Ewald Pironet

Middenklasse verdwijnt in armoede

In België leven anderhalf miljoen mensen in een financieel benarde situatie. Zelfs wie een baan heeft, blijft niet altijd uit de greep van de armoede.

Volgens de cijfers die vorige week werden bekendgemaakt zitten 10,1 procent van de Vlamingen en 14,6 procent van de Belgen onder de armoedegrens. Die cijfers gaan over 2008, de gevolgen van de financieel-economische crisis zijn er dus nog niet bij ingerekend.

We hoeven er niet aan te twijfelen dat de armoede de afgelopen twee jaar nog is toegenomen. Het aantal mensen in Vlaanderen dat bijvoorbeeld een beroep doet op voedselbedeling is met vijfduizend toegenomen ten opzichte van vorig jaar.

Daniëlle Dierckx van de Universiteit Antwerpen is een van de auteurs van het vorige week verschenen Armoede en sociale uitsluiting. Jaarboek 2010 Zij verklaarde onlangs tijdens een toespraak dat volgens de statistieken in ons land 1.500.000 mensen in een financieel benarde situatie leven, dus onder die fameuze armoedegrens. ‘Dat is meer dan het aantal inwoners in de hele provincie Oost-Vlaanderen’, zei ze. Dat doet slikken.

Dierckx wees er ook op dat dit cijfer de realiteit nog tekortdoet: ‘We moeten er nog verschillende groepen bijtellen. Denk maar aan de mensen met een grote schuldenlast. Er zijn mensen die op papier over een inkomen beschikken dat boven de armoedegrens ligt, maar die door de schulden en afbetalingen het in het dagelijkse leven met kruimels moeten rooien. Het aantal mensen dat schulden heeft, is de laatste tijd behoorlijk toegenomen en de achterstallige bedragen worden groter.’ Steeds meer mensen moeten schulden aangaan voor hun basisbehoeften, zoals het betalen van gas, elektriciteit, water, de huur, de school, het doktersbezoek. Dat is verontrustend.

In Vlaanderen lopen nog steeds alleenstaanden, werklozen, 65-plussers en vooral alleenstaande ouders de grootste kans om in armoede te verzeilen. Maar ook andere bevolkingsgroepen lopen steeds meer risico. Uit het Jaarboek blijkt dat er veel banen bij zijn gekomen voor hooggeschoolden en in mindere mate voor laaggeschoolden. Voor deze laatste groep gaat het vaak om slechtbetaalde jobs in de dienstensector. Dat soort werk voor laaggeschoolden is dan ook geen garantie meer om te ontkomen aan de armoede. Werk is nog wel steeds de beste manier om te ontsnappen aan de armoede, zeggen de armoedeonderzoekers, maar de kwaliteit van die jobs bepaalt of de armoede echt weg blijft. In ons land leven 4,4 procent van de werkende mannen en 4,8 procent van de werkende vrouwen in armoede. De werkende arme bestaat.

De crisis heeft vooral het aantal gemiddelde banen teruggedrongen. Heel wat banen in de industrie zijn gesneuveld, maar ook veel kantoorbedienden en vakarbeiders raakten hun werk kwijt. En de armoedeonderzoekers vrezen dat die jobs wel eens definitief verloren zouden kunnen zijn, dus dat een heropleving van de conjunctuur ze niet zal terugbrengen. De middenklasse dreigt bij ons met andere woorden in de armoede weg te zakken.

De armoede treft ook steeds meer jongeren. Het aantal niet-werkende werkzoekenden onder de 25 jaar is de voorbije twee jaar met 44,7 procent gestegen. In het eerste kwartaal van 2010 waren ze al met 44.203. Het aantal langdurig werkloze jongeren steeg in twee jaar tijd van 6300 tot 11.500. En de armoede treft ook steeds meer ouderen. Uit de Belgische Pensioenatlas, onlangs opgesteld door de onderzoeksgroep Pensioenbeleid van de K.U.Leuven, blijkt dat voor 18 procent van de gepensioneerden het pensioenbedrag zo laag ligt, dat ze in de armoede terechtkomen wanneer ze geen andere inkomsten hebben.

Wie het Jaarboek leest, vraagt zich af wie er vandaag nog zeker van mag zijn dat hij of zij nooit in de armoede zal terechtkomen. Dat blijken er verdomd weinig te zijn.

Ewald Pironet

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content