Hij was diep ontgoocheld nadat hij vorige maand de vier Franstalige partijleiders had gehoord over hun visie op de toekomst van het land. ‘Ze hébben er geen.’ Topmanager Karel Vinck over de macht van Europa, België als Franse kolonie, Franstaligen die het nog altijd niet begrepen hebben, en Bart De Wever die het been stijf moet houden. ‘En laten we elkaar niets wijsmaken: we zullen allemaal verarmen.’

‘Bij de Franstalige partijvoorzitters leeft nog altijd het idee dat we kunnen voortdoen zoals de voorbije twintig of dertig jaar.’ Karel Vinck, voormalig topman van Bekaert, Umicore en de NMBS, was een van de captains of industry die onlangs ging luisteren naar de vier Franstalige partijvoorzitters in de businessclub De Warande in Brussel. ‘De verwachting was dat ze er een plan zouden voorstellen om bruggen te slaan met de Vlamingen. Maar niets daarvan. Ze hebben vooral getoond dat ze nog altijd niet begrepen hebben hoe diepgaand de verzuchting van Vlaanderen naar een fundamentele verandering wel is. Daarom ook zijn alle aanwezige ondernemers teleurgesteld naar huis gegaan.’ (Voor een reconstructie van die ontmoeting: zie kader.)

CD&V-voorzitter Wouter Beke legt op dit ogenblik de laatste hand aan zijn eindrapport als koninklijk bemiddelaar ‘om zo in schoonheid te eindigen’, dixit N-VA-voorzitter Bart De Wever. Veel meer dan een opsomming van de standpunten zal het niet zijn. Maar dan zou PS-voorzitter Elio Di Rupo eindelijk als formateur het initiatief moeten nemen voor de finale onderhandelingen en als die niet wil, is De Wever zelf kandidaat. En die formateur zou behalve de communautaire onderhandelingen ook beter sociaaleconomische gesprekken aanknopen, zegt De Wever nu, ‘want de onderhandelingen hebben lang genoeg geduurd’. Vinck beaamt dat: ‘Je moet voor communautaire onderhandelingen natuurlijk voldoende tijd uittrekken, want de uitkomst is van fundamenteel belang voor het land. Maar je mag ook geen tijd verliezen, en vandaag zijn we tijd aan het verliezen. Het zou in elk geval niet slecht zijn mocht Di Rupo zich meer engageren in de onderhandelingen om tot een echte regering te komen.’

‘Ons systeem lijdt aan het paroxisme van twee landsdelen met verschillende agenda’s’, zegt Vinck over de aanslepende regeringsvorming. ‘Of een splitsing dan een uitkomst biedt? Nog los van het feit dat een meerderheid van de Vlamingen dat niet wil, zal het heel veel tijd in beslag nemen om knopen door te hakken over onder meer de verdeling van de schuld. En wat met Brussel, dat met zijn Europese en internationale roeping een unieke troef is? Ik denk dat zo’n radicale ingreep zware negatieve gevolgen zal hebben voor de bevolking. Maar het kan voor de Franstaligen ook geen alibi zijn om het been stijf te houden en zo een status-quo of enkel een kleine staatshervorming af te dwingen. Ik geloof nog altijd dat politici verantwoordelijk zijn voor de welvaart van een land. Maar als ze de huidige kloof niet kunnen overstijgen, tja dan…’

Op 22 april 2010, de dag dat Open VLD de regering-Leterme II deed vallen over Brussel-Halle-Vilvoorde, liet u samen met andere ondernemers weten dat het communautaire steekspel moest ophouden omdat de economie daar niet mee gediend is. Een jaar later gaat de regeringsonderhandeling nog steeds over het communautaire.

Karel Vinck: Maar de situatie is fundamenteel gewijzigd. De verkiezingscampagne van 2010 stond in het teken van een nieuwe staatshervorming. Sindsdien is de N-VA van Bart De Wever veruit de grootste Vlaamse partij. Ze heeft het best ingespeeld op een groeiend besef bij de Vlaamse bevolking dat het zo niet verder kan. Aan Franstalige kant, daarentegen, leeft nog altijd het idee dat we kunnen blijven aanmodderen zoals we al decennia doen. Dat bleek opnieuw uit de ontmoeting met de Franstalige partijvoorzitters op 11 april in De Warande.

Hoe verklaart u dat Vlaams verlangen naar fundamentele verandering, terwijl uit onderzoek naar het kiesgedrag telkens blijkt dat een staatshervorming niet de eerste bekommernis van de mensen is?

Vinck: Het idee van meer autonomie voor de deelstaten en dus ook voor Vlaanderen leeft natuurlijk al langer dan een jaar. De N-VA van Bart De Wever heeft dat een extra impuls gegeven. De Wever communiceert overtuigend, toont durf en etaleert een vorm van gezond boerenverstand. Maar ook de financiële en economische crisis heeft meegespeeld. Het klopt dat de mensen niet wakker liggen van B-H-V en andere communautaire thema’s, maar wél van de gevolgen van de crisis. Er heerst bij hen angst voor hun toekomst en die van hun kinderen. En dan hebben we de echte miserie zoals de Grieken en Ieren die vandaag beleven nog niet gekend, en hopelijk zullen we die ook niet meemaken. Daarom vestigen mensen hun hoop meer op een bestuursniveau dat dichter bij hen staat. Ze verwachten daarvan dat het de beslissingen neemt die beantwoorden aan hun zorgen. Overal in Europa zie je het nationalisme nu toenemen. Bij ons plooien de mensen niet terug naar het Belgische niveau, want iedereen ziet dat Vlaamse en Franstalige politici nog moeilijk overeenkomen en dat op regionaal vlak wel beslissingen kunnen worden genomen.

Ontslagnemend premier Yves Leterme (CD&V) herhaalt elke dag dat België financieel en economisch gezond is en dat de begroting op koers zit om in 2015 zelfs een klein overschot te boeken. Zijn de eindeloze gesprekken over een staatshervorming en een nieuwe regering dan wel zo’n groot probleem?

Vinck: Ook Herman Van Rompuy heeft als voorzitter van de Europese Raad gezegd dat de huidige gang van zaken in ons land weliswaar zielig is, maar dat we niet stuurloos zijn omdat de ontslagnemende regering doet wat ze moet doen. Het grote probleem is echter dat onder het regime van lopende zaken geen structurele sociaaleconomische maatregelen kunnen worden genomen. Als gevolg van de financiële en economische crisis moeten alle EU-lidstaten hun aanpak op budgettair en sociaaleconomisch vlak afstemmen op een Europese agenda voor 2020. Dat is in mijn ogen een goede ontwikkeling, maar het betekent wel dat we Europa heel duidelijk zullen moeten maken hoe we de vooropgestelde doelstellingen willen halen. En voor die noodzakelijke maatregelen heb je een volwaardige regering nodig.

Er is ook druk van de financiële markten. Het ratingbureau Standard & Poor’s heeft aangekondigd dat het in juni de kredietwaardigheid van ons land zal verlagen als er dan nog geen volwaardige regering is.

Vinck: Klopt, en je kunt discussiëren over de vraag met welke legitimiteit die ratingbureaus zulke uitspraken doen. Maar het feit is wel dat je hun invloed niet kunt wegcijferen. Als Standard & Poor’s zijn rating voor België verlaagt, zullen we meer moeten betalen om onze overheidsschuld te financieren. Maar die ratingbureaus zeggen niet welk beleid ons land moet voeren. Daarover moeten vanzelfsprekend de politici beslissen, en daarvoor hebben we een nieuwe regering nodig.

Premier Leterme let ondertussen op de winkel, maar als er harde beslissingen moeten vallen, is het gedaan met de rust. Een illustratie is de hoogoplopende discussie tussen de Nationale Bank en energieregulator Creg over de winsten van Electrabel.

Vinck: Die discussies zijn betreurenswaardig, want zo komen twee overheidsinstanties die boven het gewoel moeten staan in opspraak. Maar eigenlijk moet je voor dat probleem verder teruggaan in de tijd. De problemen met ons energiebeleid komen voort uit de mislukte liberalisering van de markt, waarmee in 1998 werd begonnen. Sindsdien wordt ons energiebeleid grotendeels vanuit Parijs bepaald. Ook op andere terreinen zijn we een Franse kolonie geworden. Twee van onze grootbanken zijn bijvoorbeeld recent in Franse handen terechtgekomen. Ons land gaat dus niet alleen gebukt onder de controle van Europa en de beoordelingen van de financiële markten, maar onze belangrijkste economische pijlers zitten ook nog eens in buitenlandse handen. Die leggen vooral in crisistijd andere prioriteiten en denken dan natuurlijk meer aan zichzelf.

U leidde in 2002-2004 de herstructurering van het nationale overheidsbedrijf NMBS. U trok niet alleen de vakbonden over de streep, maar kon er ook de Vlaamse en Waalse belangen verzoenen. Waarom lukte daar toen wel wat vandaag op Belgisch vlak blijkbaar niet meer kan?

Vinck: Omdat er toen een visie bestond over de toekomst van de NMBS, terwijl er nu geen visie is over de toekomst van ons land, zeker niet bij de Franstalige partijen. Bovendien heerste tussen de verschillende belangengroepen bij de NMBS toch een zeker vertrouwen, wat vandaag tussen de Franstalige en Vlaamse politici ook ver zoek is. In het verleden hadden politici nog goede contacten over de taalgrens heen, en was er wederzijds respect. Denk aan Hugo Schiltz (VU) en André Cools (PS). Nu weten Vlaamse en Franstalige politici niet meer wat er aan de andere kant leeft en gebeurt. Mogelijk verandert dat weer met een nieuwe generatie van politici, zoals een Jean-Michel Javaux van Ecolo of een Paul Magnette van de PS.

Het ontbreekt de politici vandaag aan visie en vertrouwen?

Vinck: Ja. De Franstalige politici hebben me enorm ontgoocheld tijdens de ontmoeting in De Warande. Ze willen het behoud van het consumptiefederalisme en ze willen niet horen van een responsabilisering van de deelstaten. We kregen wel een lange opsomming van bevoegdheidsoverdrachten, waarbij het federale niveau steeds een vinger in de pap houdt. Zo kom je nooit tot een minder complexe en meer homogene bevoegdheidsverdeling, wat toch een van de redenen voor een nieuwe staatshervorming moet zijn. In de kern willen de Franstaligen vooral geld, en dat Brussel een volwaardig derde gewest wordt.

Daarbij kwam nog dat de Franstalige partijvoorzitters het nodig vonden om Bart De Wever en N-VA te bashen. Ze gaan er terecht van uit dat een meerderheid van de Vlamingen niet het einde van België wil, maar ze proberen ook de geloofwaardigheid van de N-VA en De Wever persoonlijk te ondermijnen zodat ze uiteindelijk toch met de traditionele Vlaamse partijen zouden kunnen onderhandelen en akkoorden sluiten. Volgens mij schatten de Franstaligen de situatie in Vlaanderen volledig verkeerd in. Ze beseffen nog altijd niet hoe groot de wil tot verandering bij veel Vlamingen is.

Bart De Wever en de N-VA worden intussen niet alleen aan Franstalige maar ook aan Vlaamse kant aangemaand om meer compromisbereidheid te tonen.

Vinck: Ik hoor het woord compromis niet graag. Het doet me te veel denken aan de oude onderhandelingsstijl van geven en nemen. Dat leidt niet tot doorbraken, die zo noodzakelijk zijn voor succesvolle hervormingen. Ik vind het goed dat De Wever niet mee stapt in een loodgieterscenario, zoals de communautaire onderhandelingen in het verleden al te vaak verlopen zijn. Hij heeft gelijk om aan een aantal principes vast te houden, want anders zullen we de structurele problemen in dit land niet oplossen. Maar ik zou wel graag van hem horen welke prioriteiten of doorbraken hij essentieel vindt. En een meer eensgezinde Vlaamse opstelling zou daarbij geen kwaad kunnen. PS-voorzitter Elio Di Rupo investeert in elk geval veel energie en tijd om tot een gezamenlijk Franstalig standpunt te komen. Daarom zou ik voorstellen dat de Vlaamse partijen uit onder meer de Octopusnota een tiental fundamentele punten halen die ze beschouwen als doorbraken en waarvoor ze dan ook echt gaan.

Wat zouden die doorbraken kunnen zijn?

Vinck: Een doorbraak omschrijf ik als de kortste weg om in de kortste tijd weer bij de koplopers in Europa te horen en zo de welvaart en het welzijn van de bevolking te vrijwaren. Dan denk ik bijvoorbeeld aan een homogenisering van de bevoegdheidsverdeling, onder meer voor het arbeidsmarktbeleid. Of ook: een efficiënter bestuur voor een beter gefinancierd Brussel waar tenslotte 200.000 Vlamingen elke dag hun boterham verdienen. En zeker een herziening van de financieringswet die alle beleidsniveaus duidelijk responsabiliseert.

Ook Leterme is zeer kritisch over de N-VA. Hij zegt dat de vorming van een nieuwe regering niet het eerste doel van De Wever is.

Vinck: De Wever verdedigt al van bij het begin een responsabilisering van de deelstaten. Maar op dat basisconcept hebben de Franstaligen nog altijd geen antwoord gegeven. Voor de uitgaven van de regio’s aanvaarden ze misschien iets meer verantwoordelijkheid, maar niet voor de inkomsten. Dat is geen responsabilisering, dat is geen beleid. Als De Wever dat basisidee nu zou loslaten, wordt de bodem onder een nieuwe staatshervorming weggeslagen. Hij kan niet anders dan op dat vlak het been stijf houden.

De Franstaligen willen eerst een economische inhaalbeweging ten opzichte van Vlaanderen maken vooraleer er sprake kan zijn van een diepgaande staatshervorming.

Vinck: Dat zijn niet meer dan excuses om niets te hoeven doen.

Ze vrezen ook dat een staatshervorming Wallonië zal verarmen.

Vinck: Laten we elkaar niets wijsmaken: we zullen allemaal verarmen. Om de overheidsfinanciën te saneren en het systeem voor uitdagingen zoals de vergrijzing te handhaven, moeten op alle niveaus inspanningen geleverd worden. We zullen allemaal moeten inboeten. Zo zou ook bij een overdracht van nieuwe bevoegdheden naar de gewesten en gemeenschappen een beperkt deel van de bijbehorende middelen bij de federale overheid moeten blijven. Anders kan die haar overblijvende taken niet opnemen.

Om de budgettaire situatie recht te zetten is er 20 à 25 miljard euro nodig. Het is waanzin om te spreken over een staatshervorming en niet tegelijk na te denken over dat begrotingsverhaal. Een nieuwe staatshervorming moet net het kader voor een gedeelde inspanning bieden.

Geloven de Franstaligen te weinig in hun eigen toekomst?

Vinck: Ja, ik vind de Franstaligen niet moedig, terwijl ze troeven hebben waarover de Vlamingen niet meer beschikken. Hun bevolking is bijvoorbeeld jonger. Ze beschikken ook over meer ruimte om te ondernemen. Op de as tussen Luxemburg en Louvain-la-Neuve hebben ze met hun marshallplannen krachtige bedrijven aangetrokken. En toch durven ze niet voor verandering te kiezen.

Een andere captain of industry, Julien De Wilde, pleit er in De Tijd voor om België opnieuw uit te vinden. Hebt u een idee?

Vinck: Ik geloof niet in het paradijs en evenmin in de hemel. Over twee of drie generaties zullen de natiestaten plaatsmaken voor grote entiteiten in de wereld: Europa, de VS, China enzovoort. Het concrete beleid voor de mensen zal dan meer op het niveau van de regio’s en de deelstaten gestalte krijgen, zoals Vlaanderen.

Dat is de lange termijn. Hoe zou de huidige impasse volgens u op korte termijn kunnen worden doorbroken?

Vinck: Verkiezingen zijn nu in elk geval geen uitweg. De paradox is dat we economisch geen tijd meer mogen verliezen, maar dat we voor het communautaire tijd nodig hebben. Daarom ben ik als niet-politicus voorstander van een pragmatische benadering. Concreet: maak van de ontslagnemende regering een normale regering-Leterme III, die met de steun van het parlement de noodzakelijke sociaaleconomische en budgettaire beslissingen neemt. Parallel kun je dan verder onderhandelen over een nieuwe staatshervorming. Daarbij kan een beperkte, begeleidende raad van wijzen – de gouverneur van de Nationale Bank, academici, bedrijfsleiders enzovoort – optreden als klankbord om na te gaan of de communautaire hervormingen sociaaleconomisch verantwoord zijn. Daaraan moet je ook een timing koppelen, anders loop je het gevaar dat er van die staatshervorming niets in huis komt. Als de communautaire gesprekken tegen midden 2012 niets opleveren, verliest Leterme III de parlementaire steun en vallen nieuwe federale verkiezingen samen met de gemeenteraadsverkiezingen in oktober 2012.

Bent u optimistisch?

Vinck: In 2007 vroegen de Franstaligen op communautair vlak niets. Sinds de verkiezingen van 2010 is er aan die kant toch wat beweging. Als we nu midden 2012 als deadline voor een staatshervorming zouden nemen, krijgen zij en ook wij in Vlaanderen nog wat extra tijd om een visie en prioriteiten vast te leggen. Ik ben optimistisch omdat het zonder oplossing ook niet kan. Maar wat me wel stoort, is dat de situatie blijkbaar eerst grondig moet verrotten vooraleer er wordt ingegrepen. En meestal dan ook nog onder druk van een buitenstaander zoals Europa en de financiële markten. Dat toont aan dat we op politiek vlak nog niet volwassen zijn.

DOOR PATRICK MARTENS EN EWALD PIRONET / FOTO’S FRANKY VERDICKT

‘De Franstaligen beseffen nog steeds niet hoe groot de wil tot verandering bij veel Vlamingen is.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content