Peter Theunynck over Karel van de Woestijne do 11 november

Op de laatste dag van de Boekenbeurs staan de kunstboeken in het zonnetje: van Salvador Dali tot Rubens-vriend en burgemeester Rockox.

Peter Theunynck over Karel van de Woestijne (Uur van de literatuur)

Donderdag 11 november – 15u – Knack-stand 426

In een nieuwe grote biografie probeert dichter Peter Theunynck te achterhalen wat de Gentse dichter-journalist-ambtenaar-hoogleraar Karel van de Woestijne (1878-1929) echt bezighield naast de literatuur: hoe stond het met zijn seksualiteit en hoeveel energie stak hij in het zoeken naar een goed betaalde boterham? Interview door Hans Vandevoorde.

Ontdek Rockox, burgemeester van De Gouden Eeuw

Donderdag 11 november – 12u30 – Groene Zaal

Nicolaas Rockox (1560-1640) is vandaag vooral bekend omwille vanhet naar hem genoemde Rockox-huis waar de KBC-bank kwartier houdt. In het fraaie pand worden regelmatig culturele manifestaties georganiseerd. Rockox was in zijn tijd een VIP want negen keer burgemeester van Antwerpen en boezemvriend van Pieter Paul Rubens van wie hij heel wat werken bezat. Auteur en kunsthistorica Leen Huet die een brievenboek van Rubens samenstelde in 2006 schreef nu samen met haar partner Jan Grieten een portet van Rockox. Rockox. Burgemeester van de Gouden Eeuw is echter ook en vooral een analyse van de humanistische vriendenkring rond Rockox en van het ondanks alles pragmatische tijdsklimaat dat toen in Antwerpen, niettegenstaande de godsdienstoorlog, heerste. Rockox nam de tijd om zijn biblotheek en kunstcollectie – en zijn vriendschapscontacten – te onderhouden. Misschien willen Huet en Grieten door dit portret van een cruciale epoche in onze geschiedenis onze tijd een spiegel voorhouden. Het loont altijd de moeite om een kwaliteitsvol leven te leiden op het ritme van een cultuur op mensenmaat, ook in tijden van crisis.

Kunst: helemaal te gek! (Salvador Dali)

Donderdag 11 november – 13.30u – Groene Zaal

‘Iedere morgen wanneer ik wakker word is mijn grootste vreugde: dat ik Salvodor Dalí ben.’ Dali (1904-1989), schepper van onsterfelijke schilderijen als De brandende giraffe en De volharding der herinnering (met die pannenkoeken van uurwerken), was nooit te beroerd om aan zelfpromotie te doen en wist lang voor Andy Warhol dat er met kunst geld, veel geld te verdienen was. Hij poseerde graag als Spaans enfant terrible met Zorro-snorretje en koketteerde met zijn surrealistische verbeelding op de rand van de waanzin. In Mijn leven als genie (1968), een zelfverdediging, grossiert hij in bon mots die zijn status van meestermarketeer in de kunsten alleen maar bevestigen. Thrillerauteur Stan Lauryssens die ook van sterke verhalen houdt, schreef Dalí. Opkomst en ondergang van een geniale gek, een biografie over zijn grote voorbeeld. Lauryssens die er graag mee uitpakt dat er een internationale Dalí-film op stapel staat naar zijn scenario, concentreert zich vooral op de smeuïge passages in Dalí’s leven. Wie dus houdt van gepeperde society-journalistiek, is bij hem aan het juiste adres. Dalí zou een dergelijke pikante levensbeschrijving zelf wel hebben geapprecieerd en werkte die maar al te graag in de hand met uitspraken als deze: ‘Toen ik zes jaar oud was, wilde ik kokkin worden. Met zeven wilde ik een Napoleon worden. Sindsdien is mijn ambitie op hetzelfde tempo blijven groeien.’ Waar dat eindigt, weten we nu: Dalí zorgt nog steeds voor spektakel en hoge verkoopcijfers

Reynaert de Vos: van schurk tot antichrist

Donderdag 11 november – 14u – Gele Zaal

Er is allicht geen bekender werk in de Vlaamse literatuur dan de middeleeuwse dierenfabel Reynaert de Vos. De schalkse manier waarop het sluwe hoofdpersonage iedereen om de tuin leidt, is spreekwoordelijk geworden voor de underdog-mentaliteit van de Vlaming. Ook in de internationale literatuur gooide dit dierenepos hoge ogen, met de adaptatie door de Duitse grootmeester Johann Wolfgang Goethe als uitschieter. Ook in andere media – van poppenkast tot hoorspel en animatiefilm – is het verhaal een klassieker geworden. Marc Legendre, een van de Vlaamse pioniers van de graphic novel, goot het verhaal in stripvorm en René Broens maakte een vlot bekkende, spreektalige versie van het origineel. In de middeleeuwen werd het verhaal immers in eerste instantie voorgelezen en opgevoerd tijdens banketten in de kastelen van de rijke heren maar ook op kermissen waar de gewone mensen zich konden opwarmen aan de rebelse avonturen van een volkse antiheld. In zekere zin wordt het verhaal dus nu opnieuw teruggegeven aan zijn oorspronkelijke setting: een pittig en sappig voorleesverhaal voor jong en oud, arm en rijk.

Frank Hellemans