Hochsztapler Laarmans slaat toe in Rotterdam

Maarten Dessing over de expo ‘Elsschot in vertaling’: Elsschot vertaalde ook zelf, Walschap bijvoorbeeld, maar niet met succes.

Een grote tentoonstelling in de Openbare Bib te Rotterdam is het niet. Drie grote vitrines op de eerste verdieping. Toch zijn er veel meer vertalingen van Elsschot verschenen dan je zou denken. Het Vlaams Fonds voor de Letteren promoot pas een decennium de eigen literatuur in het buitenland. Met succes: sinds 2000 maakt met name ‘Kaas’ een triomftocht over de wereld. Maar al in 1936 verscheen ‘Syr / Vrabacek’ (Kaas / Tsjip) bij Julius Albert in Praag. En zo zijn er meer.

De collectie maakt een vertrouwde en tegelijk vreemde indruk. Vertrouwd omdat op zoveel edities van ‘Kaas’ dezelfde rode bollen te zien zijn. Vreemd omdat het oeuvre opeens zo veel groter lijkt. Heeft Elsschot ooit een boek ‘Adele’ geschreven? O nee, het is de Deens vertaling van ‘Tsjip’. Soms zou je willen dat je echt op een postume ontdekking stuit: ‘Hochsztapler Laarmans’, de Poolse vertaling van de drie Laarmans-boeken uit 1973 – die titel klinkt fantastisch.

Het is grappig hoe buitenlandse uitgevers denken een titel het best in de eigen markt te zetten. Met een andere titel: de Japanse titel van ‘Kaas’ luidt ‘9990ko no chiizu’ ofwel ‘9990 stukken van kaas’. Maar vooral met het omslagbeleid. Een bonte variëteit van spotprenten, klassieke prenten, grafische omslagen, kunstwerken, foto’s uit de verfilming van ‘Villa des Roses’. De uitgevers presenteren Elsschot zo als stoffige klassieker of juist als experimentele avant-garde.

Aan de in talloze edities gebruikte omslag van ‘Kaas’ zie je hoe subtiel de verschillen soms zijn. Het hele omslag wordt gevuld met opgestapelde rode bollen kaas. Op de voorgrond spoedt een man in pak, op de rug gezien, zich ergens naartoe. In de meeste uitgaven is dat een zwart-wit foto, ogenschijnlijk uit het interbellum afkomstig. Maar op de Chinese editie is het opeens een oude man die rustig voortwaggelt, maar boven alles: in alle opzichten een Chinees lijkt te zijn.

Soms hebben ook Nederlandse uitgevers zich met de vertalingen bemoeid. Niet toevallig geldt dat vooral voor Engelse uitgaven – een wereldtaal waarin erg weinig buitenlandse boeken worden uitgegeven. Zo verscheen in 1965 onder de titel ‘Three Novels’ (Lijmen, Het been en Het Dwaallicht) bij Heinemann (Engeland), London House & Maxwell (Amerika) én Sijthoff (Leiden). Hoeveel procent van de kosten droeg Sijthoff? Gelukkig verscheen ‘Villa des Roses’ in 1992 ook in de prestigieuze Penguin Classics-reeks.

Behalve vertalingen van Elsschot is ook een vertaling van Elsschot te zijn: ‘Curé d’Aspirin’ – een vertaling van een kort verhaal van Gerard Walschap dat in een oplage van 1020 exemplaren op de markt werd gebracht door de Gentse uitgeverij Snoeck Ducaju. Dat de uitgeverij niet tevreden was over Elsschots werk en twee anonieme vertalers inschakelde om de taal Franser te maken, wordt niet vermeld. Noch dat de auteur zich daardoor ernstig in de maling voelde genomen.

Maarten Dessing

De expositie staat nog tot en met 31 juli in de Openbare Bibliotheek van Rotterdam (Hoogstraat 110). Van 3 september tot en met 31 oktober is hij ook te zien in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience in Antwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content