Thabo Mbeki was als protégé van ANC-voorzitter Oliver Thambo al lang voorbestemd om Nelson Mandela op te volgen.

Thabo Mbeki wordt in 1942 geboren in Transkei in de Oostelijke Kaapprovincie, waar het merendeel van de zwarte Zuid-Afrikaanse leiders vandaan komen. Nadat zijn school vanwege stakingen wordt gesloten, behaalt hij z’n eindexamen via Sached (South African Committee for Higher Education). Zodra hij zich als student politiek engageert, merkt het ANC zijn intellectuele capaciteiten op en lijft hem in. Na zijn opsluiting in 1962 stuurt het ANC hem naar het buitenland. Hij studeert economie aan de University of London en behaalt een MA in economie aan de Sussex University in Groot-Brittannië. Daarna werkt hij in de kantoren van het ANC in Londen, volgt een militaire opleiding in de Sovjet-Unie, maakt deel uit van de Revolutionaire Raad van het ANC, richt het ANC-kantoor in Botswana op en wordt ANC-vertegenwoordiger in Swaziland en later in Nigeria. Terwijl hij verder opklimt in de politieke rangen van het ANC, blijft hij de protégé van ANC-voorzitter Oliver Thambo, die hem kennelijk zijn grote diplomatieke vaardigheden heeft bijgebracht. Hoewel er veel kandidaat-opvolgers voor Nelson Mandela zijn, weten insiders van het begin af aan dat Thabo Mbeki ‘de kroonprins’ is.

Anders dan Nelson Mandela komt Thabo Mbeki niet uit een koninklijke familie en heeft hij evenmin koninklijke connecties. In de beginjaren van het ANC-regime zeiden traditionele leiders vaak dat ze niet met Mbeki wilden werken omdat ‘we niet betaald willen worden door een gewone man’. Mbeki’s ouders waren allebei zeer politiek geëngageerde leerkrachten die naar het platteland trokken om ook de mensen daar te overtuigen van communistische en arbeidersdoctrines. ‘Ik ben een boerenactiviste’, vertelde zijn moeder onlangs aan journalisten in haar kleine winkel vlakbij de plaats waar Mbeki geboren is. Mbeki’s vader Govan heeft vele jaren in gevangenschap op Robbeneiland doorgebracht. Wat de clanrelaties betreft, staat vast dat de Mbeki’s deel uitmaken van de Mfengu-groep. Na de dood van Shaka en de vernietiging van Mfecane, vluchtten duizenden naar de Oostelijke Kaapprovincie. Onder hen een groep van tienduizend die door de inwoners ‘hongerige mensen op zoek naar werk’ werden genoemd, de ‘ama-Mfengu’. Zij speelden een belangrijke rol in het politieke leven van de Oostelijke Kaapprovincie. De Mfengus werden vaak ‘de joden van de Xhosa’s’ genoemd: zij zouden alles doen om te overleven.

Antjie Krog

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content