Wie het gratis spel TapSnake op zijn smartphone downloadt, moet weten wat hij installeert.
Gratis applicaties voor smartphones die op Android draaien, zoals het spel TapSnake, bevatten soms software die gegevens van gebruikers doorspeelt aan vreemden. “Wanneer de toestelletjes goedkoper zullen worden, dreigt de situatie uit de hand te lopen.”
Wie het gratis spel TapSnake, een variant van het populaire videospel Snake, op zijn smartphone downloadt, moet weten wat hij installeert.
Ontwikkelaars van virusbestrijdingsprogramma’s waarschuwen voor de verborgen software in de toepassing. Die seint immers om de vijftien minuten de locatiegegevens van de gebruiker door naar de server waar TapSnake werd gedownload. Dat gebeurt via de gps van de smartphone.
“Tot nu toe hebben minder dan 5000 gebruikers wereldwijd de toepassing geactiveerd”, weet Tom Cuylaerts, beheerder en medeoprichter van de Belgische Androidcommunity en zelf programmeur van applicaties. “Onder de gebruikers, die meestal ook actief zijn op fora, is zeer snel gecommuniceerd over het bestaan van dit virus.”
Volgens Cuylaert zijn dit soort akkefietjes onvermijdelijk. “Android is een open informaticasysteem waartoe iedereen toegang heeft. Dat werkt erg innovatief. Maar je trekt ook mensen met slechte bedoelingen aan. Je kunt je daar eenvoudigweg niet tegen wapenen.”
“Het alternatief? Apple, dat alles zelf monitort en zelf beslist wat kan en niet kan op zijn smartphones.”
Privacy
Toch is Cuylaert er niet gerust op. De privacy van de gebruiker zal in de toekomst massaal geschonden worden, voorspelt hij.
“Computertechneuten en professionals zijn vaak snel op de hoogte van dergelijke ontwikkelingen als TapSnake. Maar de gewone gebruiker is dat even vaak niet. Met alle gevolgen van dien. Het zal er ook niet beter op worden, eenmaal de prijs van smartphones begint te dalen.”
Cuylaert vraagt zich wel af hoe erg de consument het tegenwoordig nog vindt dat zijn privacy wordt geschonden.
“Voor veel gebruikers is privacy blijkbaar geen issue. De meesten laten nu al constant via Twitter en Facebook weten waar ze zijn, met wie ze zijn en wat ze doen. Bovendien zijn velen ook bereid een deel van hun privacy op te geven als daarmee hun ervaring wordt uitgebreid.”
(Maarten Goethals)
