‘Literatuur helpt om terreur te verwerken. Maar vrede brengen kan ze niet.’

© Ben Nienhuis

De Israëlische schrijfster Zeruya Shalev overleefde tien jaar geleden een Palestijnse terreuraanslag in hartje Jeruzalem. Die ervaring vormde de kiem van haar recentste roman ‘Pijn.’ Maar daarmee wil Shalev nog niet gezegd hebben dat de roman een politiek statement is. Knack kon de schrijfster spreken na haar boekvoorstelling in de Gentse boekhandel Limerick.

‘Pijn’ is het verhaal van de Israëlische schooldirectrice Iris, die een decennium geleden slachtoffer werd van een zelfmoordaanslag. Een decennium later heeft ze leren leven met de fysieke en mentale gevolgen van die gebeurtenis en lijkt ze haar leven aardig op de rails te hebben. Tot ze opnieuw Eitan ontmoet, de man ontmoet die jaren geleden haar hart brak. Iris raakt de pedalen kwijt, in de overtuiging dat alleen Eitan de pijn weg kan nemen. Naar de oorsprong van de titel is het, kortom, niet lang raden. ‘Mijn uitgevers wilden nochtans dat ik die titel veranderde: ze zou de lezers afschrikken. Maar ik hield voet bij stuk. Pijn is in dit boek veel meer dan de fysieke pijn van een terreurslachtoffer. Het is ook de pijn van een gebroken liefde. Mijn boek gaat over cirkels van pijn: de pijn van de terreuraanslag effent de weg voor de pijn van een gebroken liefde, de pijn omdat je het verleden niet kunt overdoen. De aanslag die mij overkomen is, is ongeveer dezelfde die Iris in het boek overkomt. Maar voor haar zijn de gevolgen veel zwaarder dan voor mij. Ik ben gerevalideerd, ik heb de draad weer opgepikt. Zelfs als ik schrijf vanuit mijn eigen ervaring, dan nog maakt dat ‘Pijn’ niet tot een autobiografisch boek. Ik schrijf over hààr pijn.’

Is het dan zo eenvoudig om zo’n ervaring in een boek om te zetten?

‘De aanslag is niet het centrale thema. Het centrale thema is: opnieuw die oude jeugdliefde tegenkomen en de nostalgie die dat met zich meebrengt. Wat doet zo’n ervaring met je? Het zou een geschenk kunnen zijn, maar het komt op het verkeerde moment, op de verkeerde plaats. De terreuraanslag is een belangrijk, maar klein deel van het hele boek. Erover schrijven was niet moeilijk. Het was interessant om iets compleet anders te maken, over een andere vrouw met een ander gezin en de richting die hun leven uitging na de feiten.’

Het is geen manier om greep te krijgen op je eigen ervaring?

‘Helemaal niet. Toen ik getraumatiseerd in het ziekenhuis lag, wilde ik er niet over schrijven. Dat interesseerde me niet. Later lukte dat wel.’

Ergert het u dat niettemin iedereen blijft focussen op die aanslag? Het is een toch wel heel dramatische aanzet voor wat in wezen een liefdesroman is.

‘Toch wel. In het boek komen al die verhalen bij elkaar op een heel specifieke manier. In het boek hangt alles samen, maar je kunt al die thema’s ook apart beschouwen: terreur, proberen het verleden te veranderen, schuldgevoelens, verwondering. Het is toch interessanter om het liefdesverhaal te bespreken: opnieuw verliefd worden na al die jaren is veel intrigerender? Maar ik kan het de mensen niet kwalijk nemen dat ze willen weten hoe je leeft met de herinneringen aan een terreuraanval.’

Of wilde u zeggen: life goes on, zelfs in een samenleving die heeft moeten leren leven met de dagelijkse dreiging van terreur?

‘Life goes on. Love goes on. Toen ik het boek schreef, was de situatie in Europa nog niet zo erg als vandaag. Ik hoop oprecht dat het snel weer beter gaat. Maar in het boek zie je dat zelfs in tijden van angst en terreur het persoonlijke leven zo koppig is.’

Als je dit soort onderwerpen opbrengt, krijg je vanzelf politieke vragen. Over Israel, over Palestina.

‘Ik wil niet verkeerd geïnterpreteerd worden op dat vlak.’

Verkeerd?

‘Literatuur moet de complexiteit van een mensenleven weergeven. Ook de politieke aspecten. Maar zwart-wit interesseert me niet. Ik wil alle kleuren daartussenin tonen.’

U kreeg vanavond veel vragen over joods-zijn, hoewel dat thema niet per se de kern vormt van wat u wil vertellen. Meer nog: uzelf bent atheïst.

‘In Israël kijkt niemand daarvan op, daarbuiten vinden mensen dat contradictorisch. Maar ik begrijp waar de vragen vandaan komen. De geschiedenis van de Israëlische staat is lang en complex, veel problemen zijn onopgelost. We wilden een normale staat, we wilden als normale mensen leven, maar daar zijn we tot op heden niet in geslaagd. Overal waar ik ga, draag ik mijn land met mij mee en moet ik vragen beantwoorden over de politieke situatie in Israël. Ik krijg ook steeds de vraag waarom ik niet explicieter over politiek en jodendom schrijf, in plaats van over de liefde. Schrijver en Israëli zijn is iets anders dan Nederlander of Belg en schrijver zijn. Hopelijk verandert dat ooit, maar ik heb ermee leren leven.’

Bent u misschien bang om een te expliciet standpunt in te nemen?

‘Neen. Literatuur en politiek gaan gewoon niet samen. De combinatie tussen de twee is fout. Ik schrijf over individuen, over mensen, niet over ideeën. Een boek moet niet ten dienste staan van een mening. Tot nu toe vereiste geen enkele van mijn boeken een politieke kwestie in de kern.’

Ook niet in een boek dat een terreuraanslag in israël als dramatisch moment heeft?

‘In dat geval is de boodschap wel zeer eenvoudig: terreur is slecht. Niets kan terreur rechtvaardigen. Maar kun je een interessante roman schrijven over zulke evidente waarheden?’

Helpt de literatuur, de kunst om terreur te verwerken?

‘Literatuur kàn helpen. Vrede brengen kan ze jammer genoeg niet. Maar literatuur kan therapeutisch zijn. Lezen over mensen die met terreur geconfronteerd worden en herstellen, geeft kracht. Je voelt je minder eenzaam. In die zin geloof ik in de politieke kracht van de roman.’

Ook al weigert u de politieke kwesties in uw land centraal te stellen?

‘Ja. De esthetiek, de stijl, het drama, de manier waarop je een verhaal vertelt doen er veel meer toe. De emoties en de poëzie: idem. Ik geloof in de helpende kracht van de literatuur. Lezers zeggen me dat mijn boeken hen helpen om een intieme dialoog op te zetten met zichzelf, met hun families. Dat is heel belangrijk voor mij.’

Had een Palestijn het hoofdpersonage van uw boek kunnen zijn?

‘Ik heb enkele goede Palestijnse vrienden, maar schrijven over een Palestijnse familie lijkt me moeilijk: daarvoor ken ik hun leefwereld niet goed genoeg. Ik heb op dit moment niet de intieme kennis van hun dagelijkse leven, die ik nu eenmaal nodig heb om een roman aan te vatten. Om zoiets tot een goed einde te brengen, zou ik misschien enkele jaren in een Palestijns dorp moeten leven.’

Michiel Leen

Zeruya Shalev: ‘Pijn’, Uitgeverij Cossee, 416 blz., 21.95 euro, ISBN: 9789059366442

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content