‘In de stad wonen wordt onbetaalbaar’

Georges Allaert: 'Verdichten, in de stad én op het platteland: dat is de boodschap.' © Wouter Pattyn / BelgaImage

Volgens professor Georges Allaert is een exodus naar de stad geen oplossing.

Georges Allaert (emeritus professor ruimtelijke planning UGent): We moeten niet langer beslag leggen op de open ruimte voor woningbouw en industrie: met die visie van de Vlaamse regering ga ik akkoord. Maar een strategie om dat doel te bereiken, ontbreekt in het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen. Vandaag wordt nog gemiddeld 6 hectare openbare ruimte per dag ingenomen. Vanaf 2025 wordt dat al beperkt tot 3 hectare per dag. Ik lees nergens hoe de regering dat wil klaarspelen. Alles zal afhangen van de uitvoeringsplannen, waar ik reikhalzend naar uitkijk. En die plannen zullen alleen slagen als we de bevolking ervoor winnen. Dat wordt nog lastig, want de communicatie zat tot dusver helemaal fout. Het label ‘betonstop’ is bijvoorbeeld funest. Met zo’n woord jaag je de Vlaming vooral op stang. ‘Straks mag ik op mijn eigen grond al niet meer bouwen’, denkt die nu.

Maakt het plan komaf met onze ruimtelijke chaos en de lintbebouwing?

Allaert: Nee. Het maakt gewag van een uitdoofscenario voor de ergste ‘verlinting’. Wanneer zullen we daarvan het resultaat zien? Over honderd jaar? Nee, er is meer daadkracht nodig. We moeten lintbebouwing durven te schrappen om tussen de kernen open ruimte te creëren.

Volgens het Beleidsplan moeten we zo veel mogelijk in de stad gaan wonen. Vindt u dat een goed idee?

Allaert: Het plan presenteert stad en platteland als tegenpolen. Dat stoort me. Ik heb grote twijfels bij de stad als ultieme oplossing om de druk op de open ruimte te verminderen. Als we mensen massaal naar de steden willen lokken, moeten we die ook aantrekkelijk maken. Bijvoorbeeld door parken en waterpartijen aan te leggen. Om dat te doen, zullen we delen van de binnensteden moeten afbreken en de getroffen bewoners elders huisvesten.

Een ander gevolg is dat de vastgoedprijzen door het dak zullen gaan. Ik woon zelf aan de kust: omdat iedereen een stek op de zeedijk wil, is wonen daar onbetaalbaar. Dat zal ook gebeuren op de zogenoemde prime locations in de steden. Het kadastraal inkomen in de stad verlagen, zoals de Vlaamse Bouwmeester heeft voorgesteld, zal daar weinig aan veranderen.

En dan nog: eigenlijk is alleen Brussel een échte stad. Vlaanderen is in de eerste plaats een regio met middelgrote en vooral veel kleine woonkernen – dorpen, zeg maar. Al sinds de middeleeuwen vormen die een dicht netwerk, ook omdat de afstanden zo klein zijn. Vlamingen laten zich niet zomaar uit hun dorp weglokken, de plek waar ze hun familiale en sociale relaties hebben uitgebouwd. Ja, we moeten dichter bouwen, maar ook in kleinere woonkernen. En ja, we moeten knooppunten ontwikkelen in de buurt van stations en andere voorzieningen, zoals de regering voorstelt, maar die moeten er óók in gemeenten en dorpen komen.

Conclusie: een exodus naar onze steden is niet gewenst?

Allaert:Inderdaad. Verdichten, in de stad én op het platteland: dat is de boodschap.

Tekst ERIK RASPOET

‘Met een funest label als “betonstop” jaag je de Vlaming vooral op stang.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content