Toenmalig premier John Howard verklaarde respect te hebben voor de bevindingen van het rapport, maar zei dat hij niet met alle conclusies akkoord gaat.

Foute inlichtingen, maar geen leugens

Zo verklaarde de ex-premier dat Tony Blair niet gelogen had toen hij verklaarde dat uit informatie bleek dat Saddam Hoessein massavernietigingswapens had, terwijl dan na de invasie niet waar bleek te zijn. “Er was geen leugen. Er waren fouten bij de inlichtingen, maar er was geen leugen”, aldus de Australiër. Howard zei ook dat hij, ondanks de kritiek in het rapport, destijds akkoord was met de beslissingen van Blair. “Anders had mijn regering misschien een andere mening gehad.”

Mijn beslissing om naar Irak te trekken baseerde ik op de beste informatie die op dat moment beschikbaar was, aldus Howard. ‘Zoals ik het begrijp waren er geen (Australische, red.) doden door gevechten, maar ik vind het uiteraard erg voor iedereen die gewond geraakte tijdens de oorlog.’ Hij benadrukt wel dat hij niet terugkomt op zijn beslissing om deel te nemen aan de inval. “Ik geloof niet, op basis van de informatie die destijds beschikbaar was, dat het een foute beslissing was. Echt niet.”

Proces om te beslissen om oorlog te voeren is ‘fragiel’

De gepensioneerde Australische generaal Peter Leahy, die aan het hoofd van het leger stond tijdens de Irak-oorlog, verklaarde eerder al aan ABC dat het Chiclot-rapport zou moeten dienen als gids voor toekomstige militaire interventies. Australië moet voorzichtig zijn om “blindelings” zijn internationale partners te volgen. “Om eerlijk te zijn, waren sommige beslissingen die de VS genomen hebben genomen de afgelopen 20 of 30 jaar een beetje wankel”, zei hij.

Paul Barratt, die het Australische departement Defensie leidde in 1998 en 1999, verklaarde dan weer aan The Guardian Australia dat het Chilcot-rapport aantoont dat het proces om te beslissen om een oorlog te voeren “fragiel” is, en dat die zwakte nog steeds bestaat in Australië. Daarom zou Australië volgens hem zijn eigen versie moeten starten van het Chilcot-onderzoek. (Belga/NSK)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content