Jan Mertens

‘Klimaatverandering is meer dan alleen een milieuprobleem’

Jan Mertens Medewerker Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling en voorzitter van de Denktank Oikos

‘Het wordt hoog tijd dat onze beleidsmakers het verband tussen ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid echt serieus gaan nemen’, schrijft Jan Mertens van denktank Oikos.

Klimaatverandering is in veel opzichten meer een rechtvaardigheidsprobleem dan een milieuprobleem. De mensen die er het grootste slachtoffer van zijn, zijn er vaak het minst de veroorzaker van. Als het in een land als het onze een graad warmer wordt, dan wordt er eerst en vooral veel gezaagd, maar we overleven dat wel. De meesten van ons toch… Op heel wat plaatsen aan de andere kant van de wereld kan die ene graad het verschil maken tussen leven en dood. Heel wat mensen zijn voor hun rechtstreeks overleven afhankelijk van een gezonde natuur. Als die wordt aangetast, of als het eiland waarop je woont gewoon verdwijnt, dan wordt het een beetje ingewikkeld… Er is helemaal niets ‘softs’ aan milieuproblemen. En die uitdagingen omschrijven als een ‘luxeprobleem’, zoals klassieke politici van links en rechts nog steeds doen, is al helemaal naast de kwestie. Misschien is de luxe wel het probleem…

Maar zelfs als we nog niet naar de andere kant van de wereld gaan, is het nuttig wat grondiger te kijken naar wat er aan de hand is. En het is complexer dan eerst zeuren omdat het niet warm genoeg is, en dan weer heel snel zeuren omdat het te veel dagen na elkaar te warm is. De effecten van de klimaatverandering zijn ook in Europa wel degelijk duidelijk merkbaar, zoals onder meer uit een recente publicatie van het Europees Milieuagentschap blijkt. Alleen al de hittegolven in de periode 1991-2015 zorgden in Europa voor tienduizenden voortijdige overlijdens. Of je een groter risico loopt, hangt af van waar je woont, maar ook van je persoonlijke kwetsbaarheid.

Men zegt wel eens dat dingen als klimaatverandering of luchtvervuiling ‘democratisch’ zouden zijn, omdat ze iedereen treffen. Niets is minder waar. Wie arm is, woont vaak in slechtere omstandigheden, heeft een minder goede gezondheid en heeft minder middelen om zich te laten verzorgen bij ziekte. Wie rijker is, heeft meer reserve (in alle opzichten) en gaat ‘in het groen wonen’, groen dat daarmee dus ook geprivatiseerd wordt. Omgekeerd kun je zeggen dat het voorkomen van heel wat milieuproblemen een vorm van preventie, van sociale rechtvaardigheid is, en dus het tegendeel van een luxeprobleem. Als maatschappij betalen we nu al veel voor het opvangen van de gezondheidskost die het gevolg is van een ecologisch niet-duurzame economie. Als onze zorgsystemen nog meer in de greep van een besparingslogica komen, zullen het weer de meest kwetsbaren zijn die potentieel de dupe zullen zijn. Nochtans zouden heel wat milieuproblemen kunnen voorkomen worden, door een beleid dat die uitdagingen eindelijk niet langer als een ‘afgeleid probleem’ gaat beschouwen.

Ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid zijn in twee richtingen noodzakelijk met elkaar verbonden. Enerzijds is duurzaamheid een voorwaarde voor rechtvaardigheid. De huidige generaties moeten bijvoorbeeld heel veel geld uitgeven voor het saneren van vervuilde bodems. De vorige generaties stopten een hoop gevaarlijke rommel in de grond, hielden het als het ware uit de boekhouding, en dachten dat het daarmee was opgelost. Maar vandaag dringen die kosten zich in harde valuta op in de boekhouding van onze maatschappij. Het geld dat we moeten geven aan sanering kunnen we niet meer geven aan bijvoorbeeld meer zorg. Anderzijds is rechtvaardigheid een voorwaarde voor duurzaamheid. We kunnen de gevaarlijke spiraal van de statusconsumptie enkel onder controle krijgen als we iets doen aan de ongelijkheid. Wie arm is, zal de symbolen willen hebben van wie rijk is. Ga maar eens praten met de mensen van de dienst schuldhulpverlening van de OCMW’s, en je hoort verhalen van jongeren die in de schuldval zitten door gevaarlijke consumentenkredieten, omdat ze toch zo graag een smartphone willen om ‘erbij’ te horen. En weersta maar eens aan reclame die je wijsmaakt dat je zo ongeveer gratis ook zo’n statussymbool kunt hebben.

Ecologische conflicten

Een recent artikel zet dit alles verder in perspectief. Die welvarende landen die het meest ongelijk zijn, dragen meer bij aan klimaatverandering dan landen die meer gelijk zijn. Zo zullen in de Verenigde Staten de ongelijke geografische effecten van klimaatverandering zorgen voor een grote transfer van rijkdom van de armen naar de rijken. En ook dit artikel bevestigt het belang van de symbolen, zoals onder meer de vleesconsumptie. Meer ongelijke landen hebben een hogere vleesconsumptie. De productie van vlees heeft mondiaal gezien een veel te hoge ecologische voetafdruk. De luxe van de ene leidt zo tot het tekort van de ander, in een context van planetaire grenzen. De toenemende ecologische conflicten die ontstaan om een niet-duurzaam welvaartsmodel overeind te houden blijven ondertussen al te vaak buiten beeld. Te veel mensen die opkomen voor de belangen van een gezond leefmilieu betalen daar echter een heel zware prijs voor…

Het wordt hoog tijd dat onze beleidsmakers het verband tussen ecologische duurzaamheid en sociale rechtvaardigheid echt serieus gaan nemen. We kunnen doen alsof er niets aan de hand is, proberen door te gaan met een klassiek model van economische groei, en tegen beter weten in onszelf wijsmaken dat de planeet zich wel zal aanpassen aan onze gulzige verlangens. Die optie wordt vaak verdedigd vanuit een sociaal motief, maar binnen de context van een begrensde planeet zal die dus de ongelijkheid verder doen toenemen als we niet bereid zijn de voetafdruk in vraag te stellen van wat we ‘normaal’ zijn gaan vinden. De betere optie is te werken aan een rechtvaardige welvaart voor iedereen, binnen de planetaire grenzen.

Het besef van een dreigende klimaatchaos zet – en hoe cynisch maar voorspelbaar is dat – heel wat rijkeren aan om hun ‘schuilkelder’ nu al te gaan bouwen. Wie nu erkent hoe groot de uitdaging werkelijk is, en het roer probeert om te gooien richting grotere gelijkheid en drastisch lagere voetafdruk, die is bezig met actieve hoop. Wie alleen nog maar denkt aan hoe zijn of haar hachje en levensstijl te redden, zo nodig ten koste van anderen, dat is de enige echte doemdenker.

In zijn boek Prosperity Without Growth (ondertussen in een tweede editie) verbindt Tim Jackson uitdrukkelijk duurzaamheid met rechtvaardigheid, en dus meer gelijkheid. Het wordt hoog tijd dat we plekken zoeken waar politici, academici, middenveld en burgers samen kunnen nadenken over de contouren van een sociale bescherming die tegelijk zorgt voor meer rechtvaardigheid en toch niet afhankelijk is van een economie die onze aarde verder uitput en zo de kansen op een rechtvaardige toekomst van onze kinderen en kleinkinderen hypothekeert. Er is nog tijd, maar niet meer eindeloos…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content