Voedingsdbedrijf Benecol, in radioreclame
WAAR
‘Zo’n 70 procent van de luisteraars van deze spot heeft een te hoge cholesterol’, zei een mevrouw in een reclamespot op Radio 1 en 2. ‘U misschien ook. Doe mee met de Benecol Challenge: start met een gezonde voeding, beweeg regelmatig, en zet elke dag Benecol op het menu.’ Die zeven op de tien, is dat paniekzaaierij of realiteit?
Cholesterol is een vetachtige stof die ons lichaam nodig heeft voor de spijsvertering en om nieuwe cellen en hormonen aan te maken. Twee soorten zijn er. De slechte cholesterol heet LDL. Te veel daarvan zet zich af aan de binnenkant van je aders en kan je bloedvaten vernauwen. Daartegenover staat HDL, de goede, omdat die een overvloed aan slechte cholesterol in je bloed tegenwerkt.
Volgens de meest recente nationale Gezondheidsenquête (2008), een representatieve ondervraging van 11.250 Belgen, lijkt het cijfer van Benecol leugenachtig. ’65 procent van de ondervraagden geeft aan dat zijn cholesterolgehalte de afgelopen vijf jaar gecontroleerd werd, en bij 43 procent van die gecontroleerde groep was het te hoog’, zegt Stefaan Demarest van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Minder dan drie Belgen op de tien is dat.
Waarop baseert Benecol zich dan? ‘Op cijfers van de website van de Belgische Cardiologische Liga’, luidt het aan de telefoon.
Die zijn geloofwaar-diger. Navraag leidt naar werk van Ernst Rietzschel (UGent), cardioloog en hoofdonderzoeker van de Asklepios Study. De resultaten werden in 2007 gepubliceerd in het European Journal of Cardiovascular Prevention and Rehabilitation, en zijn volgens Freddy Van de Casseye, de voorzitter van de Liga, ‘de beste schatting die we hebben’. Rietzschel onderzocht een representatieve groep van 2500 Belgen tussen de 35 en de 55 jaar uit Erpe-Mere en Nieuwkerken, en verzekert dat we de bevindingen mogen extrapoleren. ‘Zeven à acht op de tien volwassen Belgen hebben een cholesterol die boven de streefwaarde ligt’, zegt hij. ‘Dat cijfer geldt voor heel West-Europa. Onder specialisten is daarover weinig discussie.’
Het contrast met de nationale Gezondheidsenquête schrijft Rietzschel toe aan methodologie. Kort samengevat: ‘Een enquête is hier minder betrouwbaar dan gemeten bloedresultaten.’
Conclusie
Welk cholesterolgehalte ’te hoog’ is, hangt af van waar je de grens legt en hoe je die interpreteert. Maar met de kanttekening dat cardiologen artsen zijn, en dat artsen een medisch probleem in de regel eerder willen agenderen dan onderschatten, beoordeelt Knack de stelling als waar.
Maar het voedingsmerk balanceert met zijn radiospot op een dunne lijn. Zowel de suggestie van groot alarm als het idee dat alles goed komt als iedereen Benecol smeert, is overdreven.
Wie een cholesterol-gehalte heeft dat hoger ligt dan de streefwaarde van 190 milligram per deciliter bloed, heeft niet per se een gezondheidsprobleem. ‘Bij iemand die niet zwaarlijvig is, niet rookt, geen diabetes heeft, geen hoge bloeddruk, en geen familiale voorgeschiedenis van hart- en vaatziekten, kan een arts een waarde van 220 of 230 zelfs bestempelen als heel goed’, zegt cardioloog Freddy Van De Casseye. ‘Bovendien telt ook de verhouding tussen goede en slechte cholesterol mee.’
De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) erkent dat Benecol en aanverwante producten de cholesterol met 7 à 10 procent kunnen verlagen. Dat ze ook de kans op hart- en vaatziekten vermin-deren, is nooit aangetoond.
Jan Jagers
‘7 op de 10 Belgen hebben een te hoge cholesterol’ Voedingsbedrijf Benecol, in radioreclame
