Hubert van Humbeeck

Tegen wil en dank

De euro lijkt de Ierse crisis te overwinnen. Is de muntunie daarmee uit de zorgen?

Uiteindelijk ging Ierland toch overstag. Een bijzondere kabinetsraad besloot de hulp van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds te aanvaarden om de financiële problemen van het land te helpen oplossen. Ierland kijkt tegen een gigantisch begrotingstekort aan en de overheidsschuld dreigt over enkele jaren op te lopen tot 150 procent van het bruto binnenlands product. Van de Keltische tijger uit de jaren negentig is nauwelijks meer over dan het vel en de beenderen.

Dat komt omdat Dublin tijdens de financiële crisis van twee jaar geleden massaal veel geld moest pompen in zijn wankele banksysteem, dat dreigde te kapseizen toen de vastgoedmarkt in elkaar klapte. Daarmee is Ierland, na Griekenland, het tweede land in de eurozone dat hulp nodig heeft om uit de put te klauteren waarin het, zeker ook door eigen nonchalance, is terechtgekomen. Normalerwijze zou de munt in zo’n land worden gedevalueerd. In de eurozone kan dat niet en ondergraven de problemen in één land de monetaire stabiliteit van de hele muntunie.

Voor de zomer aarzelde Duitsland lang of het Griekenland wel wou helpen. Dit keer drong Europa er zelf bij Ierland op aan om de aangeboden hulp te aanvaarden: de druk op de euro werd te groot. De munt moet uitkijken dat hij niet wordt fijngewreven in de wereldwijde slag om de macht tussen Amerika en China. Het heuglijke nieuws is daarom dat de euro door de crisis iets goedkoper werd, wat de Europese exporteurs goed uitkomt.

Van de onderhandelingen die nu met Dublin beginnen, wordt niemand vrolijk. Van Ierland wordt verwacht dat het ook een draconisch besparingsplan op tafel legt om zijn begrotingstekort aan te pakken. Het land wil zeker vasthouden aan zijn lage vennootschapsbelasting, die aan de basis lag van zijn economische succes. Andere landen hebben het daar moeilijk mee, maar de lage aanslagvoet werd een symbool van de Ierse soevereiniteit. De Ieren zeggen ook dat ze de lage aanslagvoet op bedrijfswinsten nodig hebben om de investeringen aan te trekken die de economie weer moeten laten groeien. Bovendien waarschuwden grote Amerikaanse bedrijven zoals Microsoft, Merrill Lynch en Intel de Ierse regering al voor de gevolgen, als ze straks meer belastingen moeten betalen.

De crisis legde de voorbije maanden de zwakke plekken van de eenheidsmunt bloot. Voorzitter Herman Van Rompuy van de Europese Raad kreeg vorige week kritiek omdat hij zei dat het opbreken van de eurozone het einde kon betekenen van de hele Europese Unie. Hij wou daarmee alleen het permanente crisismechanisme verdedigen dat op de recente Europese top werd afgesproken. Hoe dan ook, de eurozone is het hart van de hele Europese samenwerking. Dat beseffen ook landen die niet meedoen. De aanhoudende spanningen tussen de eurolanden wegen zwaar op het hele Europese project.

Om dat te verhelpen is een meer coherent economisch beleid nodig. Daarvoor zouden de eurolanden eigenlijk de politieke poot van hun muntunie moeten versterken. Als Europa zich laat verdelen, is het op de wereldmarkt een vogel voor de kat. In een tijd waarin het populistische, anti-Europese discours luid klinkt, is dat geen boodschap waarmee verkiezingen worden gewonnen.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content