Post-stress

De pakjesdame van De Post is met tien mensen tegelijk bezig. Zonder ellebogenwerk en het verheffen van de stem, bereik je hier niets. Netjes je beurt afwachten, is geen Oezbeekse gewoonte.

Er moet ballast huiswaarts worden gestuurd. Boeken, kledij, CD’s en enkele souvenirs. Het postkantoor van Samarkant is, op zijn zachtst uitgedrukt, onderbemand. Een taaie tante staat er op haar eentje in voor het in ontvangst nemen, wegen, verpakken, verzenden en afleveren van postpakketten.

De verstevigde omslagen die we zelf bij hebben, mogen we niet gebruiken. Alles moet in standaard bruin papier worden verpakt, dat we na enig zoekwerk vinden op de bazar.

“Nee, nee”, reclameert de dame. “Boeken en kleren apart!”
“Waarom?”
“Daarom!”

Een groter probleem zijn onze souvenirs. De dame weigert een stukje Turkmeens handwerk, een Koerdisch sjaaltje en een Oezbeekse muts te versturen. “Musee!”, roept ze herhaaldelijk. Blijkt dat we een certifikaat nodig hebben om te bewijzen dat dit geen waardevolle objecten zijn.

Dat het land op deze manier illegale kunsthandel wil tegengaan, akkoord. Maar dit zijn waardeloze souvenirs waar zelfs een cultuurbarbaar niet zou over twijfelen.

De dame is onvermurwbaar. Naar die expert dus, die we wegens een verkeerd opgegeven adres pas na een lange omweg vinden.

“We hebben twee foto’s nodig van elk voorwerp”, zegt de man. Dat de gezamenlijke waarde slechts 12 dollar bedraagt, doet er niet toe.

Ik fotografeer eigenhandig een stilleven van de spullen, keurig uitgestald op de salontafel van het expertenbureau. Dan met het geheugenkaartje uit mijn camera naar een fotolab voor de prints. Terug naar de expert, waar certifikaat en foto’s voor akkoord worden afgestempeld.

Weer naar de post. Daar staat inmiddels een flinke rij wachtenden te drummen. De pakjesdame is met tien mensen tegelijk bezig. Zonder ellebogenwerk en het verheffen van de stem, bereik je hier niets. Netjes je beurt afwachten, is geen Oezbeekse gewoonte.

Gelukt! We hebben haar aandacht. “Nu heb ik nog een fotokopie nodig van certifikaat en foto’s”, zegt ze droogweg. Er knakt iets van binnen. We verliezen onze laatste sprankel geduld. In het postkantoor is geen kopieermachine te bespeuren. Hop, weer naar buiten.

Terug in de post, met kopies, smeken we om geholpen te worden. We moeten nog een Russisch formulier invullen, met gegevens over afzender, bestemmeling en inhoud van het pakket. In drievoud.

Onze spullen worden eindelijk verpakt en met was verzegeld. Terug hoop. We zijn er bijna. Maar dan verdwijnt ons pak naar een achterliggend bureau waar het om volslagen onduidelijke reden een half uur blijft stof verzamelen.

“Please madam!”

Rest ons nog te betalen. Dat moet aan een ander loket, waar twee bedienden gezellig zitten te kletsen.

Het is namiddag en snikheet als we het postkantoor voor de laatste keer verlaten. We zijn bekaf en zitten vol stress. Na vier slopende uren in de mallemolen der Oezbeekse bureaucratie hebben we bier nodig. Fris bier in een park.

We dachten het ergste te hebben gehad. In Tashkent wil ik 25 CD’s met duizenden reisfoto’s van de afgelopen weken door DHL naar Belgie laten brengen.

“Sorry meneer”, zegt de vriendelijke meid aan de receptie. “De Oezbeekse wet bepaalt dat wij maximum een CD per keer mogen versturen. Vanaf twee exemplaren heeft u een certifikaat van het ministerie van cultuur nodig.”

Daar gaan we weer.

“U zou wel eens geheime informatie uit het land kunnen smokkelen”, voegt ze er bij wijze van grap aan toe. Maar dit is geen grap. Ze heeft gelijk. In een autoritair en bureaucratisch regime ontsnapt niets aan staatscontrole.

Het Nationaal Bureau voor Kunstexpertise ligt aan de andere kant van de stad.
“Als u alle beelden wil bekijken, dan bent u overmorgen nog bezig”, waarschuw ik de dame die mijn CD’s in ontvangst neemt.

Ze is niet van de kwaadsten, en pikt er bij wijze van steekproef drie schijven uit. Op het computerscherm verschijnen tot grote hilariteit van de medewerkers beelden van de moddervulkanen in Azerbeidzjan. Geen bezwarend materiaal, porno of piraterij. Het is in orde. Oef.

Per CD betaal ik twee dollar “kosten”. Samen 50 dollar. In ruil krijg ik een certifikaat dat verzending toelaat. De lading wordt verpakt en verzegeld.

Het ware geen slecht idee moest Belgie, bij wijze van ontwikkelingssamenwerking, Senator Q even uitlenen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content