Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Hugo Schiltz over de oorlog in Irak, de Europese Conventie, de genocidewet, de toestand in Antwerpen, en de afschaffing van de Senaat.

n Mijnheer Schiltz, de Amerikaanse troepen zijn met de verovering van Bagdad begonnen. Op het moment van dit gesprek valt niet te voorspellen hoeveel verzet de Irakezen zullen kunnen bieden.

HUGO SCHILTZ: De strategie van de Irakezen is onduidelijk. Ze vormen geen front, ze sluiten zich op in Basra en Bagdad, en ik vraag me af of hun situatie niet te vergelijken is met de laatste weken van het Derde Rijk. Misschien hopen ze dat de Amerikanen, als ze er met vuile voeten door moeten gaan, felle tegenwind zullen krijgen van de publieke opinie in de rest van de wereld en zich daardoor zullen moeten inhouden. Maar dat zou wel eens een illusie kunnen zijn. Want de Verenigde Staten kunnen niet meer achteruit, ze moeten koste wat het kost Saddam op de knieën krijgen. En ze moeten kunnen bewijzen dat Irak wel degelijk over massavernietigingswapens beschikt. Als er niets tevoorschijn komt, staan ze psychologisch in een zwakke positie. Misschien speculeren de Irakezen daar wel op, maar ook in dat scenario wacht hen een ondergang in een soort godendeemstering à la Berlijn.

De menselijke kosten dreigen in elk geval hoog te zijn, en dat zal gevolgen hebben voor de relaties tussen de Arabische wereld en het Westen. Ik heb de Amerikaanse politiek inzake het Midden-Oosten nooit verstandig gevonden, maar met wat ze nu aanrichten, nemen ze een heel groot risico. De geschiedenis heeft wel geleerd dat in de moslimwereld standpunten makkelijk worden aangepast, maar de perceptie van het Westen is bij de Arabische bevolking nu erg negatief en het zal veel tijd en moeite vergen om dat te keren. Elke dag dat de oorlog langer duurt, maakt het moeilijker. Het zal erop aankomen om niet alleen de materiële, maar ook de morele en psychologische schade te herstellen.

Daarover laait de controverse nu al op: moeten de Verenigde Naties instaan voor de heropbouw van Irak, of komt dat toe aan Amerikanen en Britten?

SCHILTZ: Principieel moet je zeggen: het komt de VN toe. Helaas ontpoppen die zich telkens weer tot een toonbeeld van inefficiëntie. De VN zijn verworden tot een onvoorstelbare bureaucratie, vol met mensen die overtuigd zijn van hun eigen grote gelijk, maar die niet altijd voldoende terreinkennis hebben. Als de VN het bestuur en de heropbouw van Irak in handen nemen, wordt het een mislukking. Men zou beter een beroep doen op een beperkte groep landen die openstaan voor de identiteit en de cultuur van Irak, en die niet van imperialisme kunnen worden verdacht. Mocht de EU verder hebben gestaan met haar politieke eenmaking, dan had ze daarbij een belangrijke rol kunnen vervullen.

In het Amerikaans Congres gaan stemmen op om zeker geen Franse, Duitse, Russische en Syrische bedrijven in te schakelen. Dat bevestigt dat de VS zich blijven isoleren en blijven geloven dat ze de hele wereld hun wil kunnen opleggen. Veel Amerikanen schijnen niet te beseffen dat technologie en militaire macht daartoe niet volstaan.

Binnen de EU blijft de tweedracht manifest. De Franse premier Jean-Pierre Raffarin noemt deze oorlog een drievoudige vergissing van de VS. Zijn Britse en Spaanse collega’s Tony Blair en José María Aznar blijven de oorlog steunen, maar krijgen grote tegenkanting in hun eigen partijen.

SCHILTZ: Ik was het op vele punten eens met de Franse houding, maar de Fransen moeten nu wel stilaan naar de toekomst beginnen te kijken. Het heeft geen zin de Amerikanen te blijven uitdagen. Het lot van Blair en Aznar zal vooral afhangen van hoe lang de oorlog duurt en hoeveel slachtoffers er vallen. Als het snel gedaan is en er komen bewijzen dat Saddam massavernietigingswapens heeft verborgen, dan kunnen ze gesterkt uit dit conflict stappen. In het andere geval zitten ze in de problemen. Al betekent dat niet noodzakelijk hun ‘politieke dood’. Ik heb al te veel politieke doden weten verrijzen. Ik ben zelf politiek dood verklaard na het Egmontpact, maar ik ben nadien nog minister en vice-premier geworden.

Ook het initiatief van Guy Verhofstadt om met een paar landen over een Europese defensiemacht te overleggen, onderstreept de breuk in de EU.

SCHILTZ: Het onderstreept vooral het kernprobleem van Europa: je kunt geen politieke eenheid vormen zonder instrumenten om te wegen op belangrijke beslissingen op wereldniveau. Een van die instrumenten is militaire macht. Van de andere kant vraag ik me af wat de invloed van deze demarche zal zijn op de Europese Conventie. Vergroot ze de verdeeldheid die ook daar heerst, of leidt ze er juist toe de kernproblemen fundamenteel aan te pakken? Wij beseffen te weinig het belang van die Conventie. Het zou eigenlijk het belangrijkste thema van onze binnenlandse politiek moeten zijn, maar tot mijn spijt hebben noch de politieke partijen noch de media er veel aandacht voor.

De betrokken ambtenaren zijn nochtans ernstig aan het werken, en de sfeer is heel wat positiever dan in de beginfase toen voorzitter Valéry Giscard d’Estaing met zijn eigengereide optreden roet in het eten strooide. De grote vraag is of men een eenvormige Europese grondwet aan alle EU-leden zal opleggen, of zal opteren voor een stapsgewijze benadering, met verschillende niveaus van constitutionele integratie. En komt het idee van een kern-Europa weer op tafel of niet?

Zal Europa niet eeuwig blijven vastzitten in de onwil van de grote landen om nationale soevereiniteit af te staan?

SCHILTZ: Dat gevaar blijft bestaan, maar er zijn toch al heel wat stappen gezet. Een monetaire unie was ook lange tijd ondenkbaar, een gezamenlijke defensiemacht is misschien een volgende revolutionaire vernieuwing. Dat men Frankrijk zo ver krijgt de Duitsers mee over hun atoommacht te laten beslissen, is uiteraard weinig waarschijnlijk, maar elke stap vooruit is een stap vooruit. Ik wil inzake Europa optimistisch proberen te blijven. De Irak-kwestie heeft overduidelijk bewezen dat het Europese dossier bij elke verantwoordelijke politicus bovenaan moet liggen. En de media moeten daar meer de nadruk op leggen. Anders worden we op een dag wakker in een Europa dat we niet hebben gewild.

In eigen land is een wisselmeerderheid nodig, met het Vlaams Blok, om de aanpassing van de genocidewet door het parlement te krijgen.

SCHILTZ: De genocidewet is een typische modewet. Een genereus idee dat goed aanslaat en in theorie verdedigbaar is, maar men moet ook beseffen hoe de internationale politiek en de internationale rechtsorde in de werkelijkheid functioneren. Moraal en internationale politiek zijn twee begrippen die moeilijk onder één dak passen. Je kunt dat betreuren, maar het is nu eenmaal zo. De oorspronkelijke genocidewet was te vaag en te ruim. Onze rechtbanken moeten geen zedenmeester over de hele wereld willen spelen. We zouden beter onze energie aanwenden om het Internationaal Strafhof goed te laten functioneren en om iedereen daarin in te schakelen, in de eerste plaats de Verenigde Staten.

Er was een correctie op de genocidewet nodig, maar dat stond niet in het regeerakkoord. Dus zou je als democraat kunnen stellen dat het parlement zijn werk moet doen en iedereen naar eigen inzicht en geweten moet handelen. Maar als de meerderheid verdeeld stemt, geeft ze het politieke gewicht in feite door aan de oppositie. En in dit geval ook aan het Vlaams Blok, wat voor een extra wrang gevoel zorgt. Aan Franstalige kant schermen ze graag met grote principes, maar ze houden niet altijd rekening met de praktische toepassing ervan. En grote principes worden soms gebruikt als dekmantel om elkaar de duivel aan te doen. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat dit hier het geval is geweest. Men had dit dossier beter uitgesteld tot na de verkiezingen.

In Antwerpen is het nieuwe schepencollege samengesteld. Uiteindelijk zijn er slechts twee andere schepenen en een andere burgemeester.

SCHILTZ: Als Patrick Janssens erin slaagt meer vertrouwen en samenhang in de bestuursploeg te krijgen en zich tegenover de administratie op een voldoende verstandige maar toch krachtdadige wijze kan laten gelden, kan deze machtswissel voor Antwerpen een goede zaak zijn. De hele crisis had weinig te maken met het gebruik van Visa-kaarten, maar was de uiting van een veel dieper probleem. Onder de eeuwenoude rooms-rode coalitie is in Antwerpen een administratief korps gegroeid dat niet meer gewoon was om de primordiale rol van de politiek te aanvaarden, en dat niet altijd het onderscheid tussen het algemeen en het groepsbelang kon maken. Er werken in de stedelijke administratie veel bekwame en toegewijde mensen, maar het managementcomité dat wij in de vorige regeerperiode hadden opgericht, heeft nooit goed kunnen functioneren omdat de hoogste twee ambtenaren het hebben gedwarsboomd. Laten we hopen dat dit nu grondig verandert.

Dat vijf mensen opzij moeten stappen om Robert Voorhamme in het college te kunnen sluizen, is ook geen hoogstandje van democratie.

SCHILTZ: Misschien niet, maar anderzijds vind ik het jammer dat Voorhamme niet de nieuwe burgemeester is geworden. Laat ik het zo zeggen: een groot deel van het Antwerps probleem is dat het gemiddeld aanbod van politieke klasse te weinig kracht en te weinig kwaliteit had. Zonder anderen te kort te willen doen, durf ik stellen dat Robert Voorhamme daar wél over beschikt. Het ontslagnemende schepencollege had geen controle over de administratie. Om te tonen dat met die toestand gebroken wordt, heb je nieuwe mensen nodig en moeten er nu eenmaal zoenoffers worden gebracht, ook al blijf ik de officiële reden potsierlijk en zelfs hypocriet vinden.

In hoever zullen de Antwerpse perikelen een weerslag hebben op de verkiezingen van 18 mei en op de vorming van een regering nadien?

SCHILTZ: De plooien die zouden zijn ontstaan tussen SP.A en VLD zullen, als het moet, snel gladgestreken zijn. En het startschot van deze hele Antwerpse affaire is toch gegeven door SP.A en VLD samen. Patrick Janssens en Ludo Van Campenhout hebben bijna voortdurend schouder aan schouder gestaan. Maar dat in Antwerpen de antipolitieke proteststemmen nog zullen toenemen, lijdt weinig twijfel.

De Senaat heeft ingestemd met zijn eigen hervorming tijdens de volgende regeerperiode.

SCHILTZ: Ook die discussie wordt te weinig op de voorgrond gebracht. Op zich is er iets te zeggen voor een vergadering met afgevaardigden van de deelstaatparlementen. Maar we mogen ons niet verkijken op de Duitse Bundesrat, die een aparte geschiedenis en samenstelling heeft. Ik ben absoluut tegen de paritair samengestelde Senaat die men hier wil invoeren. Het is de vloek op de hele geschiedenis van onze staatshervorming dat de Vlamingen op zowat alle domeinen hun democratische numerieke meerderheid hebben prijsgegeven. Als men nu ook een paritaire Senaat wil, moet men zeker de bijzondere meerderheden afschaffen. De vraag is trouwens hoe men die Senaat zal samenstellen. Op basis van de gemeenschappen? Wat gebeurt er dan met de Duitstalige gemeenschap? Wordt die buiten de pariteit gehouden of niet? Als dat zo is, wordt de Duitstalige afvaardiging uiteindelijk de scheidsrechter met de doorslaggevende stem. Ik ben niet tegen een hervorming van de Senaat, maar ik vind dat de aftreden- de regering in deze kwestie op een gevaarlijke manier aan het improviseren is.

Koen Meulenaere

hugo schiltz: ‘als de vn de heropbouw van irak in handen nemen, wordt het een mislukking.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content