‘De eerste Amerikanen waren Europeanen’

Nieuw archeologisch onderzoek wijst uit dat Europeanen de eerste bewoners van Noord- Amerika waren. Ze zouden de nieuwe wereld al zo’n 10.000 jaar voor de uit Siberië afkomstige voorouders van de Amerikaanse indianen ontdekt hebben.

Wetenschappers vonden op zes locaties langs de Amerikaanse oostkust tientallen stenen werktuigen die zeer sterke overeenkomsten vertonen met werktuigen gevonden in Europa. Volgens onderzoek zouden ze tussen de 19.000 en 26.000 jaar oud zijn. Dat blijkt uit het boek Across Atlantic Ice waarover The Independent bericht. De ontdekkingen horen tot de belangrijkste archeologische doorbraken van de afgelopen decennia en kunnen ons volgens wetenschappers beter helpen begrijpen op welke manier de mensheid zich over de planeet verspreidde.


Mes uit Frans materiaal

Er werden eerder al wel gelijkenissen gevonden tussen in Amerika opgegraven werktuigen en Europese stenen tijdperk-werktuigen. Maar al die Amerikaanse artefacten zijn maar 15.000 jaar oud en stammen af uit een periode waarin dat type niet meer door de Europese mens gemaakt werd. Vandaar dat archeologen een connectie tussen de twee altijd hebben uitgesloten.

De pas gevonden werktuigen komen echter wel uit het tijdperk waarin de Europeanen ze maakten. Een chemische analyse van een stenen mes dat al in 1971 in Virginia in de Verenigde Staten werd gevonden, wees zelfs uit dat het vervaardigd werd van uit Frankrijk afkomstig materiaal.


Reis over de Atlantische Oceaan

De conclusie van professor Dennis Stanford van het Smithsonian Instituut in Washington en professor Bruce Bradley van de Universiteit van Exeter, twee gerenommeerde archeologen, is dat mensen uit West-Europa tijdens de piek van de ijstijd in het stenen tijdperk naar Noord-Amerika uitweken. Ze zouden dat ofwel over de bevroren zee, ofwel per boot hebben gedaan. Op het hoogtepunt van de ijstijd was zo’n 4,8 miljoen vierkante kilometer van het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan het hele jaar lang bedekt met een dikke laag ijs. Maar het deel dat tijdens de seizoenswisseling smolt moet zeer rijk aan voedsel geweest zijn, wat er een aantrekkelijke bestemming van gemaakt moet hebben.

Stanford en Bradley geloofden al lang dat de stenen tijdperk-mens in staat was om de reis van meer dan 2.400 kilometer af te leggen, maar tot nu was daar nog maar weinig bewijs voor. Door de nieuwe vondsten en de chemische test op het mes uit Virginia beginnen meer en meer archeologen langs de Amerikaanse oostkust te zoeken naar nieuw materiaal. Er wordt verwacht dat ze nog veel meer zullen ontdekken.


Zoeken in de Oceaan

Het merendeel van het bewijs zal echter uit het water moet komen. De delen van de Oceaan die de West-Europeaan tijdens zijn migratie overbrugde, liggen ondertussen namelijk tot 160 kilometer in zee. De enige onderwatersite die al werd gevonden zal later dit jaar met behulp van diepzeeduikers of minionderzeeërs onderzocht worden.

Een ander argument dat het idee van Stanford en Bradley steunt, is dat er in Siberië en Alaska geen sporen van menselijke activiteit zijn gevonden die ouder zijn dan 15.500 jaar. Het oudere materiaal dat langs de oostkust van Amerika gevonden werd kan dus onmogelijk afkomstig zijn van mensen die uit Azië emigreerden.


Europese genen

De Europeanen mogen dan wel de eersten zijn geweest die de Amerikaanse bodem betraden, toch hadden ze een serieus nadeel in vergelijking met de latere immigranten uit Azië. De Europeanen hadden maar 4.500 jaar om de trip te maken, terwijl de ijstijd voor de Aziaten 15.000 jaar aanhield. Daarnaast was er de laatste 10.000 jaar van de Aziatische ijstijd sprake van een veel beter klimaat om de afstand te overbruggen. Daardoor konden vele grotere groepen uit Azië migreren, met als resultaat dat de Europeaan uit Amerika verdween. Dat kan doordat hij in de Aziatische genenpoel oploste of doordat de nieuwkomers hem uitroeiden. Die uitroeiing hoeft niet per se gewelddadig gebeurd te zijn, de Europeaan kan de competitie om voedselbronnen ook gewoon verloren hebben.

Toch zijn er in Amerika nog andere sporen terug te vinden van de vroege Europeaan. Sommige genetische aspecten van de West-Europese stenen tijdperk-mens zijn niet terug te vinden bij mensen uit noordoost Azië. Maar wetenschappers vonden die sporen wel terug in het DNA van 8.000 jaar oude indianenskeletten uit Florida. Daarnaast zijn er ook een paar geïsoleerde indianenstammen ontdekt van wie de taal in niets lijkt op de taal van de uit Azië afkomstige indianen. (PC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content