John Irving – De laatste nacht in Twisted River

In Irvings twaalfde roman is de magie ver weg.

John Irving – De laatste nacht in Twisted River

Uitgeverij: De Bezige Bij

Aantal pagina’s: 603

Prijs: 24,95 euro

ISBN: 978-90-234-5097-9

Fijne herinneringen koester ik aan Bidden wij voor Owen Meany (1989) van John Irving. Uren leesplezier, 622 pagina’s lang. Dus begon ik met een bonzend hart aan De laatste nacht in Twisted River, de nieuwe turf van ‘de Charles Dickens van onze tijd’.

De eerste honderd bladzijden vol vertrouwen dat ‘het’ wel zou komen; de laatste honderd bladzijden in het droeve besef dat deze keer de magie ver weg is.

Irvings twaalfde roman vertelt het uitgesponnen verhaal van Dominic en Danny Baciagalupo, vader en zoon, die 47 jaar lang op de vlucht zijn voor de lange arm der wet.

Twisted River start in 1954, in een houthakkers-nederzetting in New Hampshire. Dominic is er kok. Ooit sloeg hij uit wettige zelfverdediging een beer de schedel in met een ‘gietijzeren koekenpan van twintig centimeter doorsnee’.

Op een nacht wordt de twaalfjarige Danny gewekt door ‘onstuimig gekraak en gekreun’ uit papa’s slaapkamer. In de overtuiging dat zijn vader alweer belaagd wordt door een beer, slaat Danny de indringer morsdood met de koekenpan. Helaas is het slachtoffer niet een beer, maar de dikke indiaanse minnares en afwashulp van Baciagalupo senior, die haar meester aan het berijden was.

In veel van zijn vorige romans komt Irving met dit soort van absurde situaties probleemloos weg. In De laatste nacht in Twisted River zorgen ze bijna voor plaatsvervangende schaamte. De roman wordt er niet beter op wanneer Danny zich ontwikkelt tot een beroemd schrijver en Irving oeverloos begint te filosoferen over het schrijverschap.

Jan Stevens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content