Officieus duren de Spelen tot 12 augustus, wat een mooie dag zal dat zijn, maar officieel worden ze pas enkele weken later afgesloten, wanneer Roger Moens klaar is met zijn rapport. Roger heeft recht van spreken, en maakt daar dankbaar gebruik van, want als iemand de Olympische Spelen kent, zal hij het wel zijn. Bovendien bracht hij het in het burgerleven tot commissaris van de gerechtelijke politie, in een tijd dat aan die functie nog enig moreel besef verbonden was.

Vanuit die twee achtergronden houdt Roger meer van feiten dan van ijdel geblaat. En behoort hij in het huidige medialandschap dus tot een unserved audience. Na elk WK en EK atletiek en na alle Spelen onderwerpt hij de resultaten aan een grondige analyse. Hij pent bladzijden en bladzijden vol cijfers en tabellen, toetst alle prestaties aan voorgaande uit de rijke geschiedenis van de sport, kijkt naar evoluties in prestatiecurves, legt met die maatstaf ook feilloos bloot wie verboden middelen heeft gebruikt en wie mogelijk niet, en vat weken van onderzoekswerk samen in een krachtig mapje.

Meestal is zijn conclusie dezelfde: sportprestaties zijn genetisch bepaald. Wie het geluk heeft gehad dat zijn voorouders tot de slavernij werden veroordeeld, of door de bemoeienissen van een paar oud-collega’s van Roger tot dwangarbeid, die maakt kans op een medaille. Vanuit Southampton met een boot naar Tasmanië moeten roeien? Tien generaties later staat er een met uw familienaam op het hoogste schavot. Van de stranden van West-Afrika naar de kusten van Oost-Amerika gepeddeld? Uw achterachterkleinzoon pinkt een traan weg als de Stars and Stripes de lucht in rijzen. Hoe komt het dat de Hollanders altijd meer medailles halen dan de Belgen? Simpel: de Vereenigde Oostindische Compagnie. En de watersnood van ’53, Nederlanders zijn betere zwemmers.

Vier jaar geleden eiste een ander fenomeen de aandacht op. Er was toen veel te doen om de Chinezen. Ten eerste omdat die de Spelen organiseerden, dankzij zevenendertig miljoen Chinese vrijwilligers zelfs vrij indrukwekkend, maar ten tweede ook omdat volgens onnadenkenden de Chinezen de Verenigde Staten en Rusland hadden voorbijgestreefd. China veroverde namelijk 51 keer goud, de VS slechts 36 keer, en de Russen och Here och arme 23. België één, men herinnere zich het oerwoudgehuil van de VRT-verslaggevers.

Thuis in Ternat kwam Roger Moens niet bij van het lachen. Nee maar, de Verenigde Staten bijgehaald, wie verzon het? Roger zette zich achter zijn tekstverwerker en flanste in één nacht tijd een document in elkaar dat ze op de universiteit zouden moeten ge- bruiken als didactisch materiaal. Om jongeren te leren hoe ze kritisch data moeten interpreteren.

Nadat Roger er met zijn fileermes doorheen was gegaan, bleef van de Chinese winst niet veel over. Meedogenloos somde hij op hoeveel goud de Chinezen hadden behaald in de belangrijkste twee olympische competities, atletiek en zwemmen. In atletiek: nul. In zwemmen: één. In de ploegsporten: nul. In het wielrennen: nul. Grieks-Romeins worstelen: nul. Paardrijden: nul. Kayak: nul. Zeilen, toch een van de oerdisciplines op de Spelen: niets.

Schermen en boogschieten, andere olympische basissporten: telkens één schamele gouden plak. En dan was Roger nog geneigd een paar riposten van Zhong Man onreglementair te noemen. En had hij de grootste twijfels bij de kling van de Chinees, die zo op het oog de voorgeschreven 88 centimeter overschreed. Zijn verzoek om die sabel eens te mogen nameten, werd door de Communistische Partij hautain van de hand gewezen.

Tennis: nul maal goud. Synchroonzwemmen, je zou nu toch denken: als ze in China iets kunnen, dan is het synchroonzwemmen, waartoe heeft Mao anders gediend? Niets. Moderne vijfkamp: zero. Triatlon: noppes. Mountainbike: idem. En zo ging het nog een tijdje door. Waarna de lezer zich afvroeg: waar hebben die Chinezen dan wel hun goud behaald?

Wel: in gymnastiek en duiken, sporten waarin je met een en hetzelfde kunstje veertien medailles kunt pakken, en waar bovendien een omkoopbare en afdreigbare jury de uitslag bepaalt. En in het tafeltennis. Volgens Roger horen die disciplines geen van alle thuis op het olympisch programma. Gymnastiek is kindermishandeling en was in zijn tijd zeker voor strafvervolging aan het parket overgemaakt, dat geduikel van drie- tot en met tien-meterplanken hoort thuis in het dolfinarium, en pingpong is enkel aanvaardbaar op het college tijdens de speeltijd.

In gewichtheffen, dat eigenlijk onder de farmacologie of de veeartsenijkunde ressorteert, waren ze ook sterk, maar in de echte sporten staan die Chinezen nergens. Niet genoeg afgezien, vroeger.

door Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content