De kunst van Bjarne Melgaard staat binnen de emoties van het leven zelf.

Al langer dan een jaar slingert op mijn werktafel een boarding pass rond. Ik weiger hem op te ruimen, laat staan weg te gooien, maar koester het stuk papier als een onvervulde, ultiem exotische droom, als mijn eigenste ticket tot avontuurlijk en onbezonnen vrijheid en geluk. De bestemming die op de boarding pass staat aangeduid, is Papeete, het vliegtuig belooft te vertrekken vanuit Sydney. Maar het ticket staat niet op mijn naam, het behoorde ooit toe aan de heer Melgaard/Bjarne, die het in de zomer van ’97 inruilde voor een zitje op een vliegtuig richting Stille Zuidzee en later een reproductie ervan gebruikte als uitnodiging voor een van zijn tentoonstellingen.

Bjarne Melgaard, een jonge kunstenaar die vandaag in Oslo leeft en in 1967 geboren werd in Sydney, maakte tweemaal de reis naar de Stille Zuidzee. De eerste keer, in 1994-’95, zwief hij twee jaar lang rond op de eilanden die ooit het toevluchtsoord waren van zijn idool Paul Gauguin. Die twee jaren waren voor Melgaard een bezinningsperiode waarin hij probeerde in het reine te komen met zichzelf, zijn gedachten en de uitdrukking daarvan in zijn extreem individualistische kunstuiting. Melgaard scherpte er zijn geest en sloot er voorgoed het smaragdkleurige water en de roze stranden en koraalriffen in zijn hart. Waar zijn eerste reis veel weg had van een vertwijfelde vlucht, was de reis die de kunstenaar in 1997 naar Papeete bracht een bewuste keuze voor afzondering op een plek waar hij helemaal zichzelf kon zijn. De talloze werken die hij in de korte tijd na deze reis maakte voor tentoonstellingen in Antwerpen en Amsterdam gaven blijk van een herwonnen artistiek zelfvertrouwen.

Bjarne Melgaard windt er geen doekjes om, heel lang twijfelde hij aan zijn eigen kunstproductie en vooral ook aan de hele kunstwereld die hij regelmatig in zeer kritische bewoordingen aanvalt. Kunstenaars zowel als curatoren moeten het geregeld ontgelden in de van absurde spellingsfouten krioelende opschriften die zijn werken bekladden. Toch ziet Melgaard deze uitvallen niet als daden van agressiviteit noch van rebellie, maar als een soort van kritische humor die in de eerste plaats voortkomt uit een zeer grote emotionaliteit. Melgaard gelooft trouwens niet echt in een rebellie die zich voedt aan en tegelijkertijd leeft binnen een bepaald systeem, hij vindt “niets zo dwaas als proberen een rebel te zijn binnen de muren van een kunstgalerie”.

Politieke statements – ook die in de ruime betekenis van het woord – zijn dan ook niet aan de kunstenaar besteed, en al beschouwt Melgaard zichzelf als een anarchist, het is een zacht en emotioneel anarchisme waar de kunstenaar voor staat, “een zachte anarchie die destructie brengt om nadien iets nieuws en anders te kunnen uitbouwen”, zo beweert hij. Niet geheel onwillekeurig moet ik bij deze gedachtegang van de kunstenaar denken aan keizer Nero die Rome liet platbranden om uit de as van de stad een nieuw rijk te bouwen. Kunst en politiek, het heeft nooit gewerkt, gelukkig is Melgaards “waanzin” van zuiver artistieke aard.

CHINEES ANTIEK

Naast emotionaliteit, staat ook de daaraan verbonden onvoorwaardelijke liefde en toewijding voor iets of iemand centraal in het werk van Melgaard. Hij maakt daarom uiteindelijk de mens tot het middelpunt van zijn oeuvre en ziet de maatschappelijke structuren als vervuilers die de emotie vernietigen. Bij die vervuiling spelen volgens Melgaard vooral de media een nefaste rol. In “the Myth of a young Washing Machine”, een werk dat hij realiseerde voor de tentoonstelling Umwelt/Umfeld in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten, verbeeldt de kunstenaar onder meer de fobieën die de westerse mens voor de moslimgemeenschap heeft ontwikkeld, onder invloed van de media. In die fobie wordt vooral de moslimman afgeschilderd als de grootste satan die de mensheid ooit heeft voortgebracht.

Melgaard brengt deze absurde situatie op een bijzonder humoristische en scherpe manier. “The Myth of a Young Washing Machine”, zo vertelt Melgaard, “handelt onder meer over de discrepantie die ontstaan is tussen enerzijds feiten en de naakte werkelijkheid en anderzijds de vooroordelen en veronderstellingen die een eigen leven leiden. Wat wij vandaag als feiten aanzien, heeft bitter weinig met de realiteit te maken, uiteindelijk zien wij westerlingen alles door de filter van CNN. Daarom ben ik persoonlijk banger voor de Amerikaan dan voor de moslim.” In de toiletten van het Paleis voor Schone Kunsten bracht de kunstenaar enkele absurde slogans aan die verwijzen naar deze situatie, elders in het werk confronteert en relativeert hij onze moslim-angst met de afkeer die de Chinese Republiek heeft ontwikkeld voor de Verenigde Staten, “Everything American is evil”.

De absurde voorstelling van de moslimwereld is echter niet het enige centrale thema in dit werk. Als je de zaal binnentreedt, wordt je aandacht direct getrokken door het Chinees antiek waarrond Melgaard zijn installatie heeft opgebouwd. Sinds enige tijd werkt hij samen met kunstenaars en ambachtslui uit China. De lokale kunstenaars krijgen van Melgaard ontwerptekeningen en patronen die ze zelf uitwerken. Daarnaast leggen de kunstenaars ook contacten met oosterse antiekverdelers bij wie hij unieke stukken ontleent om ze te verwerken in zijn installaties. Voornoemde activiteiten resulteren in een vreemde mengelmoes van indrukken en beschavingen.

SCHOOTHONDJES EN SURFPLANKEN

Op de jongste Biënnale van Sao-Paulo realiseerde hij voor de eerste keer een installatie die vertrok vanuit een opstelling van Chinees antiek. “The Myth of a Young Washing Mashine” stelt een Chinese koets en twee bronzen pitbulls tentoon naast enkele houten palen die eertijds gebruikt werden als standplaats voor ezels. Melgaard gaat in het bij elkaar brengen van die uiteenlopende objecten te werk als een hiphopper die muziekstukken uit alle culturen eerst verbastert en dan op een verwarrend verfrissende, dikwijls absurde manier sampelt. Hiphop, Triphop en rap zijn trouwens muziekgenres die de kunstenaar erg genegen is. De cultfiguur DJ Lawrence, en de manier waarop deze in een muziekstuk oneindig veel onafgewerkte variaties vermengt, fungeert daarbij als een onuitputtelijke inspiratiebron.

De barokke veelheid die het verhaal van Melgaards installaties laat versplinteren in duizenden fragmenten en aandachtspunten, leidt de toeschouwer al eens weg van de essentie van zijn artistieke uitdrukking die in oorsprong gevat ligt in het tekenen en schilderen. Melgaard is een kampioen in het creëren van de meest sublieme kleureffecten. Smaragdgroen, dieproze, violet, honinggeel en turkoois blauw zijn de hoofdtonen uit zijn palet. Het zijn de kleuren die ook in de schilderijen van Gauguin blijven nazinderen en die uiteindelijk teruggaan op de kleurenpracht van de eilanden in de Stille Zuidzee. Melgaard beschouwt zijn schilderijen niet als studies voor zijn installaties, noch zijn het louter en alleen bouwstenen ervan.

“Schilderen en tekenen zijn uiteindelijk de essentie van kunst, elk groot kunstenaar beheerst die techniek, ook al komt dat niet altijd op een letterlijke manier in het werk tot uitdrukking, Joseph Beuys wist dat bijvoorbeeld zeer goed. Mijn werk gaat uiteindelijk om kleur, en de ontroering en emotionaliteit die daarin gevat liggen.”

Maar niet alleen in zijn schilderijen brengt Melgaard een onthutsende kleurenpracht naar voren, ook in zijn installaties tovert hij met kleureffecten. Vorige zomer was hij te gast in Luxemburg, op de tweede editie van Manifesta, de Europese biënnale voor jonge kunst. Hij creëerde er een werk in situ dat bestond uit een zwemdok bepleisterd met hemelsblauw mozaïek en tot aan de rand gevuld met zuiver water. Op en rond het water dreven de frisse, zoetgekleurde schilderijen die hun tinten weerkaatst zagen in de ongedefinieerde kleur van het water. De hele omgeving werd “behangen” met rollen en vellen sneeuwwit toiletpapier dat tot hoog in de bomen werd opgehangen en met zijn witte kleur een scherp en dieptegevend contrast in kleurtinten veroorzaakte. Tussen dit alles doken surfplanken op en een verzameling felgekleurde foto’s van schoothondjes, een televisietoestel en dergelijke. De installatie had de visuele illusionistische impact van een prachtig schilderij.

Melgaard is sinds zijn deelname aan de tentoonstelling de Rode Poort in 1996 in Gent, waar hij een verbeelding bracht van de tragische pornoster Joey Stefano, zowat een internationale ster, een graag geziene gast die zijn sensationeel en schokkend werk op tal van plaatsen mag gaan opvoeren. Melgaard zelf staat zeer sceptisch tegenover al die belangstelling, die vooral uitgaat naar de sensationele kant van zijn werk, en de emotionaliteit en intimiteit ervan nogal eens negeert. Sinds zijn tentoonstelling in Gent was Melgaard nog eenmaal te gast in België, in de galerie van Annette de Keyser in Antwerpen.

ULTIEME VRIJHEID

Nu concipieert hij in opdracht van het SMAK een installatie voor het nieuwe museum. Jan Hoet nodigde hem ook uit op de kleine tentoonstelling die in de Anti-Chambres van het Paleis voor Schone Kunsten wordt opgezet en die onder de titel Umweld/Umfeld de relatie tussen kunst en maatschappij wil belichten. Naast Melgaard is ook werk van Joseph Beuys, Stan Douglas, Panamarenko en Benoit Platéus te zien, allen kunstenaars die in hun werk de relatie kunst en leefwereld belichten. Melgaard voelt zich niet echt helemaal thuis in het gezelschap.

“Alleen met Beuys en Panamarenko voel ik enige affiniteit. Voor mij is tentoonstellen met Beuys natuurlijk een zeer grote eer. En dat zeg ik niet alleen omdat elke kunstenaar verondersteld wordt een groot bewonderaar te zijn van Beuys. Ik hou van Beuys’ installatiekunst, niet alleen omwille van de bijzondere materialiteit en spiritualiteit ervan, maar omwille van de visuele schoonheid van de installaties, die onder meer bestaat uit veelheid. Voor mij gaat het werk van Beuys over schilderen, net zoals mijn werk over schilderen gaat. Daarnaast voel ik me ook verwant met Beuys omdat hij de mens en het menselijke zo centraal stelde in zijn werk. ‘Elke mens is een kunstenaar’, beweerde Beuys, daar ben ik het niet mee eens, niet elke mens hoeft een kunstenaar te zijn, de afgeleide idee ervan, namelijk dat elk kunstenaar een mens is, vind ik veel belangrijker. Eenzelfde geëngageerde houding vind je bij Panamarenko die op zoek gaat naar de ultieme vrijheid.”

Panamarenko, die op de tentoonstelling Umwelt/Umfeld onder meer vertegenwoordigd is met een reeks van prehistorische vogels, gebruikt kunst in zekere zin als de omzetting van een vrijheidsdrang, als het middel bij uitstek om zichzelf te zijn en los te komen uit de opgelegde maatschappelijke en ook artistieke structuren. Gauguin poogde hetzelfde te doen in zijn tijd. Hij vond de vrijheid uiteindelijk in een vreemde cultuur op een “onbeschaafd” eiland, waar hij los van de toen heersende kunstnormen – met name het impressionisme – een heel persoonlijke en in zekere zin nooit school geworden stijl en taal ontwikkelde. Melgaard die zo graag in de voetsporen treedt van zijn geliefde meester, zoekt aan de stranden van de Stille Zuidzee diezelfde vrijheid op. Hij probeert er los te komen van de collectieve beschavingsdrang en de verstikkende invloed ervan op zijn emotionele evenwicht en zijn artistieke creaties. Het is opmerkelijk hoe het exotisme – dat toch nog altijd zeer eigen is aan deze gebieden – noch bij Gauguin, noch bij Melgaard leidt tot een soort van primitieve kunst die niet meer is dan de verheerlijking en nabootsing van een plaatselijke stijl. Bij beide kunstenaars leidt de beleving van de sfeer, de mensen en de natuur op de eilanden tot een hoogst oorspronkelijke uitdrukkingsvorm. Het is ver weg, op een veilige afstand van de invloedrijke maatschappelijke structuren uit het Westen, dat Melgaard tot bezinning en een kritische reflectie komt.

Melgaards kunst wordt dan ook niet alleen gevoed door de talloze voorwerpen, ideeën en bedenkingen uit en over het leven, zijn kunst staat binnen de emoties van het leven zelf en is daarom van een universele betrokkenheid die nooit intellectueel is en meer dan alleen een spiegel van onze “Umwelt” beoogt te zijn.

Werk van Bjarne Melgaard is tot 13 juni te zien op de tentoonstelling “Umwelt/Umfeld” in het Paleis voor Schone Kunsten, Paleizenstraat te Brussel en op de openingstentoonstelling van het SMAK vanaf 7 mei.

Els Roelandt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content