De overwinning van de sansculotten nabij Charleroi is om twee redenen beslissend. Ze verankert het Franse bestuur in onze gebieden en tekent zo de administratieve contouren van het toekomstige België. En ze maakt een eind aan het Schrikbewind van Robbespierre.

In de lente van 1794 krijgen de Franse revolutionairen nieuwe moed en nemen ze opnieuw de bovenhand. Een jaar eerder hebben ze de Zuidelijke Nederlanden moeten afstaan aan Oostenrijk, maar de herovering is maar een kwestie van tijd.

Dit keer houdt niets de opmars van de legers van het Noorden en van de Samber en de Maas tegen. Charleroi is weldra in zicht. Eenheid, discipline, omkadering, tactiek: de soldaten van het Jaar II zijn wijzer geworden sinds de wanhopige veldtocht van 1792, maar ze blijven bezield door het heilige vuur. Op 26 juni ontplooien 80.000 revolutionairen zich over een front van 30 kilometer aan weerszijden van Fleurus, erop gebrand om komaf te maken met 52.000 Oostenrijkers en Hollanders.

Na veertien uur verbeten strijd onder een verzengende zon, na vijf stormaanvallen van de Oostenrijkse colonnes en evenveel charges, komen de Fransen onder aanvoering van hun generaal Jourdan op het nippertje als overwinnaars uit de strijd.

De organisatie van hun troepen en hun vechtlust hebben het gehaald op de weinig geïnspireerde tactiek van de Oostenrijkers, die kozen voor aanvalsmanoeuvres in verspreide slagorde. De revolutionairen hebben niets onverlet gelaten om de zege te behalen: Fleuris is de eerste slag waarin een militair luchtschip wordt ingezet om de vijandelijke bewegingen te observeren. Een geslaagd experiment: L’Entreprenant, ontplooid nabij de molen van Jumet op een hoogte van 200 tot 400 meter, vervult zijn missie met glans.

Wanneer de Oostenrijkse generaal Coburg op de avond van de slag te horen krijgt dat Charleroi zich de dag tevoren al heeft overgegeven, besluit hij om de strijd te staken.

De morele klap voor de Oostenrijkers en hun Hollandse bondgenoten komt hard aan: de geallieerden, die in de slag 10.000 man zouden hebben verloren, dringen niet meer aan en laten de Nederlanden aan de Fransen.

Die 26e juni 1794 komt een einde aan een Oostenrijks hoofdstuk dat 80 jaar geduurd zal hebben. ‘De Slag bij Fleurus opent voor de Fransen definitief de weg naar onze gewesten. Het Franse bewind zal het amalgaam van die tot dan toe erg gevarieerde politieke ruimte in handen nemen en er de administratieve contouren aan geven die tot de vorming van België zullen leiden’, benadrukt Hervé Hasquin.

Fleurus, wieg van België, is ook het graf van de grote figuren van het Schrikbewind in Parijs. De Franse overwinning doet de republiek haar grenzen opnieuw aan de Rijn leggen, waardoor de externe dreiging verdwijnt. Het Schrikbewind, uitgestippeld door het Comité de salut public, verliest zo een van zijn belangrijkste bestaansredenen.

De Franse historicus Patrice Guennifey ziet het zo: ‘De militaire overwinningen van 25 juni in Charleroi en van 26 juni in Fleurus brengen de publieke opinie ertoe om een versoepeling van het interne dwangregime te eisen en terug te keren naar de wettelijkheid.’

De dagen van Robespierre zijn van dan af geteld. Tussen de slag van Fleurus en de onthoofding met de guillotine van de Onkreukbare Robbespierre, Saint-Just en hun aanhangers op 28 juli, ligt slechts een maand. De storm van de Franse Revolutie gaat liggen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content