Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

De Belgen zijn de dappersten aller spaarders. Dat geldt niet voor de Belgische jongeren. In 2003 registreerde de Nationale Bank 20.600 Belgen tussen de 18 en de 24 jaar die te kampen hadden met schulden of achterstallige betalingen. Waarom gaat de jeugd steeds vaker en dieper in het rood?

‘Vroeger kon een jongere die iets wilde kopen alleen terecht in een winkel’, zegt Robin Vieveen van het incassobureau Intrum Justitia, dat de laatste hand legt aan een onderzoek naar schulden bij jongeren. ‘Ze konden daar bovendien alleen met cash geld betalen. Nu zijn er kredietkaarten, winkels waar op krediet kan worden gekocht en gsm-abonnementen. En van het internet kunnen de jongeren naar hartelust downloaden.’ Kortom, de verleiding loert om elke hoek.

Een studentenjob is voor de jongeren die zich net dat ietsje meer willen permitteren de voor de hand liggende oplossing. De meeste studenten gaan in de schoolvakanties ergens aan de slag, maar steeds vaker klussen ze ook tijdens het schooljaar bij. ‘De eerstejaars houden we nauwlettend in het oog, zodat hun schoolresultaten er niet onder lijden’, zegt Lieve Van Hoestenberghe van de sociale dienst van de KU Leuven. ‘Nu en dan moeten we mensen afremmen die te veel willen werken en daardoor geen tijd meer overhouden om te studeren. Oudere studenten kennen het klappen van de zweep en kunnen voor zichzelf wel uitmaken waar het evenwicht ligt.’

De sociale dienst ziet in een studentenjob overigens ook een prima vorm van alternatieve studiefinanciering. ‘We beschouwen het zelfs als een impliciete voorwaarde voor diegenen die ons om hulp komen vragen.’ Studenten die hun studies niet kunnen betalen zijn er altijd geweest. Maar de oorzaken van hun problemen zijn veranderd. ‘Vaak gaat het om mensen die een conflict hebben met hun ouders of van wie de ouders gescheiden zijn, en waarbij er dan ook nog ’s een slechte communicatie is.’ In dat geval probeert de sociale dienst de belangen van de student zo objectief mogelijk te verdedigen. ‘We bewaren altijd een zekere afstand en hoeden ons voor betutteling. Dat is het laatste waar studenten om vragen. De beste methode is nog altijd om via algemene maatregelen de mogelijke gevaren te neutraliseren.’

Een voorbeeld daarvan is de begeleiding van de studenten met acute financieringsproblemen. ‘Veel jongeren hebben een gat in hun hand. Dat hoeft niet noodzakelijk tot problemen te leiden. Maar uitzonderlijk komen hier mensen over de vloer die echt niet met geld om kunnen. Zo iemand moet dan bijvoorbeeld binnen de week de huur van zijn kamer betalen. Onze algemene regel is dat wij het bedrag rechtstreeks overmaken aan de huisbaas. Als we het geld meegeven met zo’n student, weten we uit ervaring, is de kans reëel dat hij het uitgeeft aan andere dingen en een maand later opnieuw bij ons komt aankloppen.’

Prostitutie

Universiteiten zoals de KU Leuven hebben een eigen uitgebreide jobdienst en ook de uitzendkantoren helpen jaar na jaar meer studenten aan tijdelijk werk. Maar toch kiezen sommigen ervoor om hun eigen weg te gaan. In de prostitutie bijvoorbeeld. Niet vanzelfsprekend, maar wel een manier om bedragen te verdienen waarvoor je in andere sectoren een of twee dagen per week moet werken. ‘Veel prostituees doen het inderdaad omdat ze schulden hebben of omdat ze zich dan op materieel vlak iets meer kunnen permitteren dan met een andere job’ zegt Martine Claeyssens van Pasop, een vzw die zich bezighoudt met hulpverlening aan prostituees. De mythe ‘eens in de prostitutie, altijd in de prostitutie’ houdt volgens haar geen steek. ‘Bij de meeste vrouwen merken we dat ze de prostitutie zien als een pragmatische oplossing voor een tijdelijk probleem. Vaak houden ze het voor bekeken zodra ze het geld minder nodig hebben of wanneer hun levensomstandigheden veranderen, bijvoorbeeld doordat ze een partner hebben of omdat ze kinderen willen. Louter financieel bekeken is de prostitutie voor veel mensen een oplossing.’

Niet alle jongeren zoeken zelf naar een oplossing voor hun geldtekort, ook al omdat ze zich er vaak niet van bewust zijn dat er een probleem is. Definitieve onderzoeksresultaten voor België heeft Intrum Justitia nog niet, maar de voorlopige cijfers komen wel overeen met wat er in Nederland en Zwitserland werd vastgesteld: het aantal jongeren met schulden stijgt, en ook de bedragen nemen toe. Onder de schuldenaars veel studenten, maar ook afgestudeerden die niet meteen werk vinden en tieners die zich via krediet zaken aanschaffen waarvoor noch zijzelf, noch hun ouders het geld hebben.

In 2003 registreerde de Nationale Bank 20.600 Belgen tussen de 18 en de 24 jaar die te kampen hadden met schulden of achterstallige betalingen. ‘Ze wachten niet meer tot hun achttien jaar’, zegt Jean-Pierre Engels. De Oostendenaar heeft een zelfhulpgroep voor mensen met een schuldoverlast – de enige in Vlaanderen. ‘Vanaf hun zestiende gaan sommigen al eens in het rood. Vaak zijn dat kleine bedragen, maar ze blijven dat meeslepen. Pas vijf jaar later beginnen ze te beseffen hoe ze eigenlijk met geld moeten omgaan. Op dat moment krijg ik meestal een eerste telefoontje.’

Engels weet waarover hij spreekt. Zelf heeft hij in het verleden te veel schulden opgestapeld om ze ooit nog afbetaald te krijgen. Zijn levensdoelstelling is sindsdien om anderen die in hetzelfde schuitje zitten er bovenop te helpen. ‘Wij begeleiden hen tot ze eruit raken, in tegenstelling tot de OCMW’s. Als zij hun werk behoorlijk zouden doen, dan waren zelfhulpgroepen als die van mij niet eens nodig. Voor veel mensen met schulden zijn de OCMW’s te bureaucratisch. Bij hun eerste afspraak worden ze ook meteen overrompeld. Ze krijgen te horen dat ze zo snel mogelijk hun persoonlijke dingen moeten verkopen. Televisie, computer, gsm, alles wat niet eetbaar is. Als je daar dan niet op ingaat, mag je verdere hulp vergeten.’

Bij de zelfhulpgroep mag het allemaal wat langer duren. ‘Wij luisteren eerst naar wat die mensen van plan zijn. Daarna sturen we bij, maken hen wegwijs in de verschillende diensten, helpen met brieven opstellen. Belangrijk is ook dat ze goed beseffen in welke situatie ze zich bevinden. Sommigen komen niet meteen tot dat inzicht en vinden later geen gehoor meer bij de OCMW’s.’

Toch wil Engels niet alle schuld in de schoenen van de welzijnscentra schuiven. ‘Veel van de ellende komt voort uit een consumptieprobleem. Jongeren willen een gsm, een computer… en nog voor ze die toestellen hebben gekocht, zijn ze eigenlijk al verouderd.’

Op krediet

Een nog groter gevaar schuilt in alles wat pas achteraf betaald moet worden. De banken zijn de afgelopen jaren voorzichtiger geworden met hun kredieten aan jongeren, maar vandaag kun je ook met je supermarktkaart dingen kopen waarvoor je eigenlijk geen geld hebt. ‘Net zoals bij gsm- of internetabonnementen komt de rekening pas de maand daarna’, zegt Engels. Het consumptieprobleem kan volgens hem maar op een manier vermeden worden. ‘En dat is door de jongeren te leren sparen. Dat gebeurt nu veel te weinig.’

Ook Intrum Justitia denkt in die richting. ‘OCMW’s en hulpgroepen vangen mensen op die al problemen hebben, maar de voorlichting ontbreekt’, stelt Vieveen. ‘Vorig jaar heeft de Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten daar in totaal 174.000 euro voor uitgetrokken. Veel te weinig als je ziet hoeveel mensen er met schulden kampen.’ De Zwitserse afdeling van Intrum Justitia heeft een cursus opgesteld die de scholen nu geven aan 13- tot 16-jarigen. ‘Ook bedrijven hebben daaraan meegewerkt. Nu worden zij vaak voorgesteld als de grote boosdoener die de zielige jongere uitbuit, maar geloof me, ze zouden maar al te graag vooraf weten of een consument die iets op afbetaling koopt voldoende geld heeft of niet.’

Een jongere die nu via het internet iets koopt of lid wordt van een bepaalde maatschappij, kan schulden opbouwen en daarna zonder problemen overstappen naar een andere maatschappij. ‘De gsm-operatoren zijn bij ons de enigen die over een gezamenlijke databank beschikken met personen die bij een van hen in het krijt staan’, zegt Vieveen. ‘Bedrijven uit andere sectoren stuiten steevast op de tegenstanders die de privacy van de consument willen vrijwaren. Maar in Scandinavië hebben die databanken wel bewezen dat ze de schuldenlast doen dalen.’

Hannes Cattebeke

‘Vanaf hun zestiende gaan sommige jongeren in het rood.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content