Hubert van Humbeeck

De klok luidt voor Barack Obama

De Amerikaanse president heeft nog twee maanden de tijd om het tij te keren.

Barack Obama had vorige week twee belangrijke boodschappen voor de Amerikanen. Het is zo stilaan money time voor de president. De peilingen voor de belangrijke tussentijdse verkiezingen van twee november zijn desastreus. Zijn Democratische Partij dreigt haar meerderheid in de twee huizen van het parlement te verliezen. Dat zou Obama in de tweede helft van zijn eerste mandaat de vleugels knippen.

Eerst kondigde hij een reeks maatregelen aan die meer Amerikanen aan het werk moeten helpen. Vervolgens probeerde hij op 11 september om de antimoslimstemming in een deel van de samenleving te bedaren met een oproep tot maatschappelijke en religieuze tolerantie: ‘We werden in 2001 niet aangevallen door een godsdienst, maar door Al-Qaeda, een zielige bende die de godsdienst misbruikt.’

Barack Obama worstelt nog altijd met de torenhoge verwachtingen die zijn verkiezing in 2008 heeft gewekt. Zijn nieuwe economische stimulusprogramma trekt geld uit voor openbare werken en wil kleine en middelgrote ondernemingen meer kansen geven. Amerika kan de investering in wegen, spoorwegen en luchthavens goed gebruiken. De president staat daarmee voor dezelfde uitdaging als Franklin Roosevelt in 1938, schreef Nobelprijswinnaar economie Paul Krugman vorige week: het heil moet in de eerste plaats van meer overheidsinitiatief komen.

Het idee alleen al klinkt veel Amerikanen als een vloek in de oren. Dat het land diep verdeeld is, bleek ook bij de herdenking van de aanslagen van 11 september, vorige zaterdag. Dat was tot nog toe een moment van eenheid voor heel Amerika. Dit keer was Ground Zero ook een plek waar werd gedemonstreerd tegen een gepland islamitisch centrum in de buurt. De Nederlandse rechtspopulist en islambasher Geert Wilders riep op om New York ‘geen nieuw Mekka’ te laten worden.

Het viel voor Obama en de zijnen mee dat de leider van een kleine religieuze gemeenschap in Florida ervan kon worden overtuigd om zijn actie af te blazen, om op 11 september de Koran te verbranden. De manier waarop het voornemen van die Terry Jones uit Gainesville een zaak van staatsbelang werd, is merkwaardig. Hij krijgt, volgens een woordvoerder van het Witte Huis, meer volk op zijn persconferenties dan er op een doorsnee zondag mensen in zijn kerk naar zijn sermoenen luisteren. Maar dankzij radicale bloggers, netwerksites en nieuwszenders verspreidde zijn boodschap – ‘de islam is des duivels’ – zich als een lopend vuur.

Gelukkig lieten nieuwsorganisaties als Associated Press, CNN en zelfs Fox News bijtijds weten dat ze geen beelden van Koranverbrandingen zouden tonen. Het blijft verbazen dat zo veel mensen nauwelijks aanstoot nemen aan een boekverbranding, terwijl die haaks staat op alle westerse en christelijke waarden die ze willen verdedigen.

De veranderde balans van de macht in de wereld plaatst de traditionele politiek voor problemen waarop die niet meteen een antwoord weet. Zowel in de VS als in Europa neigen mensen naar extreme standpunten. Het drama van 11 september en de klap van de financiële crisis kostten het Westen veel zelfvertrouwen. De president die dat zou herstellen, spartelt nu om het hoofd boven water te houden. En dat is geen goede zaak.

Hubert van Humbeeck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content